Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 2 december 2022 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de mondelinge en schriftelijke reactie van [gedaagde01] , met bijlagen;
- de akte uitlating van [eiser01] , met bijlagen;
- de rolbeslissing van 26 mei 2023;
- de antwoordakte van [gedaagde01] .
2.De verdere beoordeling
nietstond ingeschreven op het adres [adres01] ( [postcode01] ) in Rotterdam: wat bedoelt [gedaagde01] dan met zijn mondelinge opmerking bij antwoord dat hij geschrokken was van de brief van de gemachtigde van [eiser01] die hij ineens ontving? De enige brief van die gemachtigde is namelijk de aangetekende brief van 1 april 2022 aan het hiervoor genoemde adres (bijlage 3 bij de dagvaarding).
3.De beslissing
woensdag 9 augustus 2023moeten laten weten op welke ochtenden/middagen in de maanden september, oktober en november 2023 zij echt niet naar een zitting kunnen komen en hun e-mailadres moeten opgeven;