Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 1 september 2023 in de zaak tussen
[eiseres], te [plaats], eiseres,
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder,
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
.Zij heeft onder meer van [groothandel A] weipoeder ontvangen en dit verwerkt in mengvoeders die zij heeft verkocht. Naar aanleiding van een melding van [groothandel A] aan de NVWA dat in aan eiseres geleverd weipoeder chlooramfenicol zat, heeft de NVWA een onderzoek ingesteld. Op 1 april 2020 heeft een toezichthouder contact gehad met [groothandel A] en stukken ontvangen van de aan eiseres geleverde partijen weipoeder. Daarbij zaten analyse-uitslagen van 10 maart 2020 en 19 maart 2020 waaruit bleek dat in die partijen weipoeder de aanwezigheid van 0,17 µg/kg, 0,22 µg/kg en 0,24 ug/kg chlooramfenicol was vastgesteld. De toezichthouder heeft hierover contact opgenomen met eiseres. [naam] (senior QHSE Manager van eiseres) en [naam] (directeur van eiseres) hebben hierop gesteld dat producten waarin chlooramfenicol onder het niveau van 0,3 µg/kg wordt vastgesteld, aan de communautaire wetgeving voldoen en dat daarvoor dus geen verbod voor toelating in de voedselketen mag gelden. Op 21 april 2020 heeft de toezichthouder van zijn bevindingen een rapport opgemaakt.