ECLI:NL:RBROT:2023:5981
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wajonguitkering wegens onvoldoende studietijd voorafgaand aan arbeidsongeschiktheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 12 juli 2023, in de zaak tussen [naam eiseres] en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een Wajonguitkering beoordeeld. De aanvraag werd afgewezen omdat eiseres niet minimaal zes maanden studerende was in het jaar voorafgaand aan haar arbeidsongeschiktheid. Eiseres had op 12 november 2021 een aanvraag ingediend, maar verweerder heeft deze aanvraag op 16 november 2021 afgewezen. Het bestreden besluit van 23 september 2022 bevestigde deze afwijzing, waarop eiseres beroep instelde.
De rechtbank heeft op 15 juni 2023 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. Eiseres, geboren op 12 februari 1981, had in 2003 een diploma behaald en was op 17 april 2004 arbeidsongeschikt geworden. De rechtbank concludeert dat eiseres slechts drie maanden had gestudeerd in het jaar voorafgaand aan haar arbeidsongeschiktheid, wat niet voldoet aan de eisen van de Wet Wajong. Eiseres voerde aan dat zij wel aan de voorwaarden voldeed, maar de rechtbank oordeelt dat de wet dwingendrechtelijk is en geen ruimte biedt voor een belangenafweging.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de Wajongaanvraag. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.