In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde partij. De gedaagde had een zorgverzekeringsovereenkomst met Zilveren Kruis en was in gebreke gebleven met de betaling van de verschuldigde premies, wat leidde tot een betalingsachterstand van € 2.395,01. Zilveren Kruis vorderde betaling van dit bedrag, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde betwistte de hoogte van de achterstand en voerde aan dat hij niet zelf in gebreke was gebleven, maar dat dit te wijten was aan persoonlijke omstandigheden en de hulp van de Kredietbank Rotterdam. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn verweer en dat de betalingsachterstand zoals door Zilveren Kruis gesteld, juist was. De kantonrechter verklaarde de vordering van Zilveren Kruis voor het grootste deel toewijsbaar, maar wees de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten af, omdat Zilveren Kruis niet had aangetoond dat de gedaagde tijdig was aangemaand. Het verstekvonnis van 30 november 2022 werd gedeeltelijk vernietigd, maar de resterende betalingsverplichting van de gedaagde werd bevestigd. De gedaagde werd veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure.