ECLI:NL:RBROT:2023:7599

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 augustus 2023
Publicatiedatum
24 augustus 2023
Zaaknummer
C/10/662417 / JE RK 23-1705
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing ondertoezichtstelling van een minderjarige in verband met problematische thuissituatie

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 15 augustus 2023, wordt de ondertoezichtstelling van een zestienjarig meisje, hierna te noemen [kind01], toegewezen. [kind01] verblijft bij haar verslaafde moeder, nadat zij eerder bij haar vader heeft gewoond, maar daar na een mishandeling is vertrokken. De kinderrechter heeft de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht, hierna de Raad, verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De ouders van [kind01] zijn belast met het ouderlijk gezag, maar wonen niet samen. De Raad heeft zorgen over de ontwikkeling van [kind01], die getuige is geweest van huiselijk geweld en die in een onveilige thuissituatie is opgegroeid. De moeder heeft een verslavingsprobleem en de vader heeft hulp voor agressieregulatie. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 augustus 2023, waar zowel de ouders als vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren, is de situatie van [kind01] besproken. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders bereid zijn om te werken aan hun problemen, maar dat dit niet voldoende is voor de veiligheid en ontwikkeling van [kind01]. De kinderrechter heeft besloten om [kind01] onder toezicht te stellen van de GI, met ingang van 15 augustus 2023 tot 15 augustus 2024, en heeft de beschikking uitvoerbaar verklaard bij voorraad. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/662417 / JE RK 23-1705
Datum uitspraak: 15 augustus 2023
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,
gevestigd te Rotterdam,
hierna te noemen: de Raad,
over
[kind01], geboren op [geboortedatum01] 2006 in [geboorteplaats01],
hierna te noemen: [kind01].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam01],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats01],
[naam02],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [woonplaats02],
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
hierna: de GI,
gevestigd te Rotterdam.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 18 juli 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 15 augustus 2023. Daarbij waren aanwezig:
  • de moeder,
  • de vader,
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam03];
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam04].
1.3.
De kinderrechter heeft [kind01] naar haar mening gevraagd. [kind01] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [kind01] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.
2.
De feiten
2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [kind01].
2.2.
De ouders wonen niet met elkaar.

3..Het verzoek

3.1.
De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [kind01] voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

4..De standpunten

4.1.
De Raad handhaaft ter zitting het verzoek en licht dit als volgt toe. Hoewel het periodes goed gaat, is er al sinds de geboorte van [kind01] hulpverlening betrokken. [kind01] is getuige geweest van huiselijk geweld tussen de ouders, heeft wisselende woon- en verblijfplekken gekend en er hebben zich verschillende escalaties in de thuissituatie plaatsgevonden. Bij de moeder is al lange tijd sprake van verslaving en de vader krijgt hulp voor agressieregulatie problematiek. De ouders zijn bereidwillig en hebben het beste met [kind01] voor, maar dit is onvoldoende gebleken. De ouders zijn weinig emotioneel beschikbaar geweest voor [kind01], waardoor [kind01] weerbaar en zelfstandig is en meebeweegt met de problematiek van de ouders. De Raad maakt zich hier zorgen over. Het is belangrijk dat de ouders aan de slag gaan met de eigen problematiek en er zicht komt op de ontwikkeling van [kind01]. [kind01] is loyaal naar beide ouders en het is belangrijk dat zij met behulp van een KOPP/KOV-training gaat inzien dat het geen normale situatie is waarin zij is opgegroeid.
4.2.
De GI sluit zich ter zitting aan bij het verzoek van de Raad. Gelet op het feit dat de opvoedsituatie van [kind01] wisselend is geweest, is het belangrijk dat er een stabiele opvoedsituatie komt voor [kind01]. Dit zodat [kind01] zichzelf kan ontwikkelen en deze ontwikkeling ook gewaarborgd blijft. Desgevraagd geeft de GI aan dat er nog geen vaste jeugdbeschermer beschikbaar zal zijn en het een zogenoemde ‘cluster 7-zaak’ zal worden. Wel zal er een vast contactpersoon gekoppeld worden aan het gezin en kan de ambulante spoedhulp in de thuissituatie bij de moeder direct starten. Het is belangrijk voor [kind01] dat er zo snel mogelijk een vaste jeugdbeschermer komt zodat zij een band kan opbouwen.
4.3.
Door de moeder wordt ter zitting geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de Raad. De moeder wil het beste voor [kind01]. De moeder geeft toe dat ze drugs gebruikt, maar gebruikt dit niet in het bijzijn van [kind01]. De moeder zorgt voor [kind01] en [kind01] is veilig bij de moeder. Alvorens de moeder met een behandeling start, wil de moeder dat [kind01] haar leven op de rit heeft. De moeder hoopt dat [kind01] rust krijgt, aan haar opleiding kan beginnen en het contact met de vader kan opbouwen. De moeder heeft een eerdere behandeling gehad voor haar verslavingsproblematiek, maar hier voelde zij zich niet thuis. De moeder weet dat ze aan zichzelf moet werken en hoopt dat de ondertoezichtstelling een goede motivatie kan zijn om de behandeling te laten slagen.
4.4.
Door de vader wordt ter zitting geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de Raad. De vader wil graag dat het goed gaat met [kind01] en maakt zich zorgen over de thuissituatie bij de moeder. De vader ontvangt persoonlijke hulpverlening bij De Waag.

5..De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5.2.
[kind01] wordt ernstig in haar ontwikkeling bedreigd. [kind01] is opgegroeid in een thuissituatie waarin sprake is geweest van huiselijk geweld, drugs- en alcoholproblemen en psychische problematiek. Vanwege de onveilige thuissituatie is [kind01] meermaals verhuisd en heeft zij een tijd in het netwerk verbleven. Hoewel de ouders zeer bereid zijn en hun uiterste best doen om voor [kind01] te zorgen, lukt het de ouders niet dit vast te houden. De moeder wijst op zitting naar de vader. Eind januari 2023 heeft inderdaad een incident plaatsgevonden bij de vader thuis. De vader heeft fouten gemaakt door fysiek te worden naar [kind01]. Hij is hiervoor gestraft en krijgt hier momenteel hulp voor. Gelukkig hebben de vader en [kind01] weer contact met elkaar en doen zij leuke dingen samen.
[kind01] woont nu bij de moeder. Er zijn ernstige zorgen over de thuissituatie bij de moeder. Bij de moeder is al jaren sprake van verslavingsproblematiek en ondanks meerdere pogingen is het de moeder niet gelukt van haar verslaving af te komen. Hoewel de kinderrechter terughoudend is in het toewijzen van een ‘cluster 7-zaak’, acht de kinderrechter de inzet van ambulante spoedhulp in de thuissituatie bij de moeder noodzakelijk. Het is van belang dat [kind01] veilig is en zich verder kan ontwikkelen. Om een volgende teleurstelling voor [kind01] te voorkomen, zal de moeder de hulpverlening moeten gaan aanvaarden en stoppen met het gebruiken van drugs. Dit zal voor de moeder een hele uitdaging worden.
5.3.
De kinderrechter zal daarom [kind01] onder toezicht stellen voor de duur van een jaar.

6..De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt [kind01] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond met ingang van 15 augustus 2023 tot 15 augustus 2024;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 augustus 2023 door mr T. van den Akker, kinderrechter, in aanwezigheid van L.N. van Geest als griffier, en op schrift gesteld op 24 augustus 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.