In deze zaak heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en De Laak B.V. aan de ene kant, en [gedaagde] aan de andere kant, over de levering van bier. De rechtbank heeft vastgesteld dat De Laak tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst door ander bier te leveren dan overeengekomen, wat heeft geleid tot vermogensschade voor [gedaagde]. De eis van [eiseres] is afgewezen omdat zij geen partij was bij de overeenkomst. De gedaagde heeft een tegeneis ingesteld, waarin zij eiste dat [eiseres] en De Laak gehouden zijn tot nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter heeft geoordeeld dat De Laak niet het afgesproken bier van Heineken en Grolsch heeft geleverd, en dat zij daardoor schade moet vergoeden aan [gedaagde]. De schade is vastgesteld op € 58.730, die De Laak aan [gedaagde] moet betalen. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat [gedaagde] geen aanspraak kan maken op reputatieschade of schade door sluiting en inbeslagname. De Laak is veroordeeld tot betaling van de proceskosten en de wettelijke rente. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.