Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser 1] ,
[eiser 2],
1..Kern van de zaak
€ 300.000,-. De rechtbank is voorshands van oordeel dat [eisers] voldoende bewijs hebben geleverd voor hun stelling dat ook levering van [perceel 2] is overeengekomen. De rechtbank laat [gedaagde] toe tegenbewijs te leveren.
2..Het procesverloop
- de dagvaarding;
- de akte houdende overlegging van producties tevens vermeerdering van eis, met producties 1 tot en met 14;
- de conclusie van antwoord, tevens inhoudende een voorwaardelijke eis in reconventie, met producties 1 tot en met 7;
- de akte houdende overlegging producties in conventie tevens conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, met producties 15 tot en met 17;
- de brief van de rechtbank van 7 oktober 2022 waarin partijen worden opgeroepen voor een mondelinge behandeling;
- de brief van mr. Yosefzay van 13 december 2022, met productie 8;
- de mondelinge behandeling gehouden op 19 december 2022;
- de spreekaantekeningen van mr. Quist;
- de spreekaantekeningen van mr. Yosefzay.
3..De feiten
4..Het geschil
5..De beoordeling
“[adres] kadastraal bekend: Gemeente: Sliedrecht, [sectie], Nummer: [perceel 3] (gedeeltelijk).”Tussen partijen staat niet ter discussie dat deze omschrijving zag op zowel [perceel 2] als [perceel 1] (exclusief de westzijde van de loods). De grond van die beide percelen (exclusief de westzijde van de loods) en de zich daarop bevindende loods werden verhuurd aan Het Pakhuis V.O.F. Omdat [eisers] de gehele huurovereenkomst zouden overnemen (r.o. 3.2, artikel 18) zouden zij om te kunnen voldoen aan de op hen rustende verplichtingen uit de huurovereenkomst jegens de V.O.F. de eigenaars moeten zijn van [perceel 2] en (op zijn minst het verhuurde deel van) [perceel 1]. Dat de westzijde van de loods van [perceel 1] niet werd verhuurd aan de V.O.F., maar wel is verkocht en ook is geleverd aan [eisers] , is op zichzelf niet strijdig met artikel 18 uit de overeenkomst dat het lopende huurcontract zou worden overgenomen. De bepaling in de overeenkomst dat de lopende huurovereenkomst door [eisers] wordt overgenomen, strookt dan ook met de stelling van [eisers] dat ook [perceel 2] tot de door [gedaagde] aan [eisers] verkochte grond behoort.
“We moesten even op de verwerking wachten”. Voor zover de makelaar een fout zou hebben gemaakt door niet nogmaals de kadastertekening te controleren alvorens deze door te sturen aan [eisers] komt deze fout voor risico van [gedaagde] .
‘de nieuwe kadasterlijn langs de gevel van de bestaande loods liep’, daarmee kennelijk doelend op de loods op [perceel 1] en de strook grond ten noorden daarvan, maar daarmee is nog niets specifieks verklaard over [perceel 2] . Wel heeft de makelaar verklaard dat
‘de plek waar de portacabine stond[ [perceel 2] , naar de rechtbank begrijpt]
geen onderdeel uitmaakte van de deal’Wat
‘de deal’dan precies was, heeft de makelaar niet verklaard en hij heeft ook anderszins niet expliciet verklaard welke concrete afspraken partijen ter plaatse dan wél zouden hebben gemaakt.
6..De beslissing
21 juni 2023voor uitlating door [gedaagde] of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden juli 2023 tot en met september 2023 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor worden bepaald,
alle partijenuiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,