Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Voorafgaande veroordeling
- een gewoonte maken van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige levering zich van de betaling van die goederen te verzekeren, terwijl tijdens het plegen van het misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
- een gewoonte maken van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige levering zich van de betaling van die goederen te verzekeren, terwijl tijdens het plegen van het misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
- witwassen.
3..Vordering
- het vaststellen van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht wordt geschat op € 124.417,26;
- het opleggen aan [veroordeelde01] van de verplichting tot betaling aan de staat van een geldbedrag ter ontneming van dat geschatte voordeel tot eenzelfde bedrag.
4..Standpuntvandeverdediging
5..Berekeningvanhetwederrechtelijkverkregenvoordeel
moneytransfersop het wederrechtelijk verkregen voordeel in mindering te brengen, omdat het te ontnemen voordeel ziet op bestellingen die niet zijn geleverd en waarvoor dus geen inkoop- of verzendkosten zijn gemaakt. Het verweer van de verdediging hieromtrent wordt verworpen.
6..Vaststellingvanhettebetalenbedrag
€ 16.270,23ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel aan de Staat te betalen.
7..Toepasselijkewettelijkevoorschriften
8..Beslissing
€ 16.270,23 (zegge: zestienduizend tweehonderdzeventig euro en drieëntwintig eurocent);
€ 16.270,23 (zegge: zestienduizend tweehonderdzeventig euro en drieëntwintig eurocent);
325 (zegge: driehonderdvijfentwintig) dagen.