ECLI:NL:RBROT:2023:6838

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 juli 2023
Publicatiedatum
31 juli 2023
Zaaknummer
10089758 / CV EXPL 22-27751
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindvonnis na bewijslevering in civiele procedure tussen Infomedics B.V. en gedaagde over betaling van factuur

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft de kantonrechter op 28 juli 2023 een eindvonnis gewezen in de zaak tussen Infomedics B.V. en een gedaagde die zelf procedeert. Infomedics, vertegenwoordigd door Yards Deurwaardersdiensten B.V., vorderde betaling van een factuur van 11 oktober 2021 ter hoogte van € 424,36. De gedaagde had eerder in het tussenvonnis van 12 mei 2023 de mogelijkheid gekregen om bewijs te leveren dat haar zorgverzekeraar de volledige factuur van € 1.285,12 had vergoed aan Dental Dentia. Echter, de gedaagde is hierin niet geslaagd, omdat zij geen nieuwe bewijsstukken heeft overgelegd en enkel een ongedocumenteerde bewering deed over een telefonische bevestiging van haar zorgverzekeraar.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet in haar bewijsopdracht is geslaagd en dat zij de factuur van € 424,36 aan Infomedics moet betalen. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten van € 63,65 en wettelijke rente. De proceskosten aan de zijde van Infomedics werden vastgesteld op € 515,22, inclusief dagvaardingskosten, griffierecht en salaris voor de gemachtigde. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Infomedics het vonnis kan laten uitvoeren voordat het eventueel in hoger beroep wordt aangevochten.

Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. drs. D.L. Spierings, die de zaak heeft behandeld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10089758 / CV EXPL 22-27751
datum uitspraak: 28 juli 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Infomedics B.V.,
statutair gevestigd in Almere,
eiseres,
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten B.V. te Almere,
tegen
[gedaagde01],
wonende in [woonplaats01] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Infomedics’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het tussenvonnis van 13 januari 2023, waarin een mondelinge behandeling is gelast, en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
  • het tussenvonnis van 12 mei 2023 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
  • de aantekeningen van het mondelinge verweer van [gedaagde01] ;
  • de antwoordakte van Infomedics;
  • de e-mail van 26 juni 2023 van [gedaagde01] .

2.De verdere beoordeling

[gedaagde01] moet de factuur van 11 oktober 2021 à € 424,36 aan Infomedics betalen.
2.1.
In het tussenvonnis van 12 mei 2023 heeft de kantonrechter [gedaagde01] toegelaten tot het leveren van bewijs van haar stelling dat haar zorgverzekeraar de volledige factuur van 11 oktober 2021 ten bedrage van € 1.285,12 aan Dental Dentia heeft vergoed.
2.2.
[gedaagde01] is niet geslaagd in haar bewijsopdracht. [gedaagde01] heeft namelijk geen nieuwe stukken meer in het geding gebracht en volstaan met de stelling dat een medewerker van haar zorgverzekeraar telefonisch tegen haar heeft gezegd dat alle bedragen zijn betaald, terwijl in het tussenvonnis al is geoordeeld dat uit de op dat moment door [gedaagde01] in het geding gebrachte stukken niet kan worden opgemaakt of de door Dental Dentia bij de zorgverzekeraar van [gedaagde01] gedeclareerde bedragen ook daadwerkelijk volledig door die zorgverzekeraar aan Dental Dentia zijn vergoed (zie overweging 2.6. van het tussenvonnis van 12 mei 2023). In haar e-mail van 26 juni 2023 schrijft [gedaagde01] dat zij “de gevraagde nota van 10 sept 2021 ontvangen van de verzekeraar” als bijlage bij die e-mail meestuurt, maar er is niet daadwerkelijk een bijlage bij die e-mail gevoegd. De kantonrechter kan daarom geen rekening houden met de e-mail van 26 juni 2023, nog los van de omstandigheid dat [gedaagde01] op 26 juni 2023 niet meer in de gelegenheid was om stukken in het geding te brengen; de kantonrechter had namelijk al bepaald dat er vonnis zou worden gewezen en dat er geen stukken meer konden worden opgestuurd.
2.3.
Omdat [gedaagde01] niet in haar bewijsopdracht is geslaagd, moet de kantonrechter er in deze zaak vanuit gaan dat [gedaagde01] de factuur van 11 oktober 2021 van € 424,36 nog aan Infomedics moet betalen en daartoe veroordeelt de kantonrechter [gedaagde01] daarom ook.
De vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente.
2.4.
De vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van € 63,65 wordt toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW). De wettelijke rente - waaronder een bedrag van € 6,53 aan wettelijke rente berekend tot 18 augustus 2022 - wordt ook toegewezen, omdat Infomedics genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde01] dat niet heeft betwist.
[gedaagde01] moet de proceskosten van Infomedics betalen.
2.5.
[gedaagde01] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Infomedics tot vandaag vast op € 107,22 aan dagvaardingskosten, € 128,00 aan griffierecht en € 280,00 aan salaris voor de gemachtigde (3,5 punt x € 80,00). Dit is in totaal € 515,22. Voor kosten die Infomedics maakt na deze uitspraak moet [gedaagde01] een bedrag betalen van € 40,00. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (zie de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juni 2022, gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2022:853). De wettelijke rente over de proceskosten wordt ook toegewezen.
Uitvoerbaarheid bij voorraad.
2.6.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Infomedics te betalen € 494,54 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 424,36 vanaf 18 augustus 2022 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, die aan de kant van Infomedics tot vandaag worden vastgesteld op € 515,22 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag nadat dit vonnis is betekend tot de dag dat volledig is betaald;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. D.L. Spierings en in het openbaar uitgesproken.
38671