Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 117 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 100 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, alsmede oplegging van een ambulante behandelverplichting;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 180 uur, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 117 (honderd zeventien) dagen;
100 (honderd) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
60 (zestig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
30 (dertig) dagen;
370,84 (zegge: driehonderdzeventig euro en vierentachtig cent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 april 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij01] te betalen
€ 370,84(hoofdsom,
zegge: driehonderdzeventig euro en vierentachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 april 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 370,84 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van maximaal
7 (zeven) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;