ECLI:NL:RBROT:2023:6983

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 augustus 2023
Publicatiedatum
4 augustus 2023
Zaaknummer
C/10/653587 / HA ZA 23-208
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. drs. E. van Schouten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontbinding van een koopovereenkomst en schadevergoeding na non-conformiteit van een auto

In deze zaak heeft eiser, [eiser01], een vordering ingesteld tegen Excellent Auto's B.V. en [gedaagde sub 2] met betrekking tot de koopovereenkomst van een Jeep Wrangler Unlimited. Eiser stelt dat hij de auto heeft gekocht via een leaseconstructie, maar dat de auto niet voldeed aan de overeenkomst, omdat deze niet over een grijs kenteken beschikte en diverse gebreken vertoonde. Eiser heeft de overeenkomst op 13 oktober 2022 ontbonden op grond van non-conformiteit en dwaling, maar Excellent betwist dat zij de verkoper was en stelt slechts te hebben bemiddeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen koopovereenkomst tussen eiser en Excellent tot stand is gekomen, maar dat er wel een overeenkomst was met [gedaagde sub 2]. De rechtbank heeft geoordeeld dat de ontbinding van de koopovereenkomst met [gedaagde sub 2] rechtsgeldig was en heeft [gedaagde sub 2] veroordeeld tot terugbetaling van de koopsom en bijkomende kosten aan eiser. De proceskosten zijn gecompenseerd tussen eiser en Excellent, terwijl [gedaagde sub 2] de kosten van eiser moet vergoeden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/653587 / HA ZA 23-208
Vonnis van 2 augustus 2023
in de zaak van
[eiser01], tevens handelend onder de naam
[handelsnaam01],
wonende te [woonplaats01] ,
eiser,
advocaat mr. C. Erasmus te Amsterdam-Duivendrecht,
tegen

1.EXCELLENT AUTO'S B.V.,

gevestigd te Dordrecht,
gedaagde sub 1,
advocaat mr. N. Claassen te Rotterdam,
2.
[gedaagde sub 2], tevens handelend onder de naam
[handelsnaam02],
wonende te [woonplaats02] ,
gedaagde sub 2,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ‘ [eiser01] ’, ‘Excellent’ (gedaagde sub 1) en ‘ [gedaagde sub 2] ’ (gedaagde sub 2) genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 14 februari 2023 gericht aan [gedaagde sub 2] , met producties;
  • de dagvaarding van 15 februari 2023 gericht aan Excellent, met producties;
  • de conclusie van antwoord van Excellent, met producties.
1.2.
Tegen [gedaagde sub 2] is verstek verleend.
1.3.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 14 juni 2023. [eiser01] was hierbij aanwezig, bijgestaan door mr. C. Erasmus. Namens Excellent was [naam01] (middellijk directeur van Excellent) aanwezig

2.De feiten

2.1.
[eiser01] heeft omstreeks januari 2022 gereageerd op een advertentie op Marktplaats, waarin een Jeep Wrangler Unlimited met het kenteken [kenteken01] (hierna: de Jeep) werd aangeboden door ‘4x4 Off-road experience’. [eiser01] heeft een afspraak gemaakt en is de Jeep gaan bekijken. De aanwezige contactpersoon was [gedaagde sub 2] . [eiser01] heeft vervolgens aangegeven dat hij de Jeep via een leaseconstructie wilde aanschaffen.
2.2.
Tussen ALPHERA Financial Services (een kredietaanbieder/leasemaatschappij, hierna: Alphera), [eiser01] en Excellent is een schriftelijke overeenkomst genaamd “ALPHERA Financial Lease overeenkomst” overeengekomen (hierna: de leaseovereenkomst), die door Alphera is ondertekend op 20 januari 2022 en door [eiser01] en Excellent op 31 januari 2022. In deze leaseovereenkomst is onder andere opgenomen dat Excellent de Jeep met grijs kenteken verkoopt aan [eiser01] onder eigendomsvoorbehoud, waarbij Alphera, na aftrek van een inruilprijs, de koopsom aan Excellent voldoet, en aan [eiser01] een geldlening verstrekt.
2.3.
Excellent heeft een factuur met als datum 13 januari 2022 verzonden aan [eiser01] met betrekking tot de Jeep. Hierin is opgenomen dat de Jeep € 42.500,- bedraagt en is een bedrag opgenomen van € 21.500,- voor de Dodge Ram 1500 van [eiser01] (hierna: de inruilauto), de laatste te vermeerderen met € 4.515,- aan btw.
2.4.
[eiser01] heeft een factuur met als datum 20 januari 2022 verstuurd aan Excellent voor de inruilauto voor een bedrag van € 21.500,- met € 4.515,- aan btw, totaal € 26.015,-.
2.5.
Op 13 oktober 2022 heeft (de toenmalige gemachtigde van) [eiser01] een brief gestuurd aan Excellent waarin hij de koopovereenkomst met betrekking tot de Jeep ontbindt op grond van non-conformiteit, en waarin hij zich subsidiair op het standpunt stelt dat sprake is van dwaling en hij op grond daarvan de koopovereenkomst vernietigt. [eiser01] heeft Excellent vervolgens gevraagd om mee te werken aan het terugnemen van de Jeep en het terugbetalen van de koopprijs.
2.6.
Bij e-mailbericht van 25 oktober 2022 antwoordt Excellent op de brief van [eiser01] . Excellent betwist dat zij de koopovereenkomst met [eiser01] heeft gesloten, en stelt dat ze daarom geen gevolg zal geven aan de sommatie.
2.7.
[eiser01] heeft Excellent bij brief van 29 november 2022 nog een keer aangeschreven en gevraagd gevolg te geven aan de ontbinding. Volgens [eiser01] zijn er nog meer ernstige gebreken aan het licht gekomen en heeft hij de Jeep inmiddels geschorst voor de wegenbelasting en gestald op zijn eigen terrein. [eiser01] heeft daarnaast bij Excellent aanspraak gemaakt op vergoeding van de btw van de inruilauto ten bedrage van € 4.515,-.
2.8.
Bij brief van 16 december 2022 heeft [eiser01] [gedaagde sub 2] gevraagd om gevolg te geven aan de ontbinding en de koopsom terug te betalen. Hierop is door [gedaagde sub 2] niet gereageerd.

3.Het geschil

3.1.
[eiser01] vordert – samengevat – om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
I. voor recht te verklaren dat [eiser01] de overeenkomst (productie 3 bij dagvaarding) per brief van 13 oktober 2022 rechtsgeldig heeft ontbonden en Excellent en/of [gedaagde sub 2] te veroordelen tot terugbetaling van de koopsom van € 42.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente;
II. de overeenkomst te ontbinden per een door de rechtbank nader te bepalen datum en Excellent en/of [gedaagde sub 2] te veroordelen tot terugbetaling van de koopsom van € 42.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente;
Subsidiair
III. voor recht te verklaren dat [eiser01] de overeenkomst per brief van 13 oktober 2022 rechtsgeldig heeft vernietigd en Excellent en/of [gedaagde sub 2] te veroordelen tot terugbetaling van de koopsom van € 42.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente;
IV. de overeenkomst te vernietigen per een door de rechtbank nader te bepalen datum en Excellent en/of [gedaagde sub 2] te veroordelen tot terugbetaling van de koopsom van € 42.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente;
Zowel primair als subsidiair
V. Excellent en/of [gedaagde sub 2] te veroordelen tot betaling aan [eiser01] van:
a. € 4.575,58 aan door [eiser01] gemaakte kosten aan Alphera voor het aangaan van een leaseovereenkomst, te vermeerderen met de wettelijke rente;
b. € 515,- voor de vordering inzake btw, te vermeerderen met de wettelijke rente;
c. € 240,49 voor de kosten voor het plaatsen van een trekhaakkogel, te vermeerderen met de wettelijke rente;
d. € 995,51 voor kosten van onderzoek en aanpassing bedrading en verlichting, te vermeerderen met de wettelijke rente;
e. € 307,- aan kosten van onderzoek en leenauto, te vermeerderen met de wettelijke rente;
f. € 980,10 aan kosten van vervangen hardtop, te vermeerderen met de wettelijke rente;
VI. Excellent en/of [gedaagde sub 2] te veroordelen in de proceskosten, inclusief nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[eiser01] legt aan zijn vorderingen – kort samengevat – ten grondslag dat hij primair een koopovereenkomst annex leaseovereenkomst heeft gesloten met Excellent, en subsidiair met [gedaagde sub 2] . Volgens [eiser01] was hij, gelet op de geconstateerde gebreken, gerechtigd om de koopovereenkomst te ontbinden op grond van de artikelen 7:17, 7:21 en 6:265 BW, dan wel dient de koopovereenkomst door de rechtbank op grond van deze artikelen te worden ontbonden. Subsidiair is [eiser01] van mening dat hij heeft gedwaald, zodat de overeenkomst op grond daarvan door hem is vernietigd (of door de rechtbank moet worden vernietigd). Daarnaast verzoekt [eiser01] om Excellent en/of [gedaagde sub 2] te veroordelen tot het vergoeden van de door [eiser01] betaalde btw, de kosten die hij heeft moeten maken om een auto te leasen, de kosten die hij heeft gemaakt voor onderzoek en herstel aan de Jeep, en de kosten om aanpassingen aan de Jeep te doen.
3.3.
Excellent voert verweer. Excellent betwist dat zij de auto aan [eiser01] heeft verkocht. Zij heeft alleen bemiddeld tussen [eiser01] en [gedaagde sub 2] bij het verkrijgen van een leaseovereenkomst.
3.4.
[gedaagde sub 2] is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet in de procedure verschenen. Tegen [gedaagde sub 2] is om die reden verstek verleend.

4.De beoordeling

4.1.
Omdat Excellent wel in de procedure is verschenen en tegen [gedaagde sub 2] verstek is verleend, wordt op grond van artikel 140 lid 3 Rv tussen alle partijen één vonnis op tegenspraak gewezen. Dit betekent dat [gedaagde sub 2] niet in verzet kan komen tegen dit vonnis. De rechtbank zal hieronder eerst ingaan op de vorderingen van [eiser01] en de verweren van Excellent daartegen. Daarna zullen de vorderingen zoals ingesteld tegen [gedaagde sub 2] worden beoordeeld.
De vorderingen tegen Excellent
Koopovereenkomst met Excellent
4.2.
[eiser01] stelt zich op het standpunt dat de auto niet voldoet aan de overeenkomst (non-conform is), omdat de auto niet beschikt over een grijs kenteken, niet beschikt over vierwielaandrijving, en de auto daarnaast diverse andere gebreken heeft. Zo voldoen de bullbar aan de voorkant, alsmede de verlichting en de bekabeling volgens [eiser01] niet aan de wettelijke eisen. Voordat wordt toegekomen aan de vraag of er een grond is om de koopovereenkomst (buitengerechtelijk) te ontbinden op grond van non-conformiteit of te vernietigen op grond van dwaling, zal eerst moeten worden vastgesteld of [eiser01] een koopovereenkomst heeft gesloten met Excellent, want Excellent betwist dit.
4.3.
[eiser01] heeft in dit kader het volgende toegelicht. Hij is via Marktplaats in contact gekomen met [gedaagde sub 2] die de Jeep te koop aanbood. [eiser01] heeft de Jeep toen gezien bij [gedaagde sub 2] en een proefrit gemaakt met een vergelijkbare auto, omdat in de Jeep nog een nieuwe motor moest. [gedaagde sub 2] kon de Jeep echter niet via een leaseconstructie aan [eiser01] aanbieden, wat [eiser01] wel graag wilde. [gedaagde sub 2] stelde vervolgens voor om Excellent te benaderen om de lease te regelen. Excellent wilde hieraan meewerken en heeft via Alphera geregeld dat [eiser01] de Jeep kon leasen. [eiser01] heeft de inruilauto ook bij Excellent ingeleverd. Volgens [eiser01] moet Excellent de Jeep hebben ingekocht van [gedaagde sub 2] en heeft Excellent vervolgens de Jeep aan hem verkocht. Ter onderbouwing hiervan wijst [eiser01] op de leaseovereenkomst die is ondertekend door Excellent en waarin Excellent als ‘dealer’ wordt genoemd. In deze leaseovereenkomst staat dat de dealer de Jeep verkoopt en levert onder eigendomsvoorbehoud aan [eiser01] (artikel 4.1.) en dat de dealer verklaart dat de Jeep zijn volledige en onbelaste eigendom is op het moment van aangaan van de overeenkomst (artikel 4.2). Daarnaast heeft Excellent op 13 januari 2022 een factuur gestuurd aan [eiser01] met betrekking tot de Jeep, en heeft [eiser01] vervolgens op 20 januari 2022 zijn inruilfactuur aan Excellent verzonden. Volgens [eiser01] heeft hij, gelet hierop, de koopovereenkomst met Excellent gesloten.
4.4.
Excellent betwist dat zij een koopovereenkomst heeft gesloten met [eiser01] met betrekking tot de Jeep en legt hieraan het volgende ten grondslag. Excellent is niet betrokken geweest bij het verkoopproces van de Jeep door [gedaagde sub 2] aan [eiser01] . Pas nadat tussen [gedaagde sub 2] en [eiser01] overeenstemming was bereikt over de Jeep en de inruilwaarde van de inruilauto, is Excellent benaderd om te bemiddelen bij het verkrijgen van een leaseovereenkomst. Hieraan heeft Excellent vervolgens meegewerkt. Excellent heeft wel vaker voor [gedaagde sub 2] bemiddeld en deze gang van zaken wordt door Alphera geaccepteerd. De bedragen die in de leaseovereenkomst zijn opgenomen heeft Excellent van [gedaagde sub 2] of [eiser01] doorgekregen. De Jeep heeft slechts een zeer korte tijd op de bedrijfsvoorraad van Excellent gestaan, omdat Excellent de Jeep ter naam moest stellen van [eiser01] , en een deel van het kentekenbewijs aan Alphera moest afgeven op grond van de leaseovereenkomst. Hierdoor heeft Excellent ook de inruilauto ingenomen. Deze heeft Excellent vervolgens afgestaan aan [gedaagde sub 2] en deze auto is vervolgens weer door [gedaagde sub 2] verkocht. Ook het geld dat Excellent van Alphera heeft ontvangen is door Excellent aan [gedaagde sub 2] gegeven. Volgens Excellent is er dus alleen sprake geweest van bemiddeling, en heeft zij de Jeep niet zelf aan [eiser01] verkocht. Dit blijkt volgens haar ook uit de door [eiser01] overgelegde WhatsApp-berichten, want [eiser01] heeft het hierin elke keer over de afspraken die hij met [gedaagde sub 2] gemaakt heeft, en [eiser01] betwist hierin niet dat Excellent alleen heeft bemiddeld.
4.5.
De rechtbank overweegt als volgt. [eiser01] heeft de leaseovereenkomst overgelegd ter onderbouwing van zijn stelling dat hij een koopovereenkomst met betrekking tot de Jeep met Excellent heeft gesloten. De leaseovereenkomst is echter een drie-partijenovereenkomst die is aangegaan tussen Alphera, [eiser01] en Excellent, omdat [eiser01] de auto bedrijfsmatig wilde leasen. Volgens Excellent heeft zij slechts bemiddeld bij het aangaan van de leaseovereenkomst en zijn in dat kader ook de facturen van 13 en 20 januari 2022 opgesteld. Gelet hierop en gelet op de verklaring van [eiser01] dat Excellent door [gedaagde sub 2] is benaderd omdat [gedaagde sub 2] de leaseconstructie niet kon verzorgen, is de rechtbank van oordeel
dat hoewel in de leaseovereenkomst staat dat Excellent de eigenaar is van de Jeep en deze aan [eiser01] zal leveren, niet alleen naar de tekst van de overeenkomst moet worden gekeken voor de vraag of [eiser01] met Excellent een koopovereenkomst heeft gesloten. Uit het enkele feit dat in de leaseovereenkomst staat opgenomen dat Excellent de Jeep aan [eiser01] heeft verkocht en facturen daartoe zijn opgemaakt, volgt dus niet per definitie dat tussen Excellent en [eiser01] een koopovereenkomst met betrekking tot de Jeep is gesloten. Dit betekent dat voor de vraag met wie [eiser01] de koopovereenkomst heeft gesloten ook moet worden gekeken naar de andere omstandigheden.
4.6.
Uit de toelichting van partijen volgt dat [gedaagde sub 2] degene is geweest die de auto te koop aanbood op Marktplaats, dat [eiser01] met [gedaagde sub 2] contact heeft gehad over de Jeep, dat [eiser01] de Jeep bij [gedaagde sub 2] heeft bekeken en dat [eiser01] de Jeep heeft gekocht voor de door [gedaagde sub 2] gevraagde prijs, en met [gedaagde sub 2] afspraken heeft gemaakt over de staat van de Jeep. De rechtbank kan [eiser01] niet volgen in zijn standpunt dat hij wel met Excellent heeft onderhandeld over de inruilprijs van de inruilauto, omdat [eiser01] dit onvoldoende heeft onderbouwd. Dit blijkt bijvoorbeeld niet uit de WhatsApp-conversatie tussen [naam02] van Excellent en [eiser01] , terwijl uit de door Excellent overgelegde WhatsApp-conversatie tussen [eiser01] en [gedaagde sub 2] wel volgt dat [eiser01] het met [gedaagde sub 2] over de inruilprijs heeft gehad. De Jeep is voorts ook door [gedaagde sub 2] aangeleverd. Gelet hierop wordt het ervoor gehouden dat alle onderhandelingen over de Jeep (dus zowel over de prijs als over de Jeep zelf) tussen [eiser01] en [gedaagde sub 2] hebben plaatsgevonden.
4.7.
Daarnaast volgt uit de door Excellent overgelegde WhatsApp-conversatie tussen [gedaagde sub 2] en [eiser01] dat [eiser01] zich niet tot Excellent, maar telkens tot [gedaagde sub 2] wendt als er problemen zijn met de Jeep. [eiser01] zoekt [gedaagde sub 2] ook een keer thuis op als hij wederom problemen aan de Jeep heeft ontdekt. Tussen [eiser01] en [naam02] van Excellent worden wel WhatsApp-berichten gewisseld, maar die berichten zien op het tot stand brengen van de leaseovereenkomst. Pas als [gedaagde sub 2] niet meer reageert op [eiser01] , neemt [eiser01] contact op met Excellent, zoals op 12 februari 2022 (als [gedaagde sub 2] , na onenigheid over werkzaamheden die hij zou verrichten aan de Jeep, niet meer reageert op berichten van [eiser01] ) en op 10 maart 2022 (nadat [gedaagde sub 2] op 8 maart 2022 [eiser01] heeft geblokkeerd op WhatsApp). Evenmin is gebleken dat [eiser01] Excellent heeft aangeschreven met het verzoek om de gebreken te herstellen.
4.8.
Voorts is uit de WhatsApp-conversatie tussen [naam02] van Excellent en [eiser01] op te maken dat Excellent meerdere keren tegen [eiser01] heeft gezegd dat zij de auto niet aan [eiser01] heeft verkocht, maar slechts heeft bemiddeld, omdat de lease anders niet geregeld kon worden (op 13-02-2022 om 17:01:38 uur, op 16-03-2022 om 10:53:13 uur en op 20-10-2022 om 17:51:19 uur). [eiser01] reageert hier niet op in de WhatsApp-conversatie en betwist dit (dus) niet.
4.9.
Tegen de achtergrond van wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat het op de weg van [eiser01] had gelegen om nader te onderbouwen dat hij een koopovereenkomst met Excellent heeft gesloten, en er geen sprake is geweest van bemiddeling. Dat heeft [eiser01] niet gedaan, zodat niet is komen vast te staan dat [eiser01] met Excellent een koopovereenkomst heeft gesloten met betrekking tot de Jeep. Dit betekent dat er geen grond is om de primaire en subsidiaire vorderingen onder I tot en met IV toe te wijzen tegen Excellent, zodat deze zullen worden afgewezen.
Vorderingen onder V
4.10.
Onder V heeft [eiser01] een aantal verschillende bedragen gevorderd. Excellent heeft de vordering van een bedrag van € 515,- aan btw (waarop [eiser01] stelt nog recht te hebben na de inruil van de inruilauto) niet betwist, zodat Excellent veroordeeld zal worden om dit bedrag aan [eiser01] te betalen. De hierover gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf de dag van dagvaarding aan Excellent tot aan de dag van algehele voldoening.
De rechtbank is verder van oordeel dat er vanwege het ontbreken van een koopovereenkomst tussen Excellent en [eiser01] geen grond is om de andere vorderingen onder V toe te wijzen. Deze vorderingen zullen daarom worden afgewezen.
Proceskosten
4.11.
De rechtbank ziet aanleiding om de proceskosten tussen [eiser01] en Excellent te compenseren, omdat partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld.
Uitvoerbaar bij voorraad
4.12.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).
Vorderingen tegen [gedaagde sub 2]
4.13.
De vorderingen van [eiser01] tegen [gedaagde sub 2] – als partij tegen wie verstek is verleend – kunnen worden toegewezen als deze de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen. Gelet op wat hiervoor is overwogen, en aangezien [gedaagde sub 2] niet is verschenen, gaat de rechtbank er daarbij vanuit dat tussen [eiser01] en [gedaagde sub 2] een koopovereenkomst is gesloten met betrekking tot de Jeep.
Ontbinding koopovereenkomst
4.14.
[eiser01] vordert voor recht te verklaren dat hij de koopovereenkomst met [gedaagde sub 2] bij brief van 13 oktober 2022 buitengerechtelijk heeft ontbonden, dan wel dat de koopovereenkomst door de rechtbank in deze procedure wordt ontbonden. Op grond van artikel 7:22 BW mag [eiser01] echter de koopovereenkomst pas ontbinden nadat [gedaagde sub 2] de kans heeft gekregen om de gebreken te herstellen of te vervangen en [gedaagde sub 2] hierop niet heeft gereageerd of niet tot herstel is overgegaan. Op grond van artikel 6:265 lid 2 BW bestaat de mogelijkheid van ontbinding voorts pas als sprake is van verzuim. De rechtbank is van oordeel dat [eiser01] onvoldoende heeft gesteld dat hij [gedaagde sub 2] voldoende in de gelegenheid heeft gesteld om gebreken te herstellen of te vervangen, of deugdelijk in gebreke heeft gesteld. Dit leidt tot de conclusie dat er geen grond is voor (buitengerechtelijke) ontbinding van de koopovereenkomst, zodat de primaire vorderingen onder I en II zullen worden afgewezen.
Dwaling
4.15.
[eiser01] vraagt subsidiair onder III om voor recht te verklaren dat hij de overeenkomst met [gedaagde sub 2] per 13 oktober 2022 rechtsgeldig heeft vernietigd op grond van dwaling, en dat [gedaagde sub 2] veroordeeld wordt om de koopsom van € 42.500,- terug te betalen. Hieraan legt [eiser01] ten grondslag dat hij de overeenkomst op 13 oktober 2022 heeft vernietigd op grond van dwaling, omdat de Jeep, in tegenstelling tot wat was overeengekomen, niet over vierwielaandrijving beschikte en geen grijs kenteken bezat of kon krijgen. Ook bleek volgens [eiser01] dat de bullbar aan de voorkant, alsmede de verlichting en de bekabeling, niet aan de wettelijke eisen voldeden. De rechtbank komt de vordering tot verklaring voor recht niet ongegrond of onrechtmatig voor, zodat deze zal worden toegewezen. Dit betekent dat [gedaagde sub 2] ook het bedrag van € 42,500,- zal moeten terugbetalen aan [eiser01] . De door [gedaagde sub 2] gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf 13 oktober 2022 tot aan de dag van algehele voldoening. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank niet toe aan de vordering onder IV.
Vorderingen onder V
4.16.
Omdat Excellent hiervoor al is veroordeeld om een bedrag van € 515,- aan btw te betalen aan [eiser01] , is er geen grond om ook [gedaagde sub 2] te veroordelen dit bedrag aan [eiser01] te betalen. [eiser01] vordert daarnaast dat (Excellent en/of) [gedaagde sub 2] wordt veroordeeld om zijn andere kosten te betalen ten bedrage van € 4.575,58 (kosten die aan Alphera zijn betaald voor het aangaan van een leaseovereenkomst), € 240,49 (kosten voor plaatsen van een trekhaakkogel), € 995,51 (kosten voor onderzoek en aanpassing van bedrading en verlichting), € 307,- (kosten voor onderzoek en leenauto) en € 980,10 (kosten voor vervangen van de hardtop). De rechtbank is van oordeel dat deze vorderingen ten aanzien van [gedaagde sub 2] niet ongegrond of onrechtmatig voorkomen, zodat [gedaagde sub 2] veroordeeld zal worden tot betaling van een totaalbedrag van € 7.098,68 aan [eiser01] . Enerzijds hangen deze kosten samen met de vernietiging van de overeenkomst, anderzijds hangen zij samen met de door [gedaagde sub 2] verkochte Jeep. De wettelijke rente is eveneens toewijsbaar. Omdat niet is gesteld per wanneer de wettelijke rente opeisbaar is geworden, zal deze worden toegewezen vanaf de dag van het uitbrengen van de dagvaarding aan [gedaagde sub 2] tot aan de dag van algehele voldoening.
Proceskosten
4.17.
[gedaagde sub 2] krijgt voor het grootste deel ongelijk, zodat [gedaagde sub 2] de proceskosten van [eiser01] moet betalen (artikel 237 Rv). [gedaagde sub 2] zal worden veroordeeld om aan [eiser01] te betalen de dagvaardingskosten van € 128,94 inclusief btw (de kosten DBR zijn slechts toewijsbaar tot een bedrag van € 0,52 exclusief btw, zodat het meerdere zal worden afgewezen), € 1.301.- aan griffierecht en € 1.183,- aan salaris voor de advocaat (1 punt voor de dagvaarding). Dit is in totaal € 2.612,94. Voor kosten die [eiser01] maakt na deze uitspraak moet [gedaagde sub 2] een bedrag betalen van € 173,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853). De wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen als hierna vermeld.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
4.18.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

5.De beslissing

De rechtbank
ten aanzien van Excellent
5.1.
veroordeelt Excellent om aan [eiser01] een bedrag van € 515,- te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 15 februari 2023 tot aan de dag van algehele voldoening;
5.2.
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
5.4.
wijst al het anders gevorderde af;
ten aanzien van [gedaagde sub 2]
5.5.
verklaart voor recht dat [eiser01] de overeenkomst met [gedaagde sub 2] per brief van 13 oktober 2022 rechtsgeldig heeft vernietigd;
5.6.
veroordeelt [gedaagde sub 2] om aan [eiser01] te betalen € 42.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 13 oktober 2022 tot aan de dag van algehele voldoening;
5.7.
veroordeelt [gedaagde sub 2] om aan [eiser01] te betalen € 7.098,68, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 14 februari 2023 tot aan de dag van algehele voldoening;
5.8.
veroordeelt [gedaagde sub 2] in de proceskosten, die aan de kant van [eiser01] tot vandaag worden vastgesteld op € 2.612,94, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag nadat dit vonnis is betekend tot de dag van algehele voldoening;
5.9.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.10.
wijst al het anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. E. van Schouten en in het openbaar uitgesproken op 2 augustus 2023.
3120