ECLI:NL:RBROT:2023:7262

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 juli 2023
Publicatiedatum
16 augustus 2023
Zaaknummer
662563 / HA RK 23-729
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van de rechter na einduitspraak in strafzaak

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 28 juli 2023 een beslissing genomen over een wrakingsverzoek van een verzoeker. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 20 juli 2023, na een zitting waarin de rechter, mr. P.C. Tuinenburg, een eindbeslissing had uitgesproken in de strafzaak van de verzoeker. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk was, omdat de rechter op het moment van indienen van het verzoek niet meer betrokken was bij de zaak. De rechtbank benadrukte dat wraking bedoeld is om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen, maar dat dit niet meer mogelijk is als de rechter al een einduitspraak heeft gedaan. De verzoeker had de mening dat de beslissing van de rechter nog niet op papier was ontvangen, maar dit deed niets af aan de ontvankelijkheid van het verzoek. De rechtbank verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk in het wrakingsverzoek, met toepassing van het Wrakingsprotocol van de rechtbank. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Wrakingskamer
zaaknummer: C/10/662563 / HA RK 23-729
Beslissing van 28 juli 2023
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[naam verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. P.C. Tuinenburg,
rechter in deze rechtbank,
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de procedure betreffende het beroep van verzoeker op grond van artikel 509hh van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) in het kader van de tegen hem lopende strafzaak met parketnummer 10-064269-23. Het dossier van deze strafzaak is ter beschikking gesteld van de wrakingskamer, inclusief de uitspaak van de enkelvoudige raadkamer, uitgesproken op 20 juli 2023.
1.2.
Het verloop van de procedure blijkt verder uit:
  • het schriftelijke wrakingsverzoek (tevens klacht) van verzoeker van 20 juli 2023;
  • de schriftelijke aanvulling van het wrakingsverzoek van 21 juli 2023;
  • de brieven van 21 juli 2023 van de secretaris van de wrakingskamer aan verzoeker en aan de rechter, waarin zij worden uitgenodigd voor de zitting van de wrakingskamer op 1 augustus 2023;
  • het e-mailbericht van 25 juli 2023 van de rechter aan de secretaris van de wrakingskamer;
  • de brieven van 26 juli 2023 van de secretaris van de wrakingskamer aan verzoeker en aan de rechter, waarin de uitnodiging voor de zitting van 1 augustus 2023 wordt ingetrokken;
  • de e-mailberichten van verzoeker aan de secretaris van de wrakingskamer van 26 juli 2023 te 12.42 uur en 13.29 uur;
  • het e-mailbericht van de secretaris van de wrakingskamer van 26 juli 2023 te 13.38 uur aan verzoeker;
  • het e-mailbericht van verzoeker aan de secretaris van de wrakingskamer van 26 juli 2023 te 13.45 uur;
  • het e-mailbericht van verzoeker gericht aan de wrakingskamer van 27 juli 2023 te 12.26 uur.

2.De ontvankelijkheid van het verzoek

2.1.
Wraking is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Op grond van artikel 512 Sv kan de rechter die een zaak behandelt worden gewraakt. Het middel is toegekend aan een partij die wil voorkomen dat een rechter (nog langer) bemoeienis met de zaak zal hebben. Dat doel kan niet meer worden bereikt als de rechter al een einduitspraak heeft gedaan, omdat de behandeling van de zaak daarmee is geëindigd.
2.2.
Op de besloten zitting van de enkelvoudige raadkamer van 20 juli 2023 heeft de rechter in de hiervoor omschreven procedure ex artikel 509hh Sv de beslissing uitgesproken. Die beslissing is een eindbeslissing waarmee de behandeling van de bedoelde procedure door de rechter is geëindigd.
2.3.
Het wrakingsverzoek is op 20 juli 2023, na genoemde zitting en uitspraak, door de rechtbank ontvangen. Dat is dus nadat de rechter in de door hem behandelde procedure een einduitspraak had gedaan. Hieruit volgt dat de rechter de zaak van verzoeker niet meer behandelde op het moment dat het verzoek tot wraking is gedaan. Dat verzoeker een andere mening is toegedaan onder meer omdat hem de beslissing van de rechter nog niet op papier ter beschikking is gesteld, doet aan het voorgaande niet af.
2.4.
Verzoeker is daarom kennelijk niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking van de rechter. Verzoeker zal op die grond, met toepassing van het bepaalde in artikel 8 lid 2, aanhef en onder d, van het Wrakingsprotocol van deze rechtbank niet-ontvankelijk worden verklaard in het verzoek.
Voor een behandeling van het verzoek ter zitting van de wrakingskamer bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt gezien het vorenstaande niet toegekomen.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door de mr. W.J.J. Wetzels, voorzitter, mr. A.P. Hameete en mr. J.F. Koekebakker, rechters, in tegenwoordigheid van J.A. Faaij, griffier en in het openbaar uitgesproken op 28 juli 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.