Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 november 2022, met producties 1 tot en met 13;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 7;
- de oproepingsbrief van de rechtbank van 21 maart 2023;
- de zittingsagenda van 30 mei 2023;
- de brief van mr. Schillemans van 6 juni 2023, met productie 8;
- de e-mail van mr. N.M.J. van der Maas (kantoorgenoot van mr. Boogaard) van 3 juli 2023 met annexen 1-8;
- de brief van mr. Schillemans van 5 juli 2023 met het afschrift van een bankgarantie;
- de mondelinge behandeling van 6 juli 2023;
- de spreekaantekeningen van Redworks, voor zover daarnaar is verwezen tijdens de mondelinge behandeling.
2.De feiten
Samenvatting
- buitensporig hoge tarieven; en
- marge-uitholling.
3.Het geschil
€ 163,00 dan wel, indien betekening van het vonnis plaatsvindt, ten bedrage van
€ 248,00.
4.De beoordeling
het gevorderde totaalbedrag ad € 45.143,28
- Door het in rekening brengen van genoemd bedrag heeft KPN in strijd gehandeld met artikel 2.1 van het Amendement;
- Dit wordt bevestigd door de uitspraak van het CBb van 11 september 2018 (zie r.o. 5.6.2 van die uitspraak).
.
- Op grond van artikel 1.1 van het Amendement diende Redworks gedurende de periode van 1 juli 2016 tot en met 1 juni 2018 al haar verkeer naar nationale bestemmingen (met uitzondering van enkele bestemmingen) aan KPN aan te bieden ter afwikkeling via de PT Service. Indien Redworks deze verplichting niet zou nakomen en het betreffende verkeer zonder tussenkomst van KPN naar nationale bestemmingen zou afleveren, zou KPN het verschil van de eenmalige implementatiekosten voor het inrichten van de IP interconnectie ten bedrage van € 27.156,30 exclusief btw alsnog bij Redworks in rekening brengen (artikel 1.4 van het Amendement);
- Aldus verbindt KPN een (voorwaardelijke) betalingsverplichting (in feite een boete) aan het ‘omzeilen’ van de met KPN overeengekomen transit-dienstverlening. Daarmee wordt directe interconnectie als vraagsubstituut voor transit tenietgedaan, Dit roept de vraag op of directe interconnectie dan nog wel deel uitmaakt van dezelfde relevante (gespreksdoorgifte)markt;
- Zo nee, dan is de volgende vraag (aldus Redworks) of er vanuit mededingingsoogpunt sprake is van ongewenste overheveling van marktmacht (de gespreksafgiftemarkt) naar een markt waar KPN niet over een economische machtspositie beschikt (de gespreksdoorgiftemarkt) via koppelverkoop/bundeling;
- Zo ja, dan grijpt KPN (aldus Redworks) op ongeoorloofde wijze in op het bestaande beginsel van contractsvrijheid binnen de daadwerkelijk concurrerende markt voor gespreksdoorgifte.
- Op grond van artikel 4.10, zevende lid, sub b Telecommunicatiewet dienen tarieven die KPN aan andere aanbieders rekent voor het uitporteren van telefoonnummers, wanneer een eindgebruiker naar deze andere aanbieder overstapt met behoud van zijn telefoonnummer, ten hoogste kostengeoriënteerd te zijn;
- De ACM heeft in haar besluit van 29 januari 2019 geconcludeerd dat in de periode vanaf oktober 2017 de door KPN gehanteerde tarieven van enkelvoudige porteringen en porteringen van nummerblokken hoger zijn dan de kosten. Daarmee heeft de ACM vastgesteld dat de door KPN gehanteerde tarieven in deze periode niet kostengeoriënteerd zijn. Daarmee voldoet KPN dus niet aan de vereisten van artikel 4.10, zevende lid, sub b Telecommunicatiewet;
- Redworks heeft dus in de periode van 1 oktober 2017 tot 1 maart 2019 € 2.622,30 teveel betaald voor de door KPN in rekening gebrachte porteringstarieven.