1
Zij in of omstreeks de periode 1 maart 2009 tot en met 31 december 2010 te
Tilburg, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, als werkgever, als
bedoeld in artikel 1.1 en/of 1.2 van de Arbeidsomstandighedenwet handelingen
heeft verricht of nagelaten in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet en/of de
daarop berustende bepalingen immers heeft zij en/of haar mededader bij het
verrichten van arbeid door één of meer werknemers, als bedoeld in
bovenvermelde artikelen, bestaande uit het schuren van en/of slijpen aan treinen,
in strijd met artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet niet gezorgd voor de
veiligheid en de gezondheid van de werknemers inzake alle met die arbeid
verbonden aspecten, met name de risico’s en de gevaren van schuurstof en/of
verfstof en/of slijpstof en/of heeft zij daartoe geen beleid gevoerd dat was gericht
op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden en/of
in strijd met artikel 5 van de Arbeidsomstandighedenwet bij het voeren van het
arbeidsomstandighedenbeleid niet of niet voldoende in een inventarisatie en
evaluatie schriftelijk vastgelegd welke risico's voornoemde arbeid voor de
werknemers met zich bracht, met name de risico’s met betrekking tot schuur-
en/of verfstof en/of slijpstof, welke risico-inventarisatie en -evaluatie tevens een
beschrijving bevatte van de gevaren en de risico-beperkende maatregelen en de
risico's voor bijzondere categorieën van werknemers, te weten de deelnemers aan
het tROM project en/of
in strijd met artikel 8 van de Arbeidsomstandighedenwet er niet voor gezorgd dat
de werknemers doeltreffend werden ingelicht over de te verrichten
werkzaamheden bij het schuren van en/of slijpen aan treinen en de daaraan
verbonden risico's, alsmede over de maatregelen die erop gericht waren deze
risico's te voorkomen of te beperken en/of er niet of niet voldoende voor heeft
gezorgd dat aan de werknemers doeltreffend en aan hun onderscheiden taken
aangepast onderricht werd verstrekt met betrekking tot de arbeidsomstandigheden
en/of - terwijl persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking van de
werknemers werden gesteld - er niet of niet voldoende voor heeft gezorgd dat de
werknemers op de hoogte waren van hun doel en werking en de wijze waarop zij
deze dienden te gebruiken en/of niet, in elk geval niet voldoende heeft toegezien
op de naleving van de instructies en voorschriften gericht op het voorkomen of
beperken van de in het eerste lid genoemde risico's alsmede op het juiste gebruik
van persoonlijke beschermingsmiddelen en/of
in strijd met artikel 4.1b. van het Arbeidsomstandighedenbesluit, terwijl voormelde
werknemers werden of konden worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen, te
weten schuurstof en/of verfstof en/of slijpstof, bevattende lood- en of
loodverbindingen en/of zinkverbindingen en/of fijnstof, niet gezorgd voor een
doeltreffende bescherming van de gezondheid en veiligheid van die werknemers
en/of
in strijd met artikel 4.1c van het Arbeidsomstandighedenbesluit, terwijl arbeid
werd verricht waarbij werknemers werden of konden worden blootgesteld aan
voormelde gevaarlijke stoffen, niet in het kader van artikel 3 van de wet de
blootstelling van werknemers aan gevaarlijke stoffen voorkomen of
geminimaliseerd door