Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 juni 2023, met producties 1 tot en met 10;
- de conclusie van antwoord.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, vordert de man dat de vrouw haar medewerking verleent aan de verkoop en overdracht van hun gezamenlijk eigendom, een woning in Capelle aan den IJssel. De partijen, die een affectieve relatie hebben gehad en samen ouders zijn van een dochter, zijn na de beëindiging van hun relatie gezamenlijk eigenaar van de woning gebleven. De man stelt dat hij een nieuwe relatie heeft en elders een woning wil kopen, en dat de verkoop van de woning daarom dringend is. De vrouw verzet zich tegen de vordering en stelt dat de man geen spoedeisend belang heeft, omdat hij geen feiten heeft aangedragen die de noodzaak van een onmiddellijke voorziening onderbouwen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 17 juli 2023 is gebleken dat de man de vereiste spoedeisendheid niet heeft gemotiveerd in zijn dagvaarding. Hij heeft pas tijdens de zitting aangegeven dat de woning moet worden verkocht om verder te kunnen met zijn leven, maar deze stelling is niet feitelijk onderbouwd. De vrouw heeft daarentegen een zwaarwegend belang om in de woning te blijven wonen, zodat hun dochter haar middelbare schooltijd op dezelfde school kan afmaken. De voorzieningenrechter concludeert dat de man onvoldoende spoedeisend belang heeft aangetoond voor zijn vorderingen, waardoor deze worden afgewezen. Tevens wordt de proceskostencompensatie toegewezen, gezien de affectieve relatie tussen partijen.
Het vonnis is op 31 juli 2023 uitgesproken door mr. P. de Bruin.