Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het verzoekschrift van 25 november 2022, met bijlagen;
- het verweerschrift, met één bijlage;
- de brief van RVKO van 16 januari 2023, met bijlagen;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 2 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO) en een verweerster die zelf procedeert. RVKO heeft de verweerster op 27 september 2022 op staande voet ontslagen, omdat zij zonder medeweten van RVKO en tegen de gemaakte afspraken in, werkzaamheden verrichtte bij een andere werkgever terwijl zij zich ziek had gemeld. RVKO vorderde een gefixeerde schadevergoeding van € 6.176,09 en terugbetaling van onverschuldigd betaald loon van € 42.042,97, met rente. De verweerster heeft niet op de zitting verschenen en heeft geen verweer gevoerd tegen de vorderingen van RVKO, behalve over de tijdigheid van het verzoekschrift en het salaris over september 2022.
De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was en dat RVKO terecht aanspraak maakte op de gefixeerde schadevergoeding en de terugbetaling van het onverschuldigd betaalde loon. Het verzoekschrift was tijdig ingediend, en de verweerster had geen verweer gevoerd tegen de vorderingen van RVKO. De kantonrechter heeft de verweerster veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen, inclusief wettelijke rente, en heeft de proceskosten aan de verweerster opgelegd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat RVKO direct aanspraak kan maken op de betaling van de bedragen, ook al kan de verweerster in hoger beroep gaan.