Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
2 augustus 2023. [gedaagde01] is op laatstgenoemde datum evenmin verschenen. Tegen hem is verstek verleend.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die op 10 augustus 2023 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. N.M. Fakiri, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet is verschenen. De procedure begon met een oproepingsexploot op 25 juli 2023, waarbij de dagvaarding van 13 juli 2023 opnieuw is betekend. Tijdens de zitting op 2 augustus 2023 werd vastgesteld dat gedaagde wederom niet was verschenen, waarna verstek werd verleend.
Eiseres vorderde de afgifte van haar personeelsdossier, inclusief loonstroken vanaf oktober 2022, en andere documenten zoals gespreksverslagen en arbeidsvoorwaarden. De kantonrechter oordeelde dat de eis in kort geding toewijsbaar was, omdat er sprake was van spoed. De kantonrechter wees de vordering toe, met uitzondering van enkele documenten die niet als zodanig konden worden aangemerkt of te algemeen waren geformuleerd.
De kantonrechter heeft de dwangsom vastgesteld op € 100,- per dag, met een maximum van € 5.000,-, en veroordeelde gedaagde tot betaling van de proceskosten, die in totaal op € 615,- zijn vastgesteld. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat eiseres direct gebruik kan maken van de uitspraak, ongeacht een eventuele hoger beroep.