Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[Naam], uit [Plaats], eiseres,
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
€ 1.255,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van
€ 837,- en een wegingsfactor 0,5, waarbij drie beroepschriften als samenhangende zaken en dus als één beroepschrift worden beschouwd en twee beroepschriften afzonderlijk worden meegerekend). De rechtbank is van oordeel dat deze zaken van licht gewicht zijn, omdat deze alleen gaan over de vraag of de beslistermijn is overschreden en of er een dwangsom verschuldigd is.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt het met besluiten gelijk te stellen niet tijdig nemen van besluiten;
- stelt de door verweerder te betalen reeds verbeurde dwangsom vast op driemaal € 1.442,-;
- draagt verweerder op binnen twee (2) weken na verzending van het afschrift van deze uitspraak alsnog een besluit bekend te maken op de bezwaren van eiseres;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij in de zaak die ziet op het besluit met kenmerk UHT-O OGS B de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij in de zaak die ziet op het besluit met kenmerk UHT-DC I de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij in de zaken die zien op de besluiten met de kenmerken UHT-DC-I A, UHT-DH A en UHT DH5 A de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
- bepaalt dat verweerder driemaal het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- aan eiseres vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.255,50.