Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 juni 2022, met bijlagen;
- het antwoord met eis in reconventie (tegeneis), met bijlagen;
- de akte indiening producties, de (voorwaardelijke) akte vermeerdering van eis en het antwoord in reconventie, met bijlagen.
- de akte na comparitie van [persoon01] , met bijlagen;
- de brief van 21 februari 2023 van [persoon02] , met bijlagen;
- de akte voortzetting procedure van [persoon01] , met bijlagen;
- de brief van 20 maart 2023 van [persoon02] , met een bijlage;
- de akte voortzetting procedure van [persoon01] ;
- de rolbeslissing van 28 april 2023;
- de akte na rolbeslissing van [persoon01] , met een bijlage;
- de brief van 15 mei 2023 van [persoon02] , met een bijlage.
2.De beoordeling in conventie en in reconventie
24 november 2022 herstelwerkzaamheden heeft willen laten uitvoeren en dat [persoon02] toen de toegang tot zijn slaapkamer heeft geweigerd. Van een eerder aanbod en/of weigering is niet gebleken. [persoon02] heeft niet betwist dat op 24 november 2022 een aanbod tot herstel is gedaan en heeft ook niets gesteld waaruit volgt dat hij de op die datum aangeboden werkzaamheden mocht weigeren. De kantonrechter oordeelt daarom dat het recht op huurprijsvermindering wegens tochtoverlast in de slaapkamer geldt van 1 mei 2021 tot en met 30 november 2022. Over de hoogte van de huurprijsvermindering wordt later in dit vonnis een beslissing genomen.
1 mei 2021 is sprake van een huurprijsvermindering vanwege de aanwezigheid van gebreken. Op grond van artikel 7:250 lid 2 BW mag de huurprijs niet worden verhoogd zolang er geen overeenstemming over is dat de gebreken in verband waarmee de huurprijs is verlaagd, zijn opgeheven. Daarvan is, zo blijkt uit dit vonnis, pas sprake op 1 december 2022. De huurprijs is dus € 550,50 gebleven.