In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 juni 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen ECT Delta Terminal B.V. en meerdere gedaagden. ECT vorderde schadevergoeding van de gedaagden, die onbevoegd op het terrein van de containerterminal aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden op 13 september 2021 onrechtmatig op het terrein waren en aansprakelijk waren voor de schade die ECT had geleden door hun aanwezigheid. De rechtbank stelde vast dat de gedaagden, waaronder [gedaagde01], [gedaagde06] en [gedaagde08], niet in de procedure verschenen waren, waardoor verstek tegen hen werd verleend. De rechtbank oordeelde dat de vordering van ECT niet onrechtmatig of ongegrond was en wees de schadevergoeding van € 10.190,75 toe, inclusief wettelijke rente. Daarnaast werden de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan ECT, die in totaal € 2.677,31 bedroegen. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.