Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 juni 2022, met producties;
- het antwoord, met producties;
- de brief van 18 oktober 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brief van Gom van 12 december 2022, met één productie;
- de spreekaantekeningen van Gom.
2.De feiten
3.Het geschil
- voor recht te verklaren dat Gom aansprakelijk is voor de door [eiser01] geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade als gevolg van het arbeidsongeval op 13 maart 2020;
- Gom te veroordelen aan de gemachtigde van [eiser01] te betalen een bedrag van € 980,10 aan buitengerechtelijke kosten;
- Gom te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4.De beoordeling
13 maart 2020. [eiser01] baseert de aansprakelijkheid van Gom op artikel 7:658 BW en op artikel 7:611 BW.