In deze zaak heeft de kinderrechter op 11 juli 2023 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om een ondertoezichtstelling voor een jaar en een uithuisplaatsing voor zes maanden, maar dit verzoek werd tijdens de zitting gewijzigd naar een uithuisplaatsing van drie maanden. De moeder, die met psychische problemen kampt, heeft de zorg voor de kinderen, maar door haar psychose was zij tijdelijk niet in staat om voor hen te zorgen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de psychose van de moeder in remissie is en dat de kinderen regelmatig bij haar verblijven. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling voor een jaar toe te wijzen en de machtiging tot uithuisplaatsing te beperken tot twee maanden, met de mogelijkheid voor de kinderen om in de toekomst weer bij de moeder te wonen, afhankelijk van de voortgang van de hulpverlening en de opstelling van een veiligheidsplan door de gecertificeerde instelling. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de overige verzoeken zijn afgewezen.