ECLI:NL:RBROT:2023:6658

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 juli 2023
Publicatiedatum
27 juli 2023
Zaaknummer
10/174498-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor invoer en handel in cocaïne met niet-ambtelijke corruptie

Op 28 juli 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1982, die zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de invoer van grote hoeveelheden cocaïne en niet-ambtelijke corruptie. De verdachte is veroordeeld voor het invoeren van 105 kilo cocaïne via Schiphol, 74 kilo via de haven van Antwerpen en het voorbereiden van de invoer van 1329 kilo cocaïne. Daarnaast is hij schuldig bevonden aan niet-ambtelijke omkoping van medewerkers van een rederij en een luchthaven. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een leidende rol had in de criminele activiteiten en dat zijn betrokkenheid bij de invoer van cocaïne en de corruptie niet te ontkennen viel. De verdachte ontkende de beschuldigingen, maar de rechtbank achtte het bewijs, waaronder Sky-chats, overtuigend. De rechtbank legde een gevangenisstraf van zeven jaar op, met aftrek van voorarrest, en verklaarde verschillende in beslag genomen voorwerpen verbeurd. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact van de drugshandel op de volksgezondheid.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/174498-22
Datum uitspraak: 28 juli 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1982,
niet ingeschreven in de basisregistratie personen,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [naam PI01] , locatie [detentielocatie01] ,
raadsman mr. S.L.J. Janssen, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 14 juli 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H.A. van Wijk heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 (invoer van 105 kilo cocaïne in de periode 2 juni 2020 – 28 juni 2020 [zaaksdossier Vliegtuig]; invoer van 74 kilo cocaïne in de periode 9 december 2020 – 12 december 2020 [zaaksdossier Handdruk]; invoer van 1329 kilo cocaïne in de periode 9 januari 2021 – 17 februari 2021 [zaaksdossier Poeroet]), 3, 4 en 5 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaar met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Voorafgaande overweging
De verdachte is in eerste instantie gedagvaard tegen de terechtzitting van 7 november 2022: hem was toen alleen het feit ten laste gelegd dat nadien op de dagvaarding nummer 1 heeft gekregen (parketnummer 10/174498-22). Ter terechtzitting heeft de officier van justitie aangegeven dat het de bedoeling was door middel van een parallelle dagvaarding ook de feiten 2 tot en met 5 aan verdachte ten laste te leggen, maar dat die beoogde tweede dagvaarding door omstandigheden niet was uitgegaan. Voorafgaand aan de terechtzitting van 23 januari 2023 is de verdachte alsnog gedagvaard ter zake van de feiten 2 tot en met 5 (parketnummer 10/297026-22). Bij tussenbeslissing van 6 februari 2023 zijn de zaken gevoegd en de feiten hernummerd. Op het eerste gezicht is aldus onder 1 (medeplegen van) de invoer van cocaïne ten laste gelegd en onder 2 cumulatief (medeplegen van) voorbereiding van die invoer. Dat is in de rechtspraak van de Hoge Raad ook toelaatbaar geoordeeld; vgl. HR 29 april 1997,
NJ1997/665. De omstandigheid dat thans veelal eendaadse samenloop moet worden aangenomen (HR 20 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1114) doet daaraan niet af, integendeel. Ter terechtzitting van 14 juli 2023 heeft de officier van justitie echter te kennen gegeven dat de onder 2 ten laste gelegde voorbereidingshandelingen ex art. 10A Opiumwet als subsidiair ten opzichte van de onder 1 ten laste gelegde invoer moet worden opgevat. Dat zal de rechtbank dan ook doen, hoewel het voor de hand had gelegen wijzing van de tenlastelegging van feit 1 te vorderen en de rechtbank het op prijs had gesteld dat hieromtrent eerder zou zijn gecommuniceerd met rechtbank en verdediging.
4.2.
Invoer van 105, 150 en 1.329 kilogram cocaïne (feit 1) dan wel de voorbereidingshandelingen daartoe (feit 2).
Zaakoverstijgend
4.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie acht primair wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich als medepleger schuldig heeft gemaakt aan alle gedachtestreepjes van de ten laste gelegde (verlengde) invoer van cocaïne (zaaksdossiers Vliegtuig, Handdruk en Poeroet), met dien verstande dat wat zaakdossier Handdruk betreft een hoeveelheid van 74 kilogram cocaïne bewezen wordt geacht.
4.2.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft (partiële) vrijspraak bepleit met betrekking tot het medeplegen van invoer van cocaïne (feit 1). Het ten laste gelegde kan niet wettig en overtuigend bewezen worden verklaard omdat het dubbele opzet ontbrak en voorts omdat (kortgezegd):
- eerste gedachtestreepje (zaaksdossier Vliegtuig)
De bijdrage van de verdachte aan de invoer van de gehele hoeveelheid 105 kilogram cocaïne van onvoldoende intellectueel en materieel gewicht is om hem aan te merken als medepleger. De verdachte was slechts betrokken bij de invoer van 8 kilogram, de hoeveelheid cocaïne waarvoor hij zich bij dit transport had ingekocht;
Voor zover dit feit voor de gehele hoeveelheid bewezen wordt verklaard, verzoekt de verdediging de gebruiker van het Sky-ID account [naam Sky-ID account01] te horen als getuige. De persoon achter dit account kan meer helderheid geven over de beperkte rol en betrokkenheid van de verdachte.
- tweede gedachtestreepje (zaaksdossier Handdruk):
In het dossier ontbreekt het bewijs dat de verdachte als medepleger is betrokken bij de invoer van meer dan 74 kilogram cocaïne;
- derde gedachtestreepje (zaakdossier Poeroet):
De verdachte en zijn medeverdachte (de onbekend gebleven medewerker) hebben zich pas met de invoer van 1.329 kilogram cocaïne bemoeid toen die partij al in beslag was genomen. Volgens jurisprudentie van de Hoge Raad het arrest van de Hoge Raad van 15 december 1998 (ECLI:NL:HR:1998:ZDI300), het zogenoemde Kokosnotenarrest, kunnen dergelijke handelingen niet strekken tot de (verlengde) invoer van die betreffende hoeveelheid cocaïne. De verdediging heeft ook vrijspraak bepleit met betrekking tot de ten laste gelegde voorbereidingshandelingen. Het dossier biedt geen aanknopingspunten waaruit valt af te leiden dat de verdachte daarbij enige rol en betrokkenheid heeft gehad. Dit feit kan daarom niet bewezen worden verklaard.
4.2.3.
Beoordeling
Identificatie van de Sky-ID’s
Uit de inhoud van het dossier en het verhandelde ter zitting kan worden afgeleid dat de verdachte de gebruiker is geweest van Sky-ID’s gedurende de periodes als vermeld in de onderstaande tabel.
Sky-ID
Periode actief
[naam Sky-ID account02]
4 januari tot en met 8 maart 2021
[naam Sky-ID account04]
22 november 2020 tot en met 4 januari 2021
[naam Sky-ID account03]
26 augustus tot en met 22 november 2020
[naam Sky-ID account05]
3 juni tot en met 25 augustus 2020
[naam Sky-ID account01] (bijnaam [bijnaam01] )
1 januari tot en met 18 juni 2020.
Betrokkenheid invoer van cocaïne dan wel voorbereidingshandelingen (feiten 1 en 2)
Uit de omstandigheid dat de verdachte genoemde Sky-ID’s gebruikte, volgt dat hij betrokken was bij de invoer van cocaïne, dan wel bij de voorbereidingshandelingen daartoe: de inhoud van de berichten die door en aan de gebruiker van die Sky-ID’s worden gestuurd hebben daarop onmiskenbaar betrekking. Uit de inhoud van het dossier is geen begin van aannemelijkheid naar voren gekomen dat in elk van de accounts meer dan een persoon de gebruiker is geweest van het betreffende account. Dat is ook onaannemelijk, gelet op de omstandigheid dat volstrekt open werd gecommuniceerd over ernstige strafbare feiten.
Medeplegen
De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden of het handelen van de verdachte als medeplegen kan worden gekwalificeerd. Om te beoordelen of sprake is van de daartoe vereiste bewuste nauwe samenwerking, moet gekeken worden naar de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding en/of afhandeling van het strafbare feit en het belang van de rol van de verdachte.
- via Schiphol (eerste gedachtestreepje [zaakdossier Vliegtuig]):
De verdachte heeft met zijn Sky-ID’s [naam Sky-ID account05] en [naam Sky-ID account01] (bijnaam ‘ [bijnaam01] ’) deelgenomen aan de Sky-groepschat [naam Sky-groepschat01] . Anders dan de verdediging heeft betoogd volgt uit de inhoud van die gesprekken dat de verdachte actief heeft deelgenomen aan en een leidende rol heeft gehad in de voorbereiding van het transport. Het is de verdachte geweest met wie is afgestemd hoeveel cocaïne verzonden moest worden. De verdachte is ook de persoon geweest met wie afspraken zijn gemaakt over de hoogte van de borg – de rechtbank begrijpt: het bedrag dat betaald moest worden om de medewerking van corrupt luchthavenpersoneel te verkrijgen – en de verdeling daarvan. De verdachte regelde ook het ophalen en afdragen van die borg. Intussen deelde hij cruciale informatie met andere contacten en nam hij samen met hen deel aan de Sky-groepschat [naam Sky-groepschat02] . In die chat werd onder meer gesproken over de voorbereiding van het uithalen, het annuleren van een gepland transport, de hoogte van de borg, de marges die per kilo te behalen zijn, de (door)verkoop van hoeveelheden cocaïne en de overdacht van cocaïne en geld. De rechtbank concludeert hieruit dat de verdachte steeds bewust nauw heeft samengewerkt met anderen, waarbij hij een leidende en coördinerende rol heeft gehad. Ook volgt eruit dat de samenwerking was gericht op de (verlengde) invoer van de ten laste gelegde hoeveelheid cocaïne. Dat de verdachte geen wetenschap had dat het een groter transport zou betreffen dan de acht kilogram waarvoor hij zich had ingekocht, vindt zijn weerlegging in de bewijsmiddelen. Dat de verdachte niet in de Sky-groepschat zat waarin het transport en de wijze van verpakking werd besproken, maakt de rol en de betrokkenheid van de verdachte niet anders. De verweren worden verworpen.
De verdachte is niet bekend met de identiteit van de gebruiker van Sky-ID [naam Sky-ID account01] . Het dossier biedt evenmin aanknopingspunten waaruit diens identiteit zou kunnen blijken. Reeds om die reden strandt het voorwaardelijk verzoek van de verdachte.
- via de haven van Antwerpen (tweede gedachtestreepje [zaakdossier Handdruk]):
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat op grond van de inhoud van het dossier het medeplegen van de verlengde invoer van 74 kilogram cocaïne bewezen kan worden verklaard. Dit feit zal zonder verdere nadere motivering bewezen worden verklaard.
- via de haven van Rotterdam (derde gedachtestreepje [zaakdossier Poeroet]):
Er is geen bewijs voor het medeplegen van invoer van 1.329 kilogram cocaïne.
Uit de feiten en omstandigheden die blijken uit de Sky-chats leidt de rechtbank af dat de (voorbereidings)handelingen van de verdachte weliswaar gericht waren op het binnen het grondgebied van Nederland brengen en vervoeren van een substantiële partij verdovende middelen, maar ook dat de eerste berichten die daarmee in verband te brengen zijn, pas hebben plaatsvonden op 16 februari 2021 en uit de tekst leidt de rechtbank af dat er op die datum voor het eerst aan de verdachte een verzoek werd gedaan in verband met de invoer van deze zeer grote hoeveelheid cocaïne. Het corrupte contact van verdachte zou de locatie van de container bekend moeten maken, zodat anderen de cocaïne zouden kunnen uithalen. De eerste contacten hebben dus pas plaats gehad nadat deze partij door de Nederlandse justitiële autoriteiten in beslag was genomen. Daarom kan ten aan zien van verdachte wat betreft de hoeveelheid van 1329 kilogram cocaïne niet van verlengde invoer worden gesproken. De verdachte zal in zoverre worden vrijgesproken.
Wel kan op basis van het dossier worden afgeleid dat alles in gereedheid is gebracht om de partij cocaïne uit te halen. Dat die (eerste) voorbereidingshandelingen van de verdachte en zijn medeverdachten pas plaatsvonden nadat de cocaïne was onderschept, ontneemt daaraan niet het strafbare karakter. Het verweer wordt verworpen.
4.2.4.
Conclusie feiten 1 en 2
Bewezen is dat de verdachte als medepleger betrokken is bij de (verlengde) invoer van 105 kilogram cocaïne via Schiphol (feit 1 eerste gedachtestreepje [zaaksdossier vliegtuig]), van 74 kilogram cocaïne via de haven van Antwerpen (feit 1 derde gedachtestreepje [zaaksdossier Handdruk]) en van de strafbare voorbereidingshandelingen ter zake de invoer van 1329 kilogram cocaïne (zaaksdossier Poeroet).
4.3.
Niet-ambtelijke corruptie Poeroet (feit 3) en Vliegtuig (feit 4)
4.3.1.
Standpunt verdediging
- Poeroet
De ten laste gelegde feiten – het medeplegen van omkoping van een medewerker van [naam bedrijf01] en van een medewerker van de luchthaven [naam luchthaven] – kunnen niet bewezen worden verklaard. In het dossier ontbreken bewijsmiddelen waaruit blijkt van giften of beloften aan enige medewerker van [naam bedrijf01] . Dat de verdachte een crimineel contact heeft dat een ander een dienst zou kunnen bewijzen is onvoldoende voor de conclusie dat de verdachte bij de omkoping van dat contact betrokken was.
- Vliegtuig
Met betrekking tot omkoping van een medewerker van de luchthaven [naam luchthaven] blijkt niet dat die bereid was om mee te werken omdat hem een geldbedrag betaald werd. Voor zover uit het dossier blijkt van enige betrokkenheid van de verdachte bij deze omkoping, is hoogstens sprake van medeplichtigheid daaraan. Aangezien in het dossier bewijsmiddelen ontbreken waaruit kan worden afgeleid dat de verdachte een grotere rol heeft gehad, dient hij van beide feiten te worden vrijgesproken.
4.3.2.
Beoordeling
- Poeroet (medewerker [naam bedrijf01] )
Uit de Sky-chats in zaakdossier Poeroet kan worden afgeleid dat de verdachte een aantal personen in de haven aanstuurt, waartoe onder anderen een corrupte medewerker van rederij [naam bedrijf01] behoort die containernummers en pincodes kan zien, de plaats waar containers zich bevinden in de haven en die weet welke containers (zullen) worden gecontroleerd. De verdachte onderhandelt met een van zijn criminele contacten die zijn – verdachtes – corrupte medewerker wil gebruiken om te weten te komen waar de container zich bevindt en hij spreekt over de prijs voor diens diensten. Verdachte koppelt daarna aan de gebruiker van het andere Sky-account terug dat “hij het gaat doen”. Daarom lag 24 februari 2021 – toen de verdachte nog niet wist dat de cocaïne in beslag was genomen - een geldbedrag voor de corrupte medewerker klaar dat hij die avond kon komen halen. De rechtbank acht op grond van de inhoud van het dossier bewezen dat in tenminste één geval een geldbedrag is betaald aan een medewerker van [naam bedrijf01] en dat de verdachte daarbij nauw en bewust heeft samengewerkt met anderen. Het verweer wordt verworpen.
- Vliegtuig (medewerker luchthaven [naam luchthaven] )
De rechtbank stelt voorop dat artikel 328ter van het Wetboek van Strafrecht niet vereist dat de omgekochte door de omkoper moet zijn bewogen tot bepaalde handelingen of het nalaten daarvan.
Ten aanzien van de betrokkenheid van de verdachte bij het ten laste gelegde overweegt de rechtbank dat uit de Sky-chats kan worden afgeleid dat de verdachte zich heeft beziggehouden met afspraken rondom de betaling van de borg (zie eerder dit vonnis). Uit de Sky-chats volgt dat de afspraken daadwerkelijk hebben geleid tot ontmoetingen voor de overdracht en dat een geldbedrag als borg is betaald. De verdachte had ook hier een coördinerende rol en daarom is zijn aandeel van zodanig cruciaal gewicht dat de rechtbank tot de conclusie komt dat de verdachte als medepleger kan worden aangemerkt bij de hier bedoelde omkoping. Ook dit verweer wordt verworpen.
4.3.3.
Conclusie feiten 3 en 4
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan niet-ambtelijke omkoping van een medewerker van [naam luchthaven] en van een medewerker van [naam bedrijf01] .
4.4.
Handel in verdovende middelen (feit 5)
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat op grond van de inhoud van het dossier bewezen kan worden verklaard dat de verdachte een aantal maal grote hoeveelheden cocaïne heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd. Dit feit zal zonder verdere nadere motivering bewezen worden verklaard.
4.5.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
Zaakoverstijgend
(Invoer)
1.
hij,
in de periode van 2 juni 2020 tot en met 17
februari 2021, in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermaals, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (grote)
hoeveelheden cocaïne, waaronder mede begrepen invoer als bedoeld in artikel 1 lid
4 Opiumwet, te weten (in ieder geval):
- 105 kilo cocaïne in de periode van 2 juni 2020 tot en met 28 juni 2020 (zaakdossier Vliegtuig),
- 74 kilo cocaïne in de periode van 9 december 2020 tot en met 12 december 2020 (zaakdossier Handdruk),
- zijnde cocaïne een middel als bedoeld in lijst I van de Opiumwet;
Zaakoverstijgend
(voorbereidingshandelingen)
2.
hij,
in de periode van 16 tot en met 17 februari 2021, in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermaals, telkens om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid cocaïne, in elk
geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een
middel als bedoeld in lijst I van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
telkens
• een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of
• zich en/of anderen gelegenheid en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen
, hebbende hij, verdachte, en een of meer van verdachtes mededaders telkens,
- in meerdere SkyECC groepschats deelgenomen en berichten
gestuurd en informatie uitgewisseld en afspraken gemaakt met betrekking tot
het invoeren en/of uithalen en/of verstrekken en/of
vervoeren van verdovende middelen en
- een criminele contact in de haven geregeld, waaronder bij [naam bedrijf01]
en
-vervolgens mededaders aangestuurd en/of geïnformeerd over de inspectie van de container(s) en
- mededader(s) aangestuurd en/of geïnformeerd over het uithalen en/of ophalen en/of onderbrengen van de verdovende middelen en
- afspraken gemaakt over de hoogte van de verdiensten die verdachte en één of meer van zijn mededaders zouden ontvangen voor de invoer van verdovende middelen;
3.
Zaakdossier Poeroet
(niet-ambtelijke corruptie, actieve omkoping)
hij,
in de periode van 9 januari 2021 tot en met 17 februari 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, aan een of meerdere onbekend gebleven persoon die, anders dan als ambtenaar, namelijk als medewerker(s) werkzaam (al dan niet) in dienstbetrekking bij [naam bedrijf01] , naar aanleiding van het hetgeen die persoon in zijn dienstbetrekking heeft gedaan of nagelaten, aan die persoon een gift of beloften, namelijk één (contante) geldbedrag heeft gegeven en/of beloofd, waardoor hij, verdachte, redelijkerwijs moest aannemen dat die persoon handelde in strijd met zijn plicht;
4.
Zaakdossier Vliegtuig
(niet-ambtelijke corruptie, actieve omkoping)
hij,
in de periode van 2 juni 2020 tot en met 28 juni 2020 in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, aan een onbekend gebleven persoon, die, anders dan als ambtenaar, namelijk als medewerker werkzaam (al dan niet) in dienstbetrekking bij luchthaven [naam luchthaven] , naar aanleiding van het hetgeen die persoon in zijn dienstbetrekking heeft gedaan of nagelaten, aan die persoon een of meer giften of beloften, namelijk één (contante) geldbedrag heeft gegeven en/of beloofd, waardoor hij, verdachte, redelijkerwijs moest aannemen dat die persoon handelde in strijd met zijn plicht;
5.
Zaakoverstijgend
(handel/vervoer, aanwezig hebben)
hij,
in de periode van 13 januari 2020 tot en met 8 maart 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermaals, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, telkens grote hoeveelheden cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in lijst I van de Opiumwet.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1.(eerste en tweede gedachtestreepje)

medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;

2.(derde en vierde gedachtestreepje)

medeplegen van het voorbereiden en/of bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde en vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, door een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen en mede te plegen, daarbij behulpzaam te zijn en zich en een ander trachten te bewegen om daartoe gelegenheid en middelen en inlichtingen te verschaffen.

3.
medeplegen van: aan iemand die, anders dan als ambtenaar, werkzaam in dienstbetrekking, naar aanleiding van hetgeen deze in zijn betrekking heeft gedaan dan wel zal doen, een gift doen van dien aard of onder zodanige omstandigheden, dat hij redelijkerwijs moet aannemen dat deze de gift in strijd met de goede trouw heeft verzwegen of zal verzwijgen tegenover zijn werkgever;
4.
medeplegen van: aan iemand die, anders dan als ambtenaar, werkzaam in dienstbetrekking, naar aanleiding van hetgeen deze in zijn betrekking heeft gedaan dan wel zal doen, een gift doen van dien aard of onder zodanige omstandigheden, dat hij redelijkerwijs moet aannemen dat deze de gift in strijd met de goede trouw heeft verzwegen of zal verzwijgen tegenover zijn werkgever;
5.
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich gedurende ruim een jaar schuldig gemaakt aan de handel in harddrugs, waaronder de invoer en doorvoer van grote hoeveelheden cocaïne en de voorbereidingshandelingen daartoe. Ook heeft hij zich schuldig gemaakt aan omkoping van een of meer havenmedewerkers en een of meer medewerkers op de luchthaven [naam luchthaven] van wie medewerking noodzakelijk was om de invoer te laten slagen. De verdachte hield zich daarmee bijna non-stop, in verschillende verbanden bezig. De criminele contacten van verdachte deelden niet zelden in de opbrengst. Hij verwachtte vrijwel wekelijks nieuwe transporten van grote hoeveelheden cocaïne – uit verschillende landen in Zuid-Amerika. In die handel gingen grote sommen contant geld om. Verder stelde de verdachte een corrupte havenmedewerker tegen betaling ter beschikking aan een ander drugsnetwerk. Zo functioneerde de verdachte op dat moment als het ware als een drugsmakelaar.
Harddrugs vormen een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid. De (grootschalige) drugshandel kan bovendien in verband gebracht worden met zeer ernstige (gewelds)delicten, waarbij zowel personen uit het criminele circuit als personen uit de bovenwereld – ook onbedoeld – het slachtoffer worden. Daarnaast is het een feit van algemene bekendheid dat de personen die betrokken zijn bij de organisatie van de invoer van cocaïne daar over het algemeen zeer veel geld mee verdienen. Dit geld zoekt zijn weg naar de bovenwereld, met alle gevolgen van dien. De verdachte heeft zich bij zijn strafbare handelen uitsluitend leiden door het financiële voordeel dat hij aldus kon behalen.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 3 juli 2023, waaruit blijkt dat de verdachte weliswaar eerder onherroepelijk is veroordeeld, maar niet voor soortgelijke strafbare feiten. De rechtbank zal dit gegeven daarom niet betrekken bij het bepalen van de strafsoort en -maat.
7.3.2.
Rapportage
Forensisch Maatwerk heeft een voorlichtingsrapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 29 oktober 2022. De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst en omvang van de feiten kan daarop niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in min of meer vergelijkbare zaken zijn opgelegd.
In deze zaak gaat het om forse hoeveelheden cocaïne die zijn ingevoerd en doorgevoerd deels ook met hulp van corrupte (lucht)havenmedewerkers. Deze omstandigheden maken dat de rechtbank van oordeel is dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanmerkelijke duur aan de verdachte dient te worden opgelegd. Alleen op die manier wordt de norm duidelijk bevestigd en worden anderen in voldoende mate weerhouden om over te gaan tot het plegen van dezelfde misdrijven. Voor de verdachte geldt dat de bestraffing zodanig moet zijn dat hij in de toekomst niet opnieuw zal overgaan tot invoer van harddrugs of andere vormen van (harddrugs)criminaliteit.
De verdediging heeft betoogd bij de strafoplegging in strafmatigende zin mee te wegen dat het Openbaar Ministerie in vele Sky-ECC zaken misleidende informatie heeft verstrekt, met onnodig werk en vertragingen als gevolg. De rechtbank ziet hiertoe geen aanleiding omdat uit het dossier niet blijkt dat daarvan in deze zaak sprake was.
De rechtbank ziet evenmin aanleiding om in strafmatigende zin rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waarbij is aangevoerd dat de maatschappelijke status en zijn naamsbekendheid als ex-profvoetballer ervoor zorgen dat hij de gevolgen van deze vervolging nog jaren zal voelen. De verdachte heeft op de zitting nauwelijks inzicht gegeven in zijn drijfveren en het dossier biedt geen enkel aanknopingspunt waaruit kan worden afgeleid dat de verdachte, zoals hij ter zitting heeft verklaard, “min of meer onbedoeld in het drugscircuit werd gezogen”, of dat hij op enig moment wilde stoppen met zijn strafbare feiten, dat hij druk voelde om mee te blijven werken en dat hij slechts handelde op aanwijzing van anderen. Integendeel, de bewezenverklaarde wijze van opereren laat zien dat hij een aansturende en leidinggevende rol vervulde. Hij heeft zich daarbij kennelijk niets gelegen laten liggen aan zijn andere taken in het maatschappelijke leven en de daarmee samenhangende voorbeeldfunctie.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder te bespreken verbeurdverklaringen, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.In beslag genomen voorwerpen

De volgende in beslag genomen voorwerpen zullen, zoals door de officier van justitie ter zitting is gevorderd worden verbeurdverklaard. De bewezen feiten zijn met behulp van deze voorwerpen begaan.
  • [beslagnummer01] Pand [kenmerknummer01] Notitieboekje;
  • [beslagnummer02] Pand [kenmerknummer02] Grijze iPhone;
  • [beslagnummer03] Pand [kenmerknummer03] iPhone zilver;
  • [beslagnummer04] Pand [kenmerknummer04] Apple iPhone, In doorzichtige plastic beschermhoes met achter op 2 simkaarten en opener simkaart;
  • [beslagnummer05] Pand [kenmerknummer05] iPhone goud.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen
  • 33, 33a, 47, 57 en 328ter van het Wetboek van Strafrecht;
  • 2, 10 en 10a van de Opiumwet.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) jaar
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd:
  • [beslagnummer01] Pand [kenmerknummer01] Notitieboekje;
  • [beslagnummer02] Pand [kenmerknummer02] Grijze iPhone;
  • [beslagnummer03] Pand [kenmerknummer03] iPhone zilver;
  • [beslagnummer04] Pand [kenmerknummer04] Apple iPhone, In doorzichtige plastic beschermhoes met achter op 2 simkaarten en opener simkaart;
  • [beslagnummer05] Pand [kenmerknummer05] iPhone goud.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.A.F. Damen, voorzitter,
en mrs. D.F. Smulders en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.P. Eekhout, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 28 juli 2023.
De oudste en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

12.Bijlage I

Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Zaaksoverstijgend
(Invoer)
1.
hij,
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 juni 2020 tot en met 17
februari 2021, te Barendrecht en/of Rotterdam en/of Haarlemmermeer en/of Amsterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, meermaals, althans eenmaal, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (grote)
hoeveelheden cocaïne, waaronder mede begrepen invoer als bedoeld in artikel 1 lid
4 Opiumwet, te weten (in ieder geval):
- ( ongeveer) 105 kilo cocaïne in of omstreeks de periode van 2 juni 2020 tot en met 28 juni 2020 (zaakdossier Vliegtuig),
- ( ongeveer) 150 kilo cocaïne in of omstreeks de periode van 9 december 2020 tot en met 12 december 2020 (zaakdossier Handdruk),
- ( ongeveer) 1329 kilo cocaïne in of omstreeks de periode van 9 januari 2021 tot en met 17 februari 2021 (zaakdossier Poeroet),
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in lijst I van de Opiumwet;
Zaakoverstijgend
(voorbereidingshandelingen)
2.
hij,
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 juni 2020 tot en met 17
februari 2021, te Barendrecht en/of Rotterdam en/of Haarlemmermeer en/of Amsterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, meermaals, althans eenmaal, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 Opiumwet, te weten het opzettelijk afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een (grote) hoeveelheid cocaïne, in elk
geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een
middel als bedoeld in lijst I van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
(telkens)
• een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of
• zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
• voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit, hebbende hij, verdachte, en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s) (telkens),
- in meerdere, althans een, SkyECC groepschat(s) deelgenomen en/of berichten
gestuurd en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt met betrekking tot
het invoeren en/of uitvoeren en/of afleveren en/of uithalen en/of verstrekken en/of
vervoeren van (voornoemde) verdovende middelen en/of
- ( een) criminele contact(en) op luchthaven [naam luchthaven] geregeld en/of (vervolgens)
aangestuurd en/of
- ( een) criminele contact(en) in de haven geregeld, waaronder bij [naam bedrijf01]
en/of
- ( vervolgens) (een) mededader(s) aangestuurd en/of geïnformeerd over de inspectie van de container(s) en/of
- meermaals, althans eenmaal, een (stash)voertuig geregeld en/of
- ( vervolgens) (een) mededader(s) aangestuurd om mee te rijden met het (stash)voertuig en/of
- ( vervolgens) (een) mededader(s) aangestuurd en/of geïnformeerd over het uithalen en/of ophalen en/of onderbrengen van de verdovende middelen en/of
- afspraken gemaakt over de (hoogte van de) verdiensten die verdachte en/of één of meer van zijn mededaders zou(den) ontvangen voor de invoer van verdovende middelen;
3.
Zaakdossier Poeroet
(niet-ambtelijke corruptie, actieve omkoping)
hij,
in of omstreeks de periode van 9 januari 2021 tot en met 17 februari 2021 te Barendrecht en/of Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermaals, althans eenmaal, aan een of meerdere onbekend gebleven perso(o)n(en), die, anders dan als ambtenaar, namelijk als medewerker(s) werkzaam (al dan niet) in dienstbetrekking bij [naam bedrijf01] , althans bij een bedrijf gevestigd in/nabij de Rotterdamse haven, naar aanleiding van het hetgeen die perso(o)n(en) in zijn/haar/hun dienstbetrekking(en) heeft/hebben gedaan of nagelaten, (aan) die perso(o)n(en) een of meer gift(en) of belofte(n), namelijk één of meer (contante) geldbedragen heeft gegeven en/of beloofd, waardoor hij, verdachte, redelijkerwijs moest
aannemen dat die perso(o)n(en) handelde(n) in strijd met zijn/haar/hun plicht;
4.
Zaakdossier Vliegtuig
(niet-ambtelijke corruptie, actieve omkoping)
hij,
in of omstreeks de periode van 2 juni 2020 tot en met 28 juni 2020 te Barendrecht
en/of Rotterdam en/of Haarlemmermeer en/of Amsterdam en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermaals, althans eenmaal, aan een of meerdere onbekend gebleven perso(o)n(en), die, anders dan als ambtenaar, namelijk als medewerker(s) werkzaam (al dan niet) in dienstbetrekking bij luchthaven [naam luchthaven] , althans bij een bedrijf gevestigd op/nabij luchthaven [naam luchthaven] , naar aanleiding van het hetgeen die perso(o)n(en) in zijn/haar/hun dienstbetrekking(en) heeft/hebben gedaan of nagelaten, (aan) die perso(o)n(en) een of meer gift(en) of belofte(n), namelijk één of meer (contante) geldbedragen heeft gegeven en/of beloofd, waardoor hij, verdachte, redelijkerwijs moest aannemen dat die perso(o)n(en) handelde(n) in strijd met zijn/haar/hun plicht;
5.
Zaakoverstijgend
(handel/vervoer, aanwezig hebben)
hij,
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 januari 2020 tot en met 8 maart 2021 te Rotterdam en/of Barendrecht en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermaals, althans eenmaal, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, telkens (grote) hoeveelheden cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in lijst I van de Opiumwet.