ECLI:NL:RBROT:2023:6840

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 juli 2023
Publicatiedatum
31 juli 2023
Zaaknummer
10156272 / CV EXPL 22-32188
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woning wegens overlast door huurder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Maasdelta Groep en een huurder, aangeduid als [gedaagde01]. De eiseres, Maasdelta Groep, heeft de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning geëist, omdat de huurder ernstige en langdurige overlast zou veroorzaken voor omwonenden en medewerkers van Maasdelta Groep. De overlast bestond uit schreeuwen, schelden, verbale agressie, intimidatie en geluidsoverlast. Maasdelta Groep heeft geprobeerd de huurder te ondersteunen en hulp te bieden, maar zonder resultaat.

De huurder betwistte de vordering van Maasdelta Groep en stelde dat hij geen huurovereenkomst met hen had, maar met een andere stichting. De kantonrechter oordeelde echter dat Maasdelta Groep ontvankelijk was in haar eis, omdat de andere stichting door een fusie was opgegaan in Maasdelta Groep. De rechter concludeerde dat de huurder tekort was geschoten in zijn verplichtingen als huurder, wat de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde.

De kantonrechter heeft de huurder veroordeeld om de woning binnen zes maanden na de uitspraak te ontruimen, in plaats van de door Maasdelta Groep gevraagde termijn van veertien dagen. Dit was gebaseerd op het feit dat de huurder momenteel geen overlast veroorzaakte en hulp kreeg bij het zoeken naar vervangende woonruimte. De huurder werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Maasdelta Groep, die in totaal € 653,43 bedroegen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de uitspraak onmiddellijk effect heeft, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10156272 / CV EXPL 22-32188
datum uitspraak: 21 juli 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting Maasdelta Groep,
statutair gevestigd in Spijkenisse,
eiseres,
gemachtigde: mr. J.P.M. Borsboom te Rotterdam,
tegen
[gedaagde01],
wonende in [woonplaats01] ,
gedaagde,
die eerst werd bijgestaan door gemachtigde mr. M.Y. van Oel te Rotterdam,
die inmiddels zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Maasdelta Groep’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 13 oktober 2022, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de brief van 26 mei 2023 van Maasdelta Groep, met een bijlage.
1.2.
Op 6 juni 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren namens Maasdelta Groep mevrouw [naam01] (bedrijfsjurist) en de heer [naam02] (senior woonconsulent) aanwezig, bijgestaan door mr. M.J.P. Peters namens de gemachtigde van Maasdelta Groep. Verder was [gedaagde01] aanwezig. [gedaagde01] heeft tijdens de mondelinge behandeling een brief van mevrouw [naam03] (cliëntondersteuner bij Stichting MEE) aan de kantonrechter overhandigd. De kantonrechter heeft deze brief aan het procesdossier toegevoegd.
1.3.
Op 19 juni 2023 is de mondelinge behandeling voortgezet. Daarbij was namens Maasdelta Groep mevrouw [naam01] voornoemd aanwezig, bijgestaan door mr. Peters voornoemd. Verder was – op verzoek van de kantonrechter – mevrouw [naam03] aanwezig. [gedaagde01] is niet verschenen.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[gedaagde01] huurt sinds 13 juli 2002 de sociale huurwoning aan de [adres01] ( [postcode01] ) in [woonplaats01] van Maasdelta Groep. Volgens Maasdelta Groep veroorzaakt [gedaagde01] door zijn gedrag en houding ernstige en langdurige overlast voor omwonenden, medewerkers van Maasdelta Groep en door Maasdelta Groep ingeschakelde derden. De overlast bestaat uit schreeuwen, schelden, (verbale) agressie en intimiderend gedrag, (doods)bedreigingen en geluidsoverlast. Volgens Maasdelta Groep schiet [gedaagde01] door zijn gedrag en houding tekort in de nakoming van de huurovereenkomst en is tevergeefs langdurig geprobeerd om [gedaagde01] hulp en ondersteuning te bieden om zijn gedrag en houding te verbeteren en de overlast te stoppen. Daarom eist Maasdelta Groep in deze procedure dat de huurovereenkomst wordt ontbonden en dat [gedaagde01] wordt veroordeeld om de woning binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen. [gedaagde01] is het hier niet mee eens. In de eerste plaats vindt [gedaagde01] dat Maasdelta Groep niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat hij geen huurovereenkomst met Maasdelta Groep heeft gesloten maar met Stichting Woontrefpunt [eiser01] Hellevoetsluis. [gedaagde01] betwist verder dat de algemene huurvoorwaarden van toepassing zijn. Tot slot is [gedaagde01] van mening dat de door Maasdelta Groep gestelde overlast de ontbinding van de huurovereenkomst niet rechtvaardigt, zodat de eis van Maasdelta Groep moet worden afgewezen.
De kantonrechter ontbindt de huurovereenkomst en veroordeelt [gedaagde01] om de woning binnen zes maanden na de datum van dit vonnis te ontruimen, omdat Maasdelta Groep gelijk heeft. Hierna wordt uitgelegd waarom.
Maasdelta Groep is ontvankelijk.
2.2.
Het klopt dat [gedaagde01] in 2002 een huurovereenkomst met Stichting Woontrefpunt [eiser01] Hellevoetsluis heeft gesloten. Maar uit het door Maasdelta Groep overgelegde uittreksel van de Kamer van Koophandel (bijlage 20) blijkt dat die stichting door middel van een juridische fusie is opgegaan in Maasdelta Groep. Daarmee is Maasdelta Groep de verhuurder van de woning van [gedaagde01] geworden. Maasdelta Groep is dan ook ontvankelijk in haar eis.
De huurovereenkomst wordt ontbonden en [gedaagde01] moet de woning ontruimen.
2.3.
[gedaagde01] heeft niet (gemotiveerd) weersproken dat hij over een lange periode tegen omwonenden, medewerkers van Maasdelta Groep en door Maasdelta Groep ingeschakelde derden heeft geschreeuwd en gescholden, dat hij zich tegenover hen (verbaal) agressief en intimiderend heeft gedragen, dat hij naar hen (doods)bedreigingen heeft geuit en dat hij geluidsoverlast heeft veroorzaakt. Het kan in het midden blijven of de algemene huurvoorwaarden van Maasdelta Groep van toepassing zijn, omdat de hiervoor genoemde gedragingen in ieder geval maken dat [gedaagde01] tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichting om zich als een goed huurder te gedragen (artikel 7:213 BW). De tekortkoming van [gedaagde01] is naar het oordeel van de kantonrechter, mede gelet op de duur daarvan en de vergeefse inspanningen van Maasdelta Groep om hier verandering in aan te brengen, van voldoende gewicht om de huurovereenkomst te ontbinden. Het belang van [gedaagde01] om in de woning te kunnen blijven wonen, weegt niet op tegen het belang van Maasdelta Groep om het woongenot van omwonenden te (blijven) beschermen en te zorgen voor een veilig werkklimaat voor haar eigen medewerkers en door haar ingeschakelde derden. Van Maasdelta Groep kan niet worden gevergd dat zij de huurovereenkomst met [gedaagde01] voortzet. Het moet [gedaagde01] gelet op de vele waarschuwingen van en gesprekken met Maasdelta Groep ook duidelijk zijn geweest dat Maasdelta Groep zijn ontoelaatbare gedrag niet zou tolereren. De kantonrechter weegt ook mee dat de vrees voor herhaling gerechtvaardigd is. [gedaagde01] heeft zich niet (opnieuw) onder behandeling laten stellen. Weliswaar is er op dit moment geen overlast maar dat komt omdat [gedaagde01] nu ieder contact uit de weg gaat. Dat kan niet blijvend doorgaan, alleen al niet omdat Maasdelta Groep contact met bewoners moet kunnen hebben in verband met het onderhoud van de woning. Uit niets is gebleken dat [gedaagde01] zich bij een confrontatie met omwonenden, medewerkers van Maasdelta Groep of door hen in te schakelen derden zal onthouden van het hiervoor genoemde onacceptabele gedrag. De kantonrechter zal de huurovereenkomst daarom ontbinden en [gedaagde01] veroordelen om de woning te ontruimen.
2.4.
Ten aanzien van de termijn waarbinnen [gedaagde01] de woning moet ontruimen, overweegt de kantonrechter het volgende. Maasdelta Groep eist ontruiming binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis. De kantonrechter ziet echter aanleiding om de ontruimingstermijn te bepalen op zes maanden na de datum van dit vonnis. Dit heeft ermee te maken dat [gedaagde01] op dit moment geen overlast veroorzaakt en hij bovendien hulp krijgt van Stichting MEE bij het zoeken naar vervangende woonruimte, waarbij ook beschermd wonen en ambulante begeleiding als opties worden onderzocht. Mevrouw [naam03] heeft tijdens de voortzetting van de mondelinge behandeling gezegd dat het circa een half jaar kan duren voordat [gedaagde01] eventueel beschermd zou kunnen gaan wonen. De kantonrechter zal die termijn daarom aanhouden als ontruimingstermijn. Onder deze omstandigheden weegt het belang van [gedaagde01] om nog enige tijd in de woning te kunnen blijven wonen, zodat hij tijd en gelegenheid heeft om samen met Stichting MEE en eventuele andere hulpverlening vervangende woonruimte te zoeken, zwaarder dan het belang van Maasdelta Groep om de woning zo snel mogelijk te kunnen ontruimen.
[gedaagde01] moet de proceskosten van Maasdelta Groep betalen.
2.5.
[gedaagde01] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Maasdelta Groep tot vandaag vast op € 127,43 aan dagvaardingskosten, € 128,00 aan griffierecht en € 398,00 aan salaris voor de gemachtigde (twee punten x € 199,00). Dit is in totaal € 653,43. Voor kosten die Maasdelta Groep maakt na deze uitspraak moet [gedaagde01] een bedrag betalen van € 99,50. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (zie de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juni 2022, gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2022:853).
Uitvoerbaarheid bij voorraad.
2.6.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen en veroordeelt [gedaagde01] om binnen zes maanden na de datum van dit vonnis de woning aan het adres [adres01] ( [postcode01] ) in [woonplaats01] te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege [gedaagde01] bevinden en de woning met alle sleutels ter beschikking van Maasdelta Groep te stellen;
3.2.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, die aan de kant van Maasdelta Groep tot vandaag worden vastgesteld op € 653,43;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout en in het openbaar uitgesproken.
38671