ECLI:NL:RBROT:2023:655

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 januari 2023
Publicatiedatum
31 januari 2023
Zaaknummer
10252191 VV EXPL 22-256
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming en betaling huurachterstand in kort geding

In deze zaak heeft Gustoha B.V., gevestigd in Amsterdam, een kort geding aangespannen tegen [gedaagde01], die niet is verschenen. De eiseres vordert betaling van een huurachterstand van € 1.815,-, rente en buitengerechtelijke kosten, alsook ontruiming van de gehuurde bedrijfsruimte. Gustoha stelt dat [gedaagde01] nooit huur heeft betaald en dat de huurovereenkomst is opgezegd met een ontruimingsaanzegging per 1 december 2022. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde01] correct is opgeroepen voor de zitting, maar niet is verschenen, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter oordeelt dat de vordering tot ontruiming niet onrechtmatig of ongegrond is en wijst deze toe. Tevens wordt de huurachterstand, de gebruiksvergoeding en de incassokosten toegewezen. De proceskosten worden aan de zijde van Gustoha vastgesteld op € 732,04. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10252191 VV EXPL 22-526
datum uitspraak: 30 januari 2023
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
Gustoha B.V.,
vestigingsplaats: Amsterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. E.H. Mulckhuijse,
tegen
[gedaagde01], tevens handelend onder de naam
[handelsnaam01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde,
die niet is verschenen.
De partijen worden hierna ‘Gustoha’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
- de dagvaarding van 3 januari 2023, met bijlagen.
1.2.
Op 24 januari 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig: namens Gustoha mevrouw [naam01] met mr. E.H. Mulckhuijse.

2..Het geschil

2.1.
Gustoha eist samengevat:
  • [gedaagde01] te veroordelen om binnen 7 dagen na betekening van het vonnis het gehuurde aan de [adres01] te [plaats01] te ontruimen;
  • [gedaagde01] te veroordelen om binnen 7 dagen na betekening van het vonnis aan haar te betalen € 2.096,32 met rente over € 1.815,- vanaf 16 december 2022 tot de dag van volledige betaling;
  • [gedaagde01] te veroordelen tot betaling van € 302,50 vanaf 1 januari 2023 tot het moment van ontruiming;
  • [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten en de nakosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist bestaat uit de hoofdsom van € 1.815,-, rente van € 9,07 (berekend tot en met 15 december 2022) en buitengerechtelijke kosten van € 272,25.
2.2.
Gustoha baseert de eis op het volgende. [gedaagde01] huurt van Gustoha een bedrijfsruimte, maar heeft nog nooit huur betaald. Gustoha heeft de huurovereenkomst opgezegd en de ontruiming van het gehuurde aangezegd tegen 1 december 2022. [gedaagde01] heeft het gehuurde niet ontruimd en verlaten. Gustoha kan nog niet over het gehuurde beschikken, omdat de ontruimingsbescherming van artikel 7:230a BW van toepassing is. Die bescherming geldt niet voor een huurder die veroordeeld is tot ontruiming wegens niet-nakoming van zijn verplichtingen (artikel 7:230a lid 2 BW). [gedaagde01] is zijn verplichting met betrekking tot het betalen van de huur niet nagekomen en er hebben gedurende de huurovereenkomst geen activiteiten in het gehuurde plaatsgevonden. Gustoha vordert daarom veroordeling van [gedaagde01] tot ontruiming van het gehuurde.
2.3.
[gedaagde01] heeft geen verweer gevoerd.

3..De beoordeling

3.1.
[gedaagde01] is op 24 januari 2023 niet op de mondelinge behandeling verschenen. Uit de door Gustoha overgelegde originele dagvaarding is gebleken dat [gedaagde01] correct voor de zitting is opgeroepen. Ook de overige bij wet voorgeschreven formaliteiten zijn in acht genomen, zodat verstek is verleend tegen [gedaagde01] .
3.2.
De vordering tot ontruiming van het gehuurde komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor zodat deze zal worden toegewezen.
3.3.
[gedaagde01] moet een gebruiksvergoeding betalen tot en met de maand waarin hij de bedrijfsruimte met al zijn spullen heeft verlaten. Dit deel van de vordering wordt daarom ook toegewezen.
3.4.
De gevorderde huurachterstand berekend tot en met november 2022 en de gebruiksvergoeding over december 2022, in totaal een bedrag van € 1.815,-, wordt als onweersproken en gegrond op de wet toegewezen. De wettelijke rente over dit bedrag wordt eveneens toegewezen, omdat [gedaagde01] te laat is met betaling.
3.5.
De gevorderde incassokosten worden toegewezen tot een bedrag van € 45,38. In de door Gustoha aan [gedaagde01] verstuurde veertiendagen-brief is slechts aanspraak gemaakt op dit bedrag en niet op een hoger bedrag.
3.6.
[gedaagde01] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 BW). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Gustoha tot vandaag vast op € 106,04 aan dagvaardingskosten, € 128,- aan griffierecht en € 498,- aan salaris voor de gemachtigde. Dit is totaal € 732,04. Voor kosten die Gustoha maakt na deze uitspraak moet [gedaagde01] een bedrag betalen van € 124,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853). De wettelijke rente wordt toegewezen.
3.7.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

4..De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde01] om binnen 7 dagen na de datum van dit vonnis de bedrijfsruimte gelegen aan de [adres01] te [plaats01] , te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege [gedaagde01] bevinden en het gehuurde met alle sleutels ter beschikking van Gustoha te stellen;
4.2.
veroordeelt [gedaagde01] om binnen 7 dagen na betekening van het vonnis aan Gustoha te betalen € 1.869,45 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 1.815,- vanaf 16 december 2022 tot de dag van volledige betaling;
4.3.
veroordeelt [gedaagde01] aan Gustoha te betalen € 302,50 met ingang van de maand januari 2023 tot en met de maand waarin de ontruiming plaatsvindt;
4.4.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten die aan de kant van Gustoha tot vandaag worden vastgesteld op € 732,04;
4.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.6.
wijst het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Vroom en in het openbaar uitgesproken.
47636