Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
gedaagde sub 1,
[persoon01],
[persoon02],
1.De procedure
- de dagvaarding van 5 juli 2022, met producties 1 tot en met 12;
- de conclusie van antwoord van Provaart, met producties P-1 tot en met P-5;
- de conclusie van antwoord van [naam V.O.F.01] c.s., met productie 1;
- de oproepingsbrief van 5 december 2022 van deze rechtbank op grond waarvan partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling;
- de spreekaantekeningen van mr. [naam V.O.F.01] en mr. Jumelet (mr. Eckoldt heeft tijdens de mondelinge behandeling geen spreekaantekeningen overgelegd);
- het verhandelde ter mondelinge behandeling van 7 maart 2023.
2.De feiten
Paragraaf 9(…)
3.Het geschil
4.De beoordeling
Inleiding
Voor hetduwen[onderstreping rechtbank]
en verlenen van alle andere diensten aan boord van duwbakken/duweenheden (…)” . Zij stelt dat doorslaggevend is dat het kraanponton is geduwd en niet is gesleept. Het kraanponton beschikt niet over een eigen voortstuwing of besturing, had geen eigen bemanning en mocht volgens het certificaat ook niet worden gesleept. Het kraanponton kon alleen verplaatst worden door te worden geduwd. Het kraanponton en de “ [naam vaartuig01] ” hebben gekoppeld gevaren en moeten voor het verplaatsen op 9 december 2020 worden gelijkgesteld met een duweenheid waarvoor de Algemene Duwconditiën van toepassing zijn. Drijvend c.s. stelt dat de Algemene Duwconditiën niet beperkt zijn tot alleen het duwen of verlenen van diensten aan boord van traditionele duwbakken maar dat de toepasselijkheid daarvan zich ook uitstrekt tot het duwen van andere drijvende voorwerpen, zoals een ponton (Iduna/Zeester, Hof Amsterdam 25 maart 1993, ECLI:NL:GHAMS:1993:AJ2822, S&S 1994/65) en een tot elevatorbak omgebouwd sleepschip (Hinte/Zandexpres, Rechtbank Rotterdam 1 juli 1994, ECLI:NL:RBROT:1994:AJ2880, S&S 1995/31). Hoewel in de tekst onder e van paragraaf 9 AV expliciet het woord ‘kranen’ is genoemd, is volgens Drijvend c.s. aldus de wijze van transport (in dit geval duwen) doorslaggevend voor het vaststellen van de toepasselijke condities.
“Voor slepen en assisteren van, en het verlenen van diensten aan drijvende voorwerpen als bokken, bakken, elevators,kranen[onderstreping rechtbank]
enz.”. Zij stellen dat het voorwerp de bepalende factor is en dat ‘kranen’ expliciet onder e wordt genoemd. Bepalend is niet of er is geduwd of gesleept. Het kraanponton is ook niet gelijk te stellen met een duwbak: het is een kraanschip zonder ladingtanks of laadruimen en is niet bestemd voor vervoer van goederen. Het verplaatsen van voorwerpen zoals een kraan is een ‘andere tak van sport’ dan het verplaatsen van een duwbak en brengt meer risico’s met zich mee. De toepasselijkheid van de Algemene Sleepconditiën ligt daarom meer voor de hand dan de Algemene Duwconditiën. Drijvend c.s. en [naam V.O.F.01] c.s. wijzen er nog op dat uit de considerans van de Algemene Sleepconditiën uitdrukkelijk blijkt dat deze voorwaarden ook voor duwen gelden.
2.366,00(2,0 punten × tarief € 1.183,00)
2.366,00(2,0 punten × tarief € 1.183,00)