ECLI:NL:RBROT:2023:772

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 januari 2023
Publicatiedatum
6 februari 2023
Zaaknummer
10-247358-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in drugshandelzaak wegens onvoldoende bewijs van wetenschap en beschikkingsmacht

Op 11 januari 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van de (verlengde) invoer van cocaïne. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van zes jaar, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De verdachte was op het moment van de controle met een vrachtwagen en een container, waarin 1.346,9 kilogram cocaïne was aangetroffen. De officier van justitie stelde dat de verdachte wetenschap had van de drugs, gebaseerd op zijn gedrag en communicatie via zijn telefoon. De verdediging betwistte echter dat de verdachte opzet had en stelde dat er geen bewijs was voor zijn wetenschap van de drugs in de container.

De rechtbank concludeerde dat, hoewel er verdachte omstandigheden waren, zoals het ontbreken van ladingsdocumenten en de zenuwachtige houding van de verdachte, deze niet voldoende waren om te bewijzen dat hij op de hoogte was van de drugs. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat het bewijs niet voldeed aan de vereiste standaard van wettigheid en overtuigingskracht. Tevens werd de in beslag genomen iPhone 7 teruggegeven aan de verdachte, aangezien deze niet meer relevant was na de vrijspraak.

Dit vonnis benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken, vooral in drugszaken waar de wetenschap van de verdachte cruciaal is voor een veroordeling. De rechtbank heeft de beslissing genomen in tegenwoordigheid van de griffier en heeft de uitspraak openbaar gedaan op de datum van de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10-247358-22
Datum uitspraak: 11 januari 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] te [plaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [detentieadres01] ,
raadsman mr. M. van Stratum, advocaat te Den Haag.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 11 januari 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E.J. de Groot heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van de primair ten laste gelegde verlengde invoer van cocaïne;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar en
6 maanden met aftrek van voorarrest.

4..Vrijspraak

4.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is voor de primair ten laste gelegde verlengde invoer van cocaïne.
De verdachte had wetenschap van de op 27 september 2022 in de container aangetroffen drugs en had minst genomen voorwaardelijk opzet op het vervoer en/of aanwezig hebben van de drugs, naar en bij de loods aan de [adres02] te [plaats02] . De wetenschap kan worden afgeleid uit de inhoud van de telefoon van de verdachte en uit alle feiten en omstandigheden tezamen.
De conclusie dat de verdachte wist dat hij drugs vervoerde, althans dat daar een aanmerkelijke kans op was, wordt gebaseerd op het feit dat hij foto’s had gemaakt van de container en de zegel, hetgeen niet gebruikelijk is. Hier komt bij dat hij geen (vracht)papieren had en pas op het laatste moment wist waar de container heen moest. Bovendien moest hij de container naar een ongebruikelijke plek vervoeren.
Hier komt bij dat het zeer onaannemelijk is dat de eigenaren van de drugs deze lading, met een waarde van ruim drieëndertig miljoen euro, in handen van onwetenden laat. Uit vaste jurisprudentie blijkt dat de wetenschap bij de verdachten die zich bezighouden met de invoer van drugs op deze schaal in beginsel mag worden aangenomen, omdat de risico’s van de organisatie anders te groot zijn.
Tot slot komt de verdachte niet met een ander aannemelijk scenario waaruit blijkt dat hij niet op de hoogte was van de drugs in de container.
Het vervoeren en ontvangen/lossen van de drugs zijn handelingen gericht op de verdere invoer, aflevering, ontvangst of overdracht van de drugs. Nu de drugs in een container zat, moet de verdachte hebben geweten dat deze net uit de haven kwam.
4.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft bepleit dat de verdachte moet worden vrijgesproken omdat niet bewezen kan worden dat de verdachte opzet, ook niet in voorwaardelijke zin, heeft gehad op de (verlengde) invoer van cocaïne. Ook ontbreekt het bewijs voor medeplegen. Hij had geen wetenschap van de aanwezigheid van de cocaïne in de afgesloten container en daarover ook geen beschikkingsmacht. Voor het geval wel een bewezenverklaring mocht volgen, is een strafmaatverweer gevoerd.
4.3.
Beoordeling
Op 27 september 2022 zien verbalisanten van het Flexibel Interventie Team dat een zogenoemde Automatic Numberplate Recognition-hit (ANPR-hit) wordt gegenereerd van de vrachtwagen met kenteken [kenteken01] . Hierna zien de verbalisanten dit voertuig rijden op de A15 ter hoogte van Rotterdam met daarachter een oplegger voorzien van een Belgisch kenteken met daarop een zeecontainer met containernummer [containernummer01] . De container is verzegeld met een grijs containerzegel, hetgeen achteraf een barrierseal blijkt te zijn. Dit is een ander zegel dan als rederijzegel is vermeld op het Douanemanifest. De verbalisanten volgen de vrachtwagen kort met als doel een controle in te stellen. Zij zien dat de vrachtwagen stopt ter hoogte van de loods aan de [adres02] te [plaats02] , waar een metalen toegangshek en een roldeur open staan. De vrachtwagen rijdt vervolgens achteruit het terrein op van de loods en vervolgens achteruit voor een deel de loods in. De chauffeur, de verdachte in deze zaak, wordt door een verbalisant gecontroleerd. Hij kan geen ladingsdocumenten overhandigen. Hij verklaart dat hij tien minuten voorafgaand aan de controle heeft doorgekregen waar de container naartoe moest en dat het zijn eerste werkdag betreft. De verbalisant ziet dat hij zenuwachtig is. Terwijl de verdachte wordt gecontroleerd, ziet een andere verbalisant een persoon in de loods. Volgens die verbalisant heeft deze persoon handschoenen aan en kijkt hij van achter een muurtje in de loods naar de vrachtwagen op het moment dat deze naar achteren rijdt. Deze persoon blijkt de medeverdachte [medeverdachte01] te zijn. In de loods zijn geen voorzieningen aanwezig voor het lossen van een vrachtwagen en container van dit formaat. De verbalisanten knippen vervolgens de grijze barrierseal van de container door en doorzoeken de container. In de container blijkt onder andere in totaal 1.346,9 kilogram cocaïne te zitten.
Uit de inhoud van de in beslag genomen Samsung Galaxy A03 Core en iPhone 7 - die door de politie en de officier van justitie aan de verdachte worden toegeschreven - blijkt dat de gebruiker hiervan op 24 september 2022 via Signal contact heeft gehad met het contact “Chef”. Het contact vraagt of de gebruiker van de telefoon nog is gebeld waarop deze bevestigend antwoordt. Het contact zegt dat morgenavond belangrijk is voor hun toekomst gevolgd door “poen poen” en “Spanje”. Voorts heeft de gebruiker van de telefoon onder andere op 27 september 2022 via Signal contact gehad met het contact “Victory”. Het contact stuurt vroeg in de ochtend het nummer van de aangetroffen container en bijbehorende TAR-code door, gevolgd met de mededeling dat de gebruiker van de telefoon kan gaan rijden en “foto zegelfoto ticketfoto container”. De gebruiker van de telefoon heeft hierop ruim een half uur later inderdaad een foto van de routing ticket, de barrierseal en van de container gestuurd. Voorts blijkt dat meerdere berichten zijn verwijderd.
De verdachte heeft zich na zijn aanhouding bij de politie en op de zitting steeds op zijn zwijgrecht beroepen.
De rechtbank oordeelt als volgt. Op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de verdachte de chauffeur was van de vrachtwagen met de container waarin de lading cocaïne is aangetroffen. Voorts kan worden vastgesteld dat sprake is van verdachte omstandigheden, zoals de manier waarop de container is opgehaald, het feit dat de verdachte (naar eigen zeggen) pas tien minuten voor aankomst bij de loods de betreffende locatie heeft doorgekregen, hij geen (ladings)papieren bij zich had en het feit dat de verdachte de vrachtwagen met container direct (deels) de loods inrijdt, zonder van te voren te zijn uitgestapt om bijvoorbeeld na te gaan of hij op de juiste locatie is. Dit alles is verdacht, maar dit betekent niet dat wettig en overtuigend kan worden vastgesteld dat de verdachte de vereiste wetenschap had van, en beschikkingsmacht had over de inhoud van de container. Het dossier bevat onvoldoende bewijs om tot een bewezenverklaring te komen van hetgeen de verdachte is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4.4.
Conclusie
Het ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5..In beslag genomen voorwerpen

5.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen iPhone 7 (goedcode [kenteken01] .01) verbeurd te verklaren, omdat deze telefoon is gebruikt voor het strafbare feit.
5.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen omtrent het beslag.
5.3.
Beoordeling
Omdat de verdachte zal worden vrijgesproken van hetgeen hem is ten laste gelegd, zal ten aanzien van de in beslag genomen iPhone 7 (goedcode [kenteken01] .01) een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

6..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
gelast de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen iPhone 7 (goedcode [kenteken01] .01), geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. D.F. Smulders, voorzitter,
en mrs. J.J. Willemsen en A.J.P. van Essen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Lobs-Tanzarella, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
primair
hij op of omstreeks 27 september 2022 te [plaats02]
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, waaronder zoals bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet,
ongeveer 1346,9 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,
zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
subsidiair
hij op of omstreeks 27 september 2022 te [plaats02]
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk heeft afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
ongeveer 1346,9 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,
zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.