In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonbron en Stichting Advies Werk en Woonbegeleidings Centrum 'De Koepel'. Woonbron, de verhuurder, heeft De Koepel aangeklaagd omdat zij haar verplichtingen uit de huurovereenkomst niet is nagekomen. De Koepel had de woning, die bestemd was voor onderverhuur in onzelfstandige woonruimten, als zelfstandige woning verhuurd aan een derde partij, [naam03]. Dit was in strijd met de huurovereenkomst.
De procedure begon met een dagvaarding op 23 augustus 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 24 april 2023. Tijdens deze behandeling werd duidelijk dat De Koepel de woning had verhuurd aan [naam03] zonder toestemming van Woonbron, wat leidde tot een melding van de gemeente in maart 2021. Ondanks dat De Koepel stelde dat er sprake was van een noodsituatie, oordeelde de kantonrechter dat dit niet voldoende was om de tekortkoming in de huurovereenkomst te rechtvaardigen.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de tekortkoming van De Koepel zo ernstig was dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was. De rechter heeft Woonbron in het gelijk gesteld en De Koepel veroordeeld om de woning binnen 14 dagen na het vonnis te ontruimen. Daarnaast moet De Koepel de lopende huur blijven betalen tot de ontruiming en de proceskosten vergoeden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.