In deze zaak heeft de kinderrechter op 15 februari 2023 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna aangeduid als [naam kind01]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 21 december 2022 een verzoek ingediend tot verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing, welke verzoeken zijn behandeld tijdens een mondelinge zitting. De moeder en de stiefvader van [naam kind01] waren aanwezig, evenals een vertegenwoordiger van de GI. [naam kind01] zelf was niet aanwezig.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder het ouderlijk gezag over [naam kind01] uitoefent en dat [naam kind01] momenteel verblijft in een leefgroep van Enver. De ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing waren eerder verlengd tot 20 februari 2023. De GI heeft verzocht om een verlenging van beide maatregelen voor de duur van een jaar, met de noodzaak om de huidige situatie te handhaven voor de ontwikkeling van [naam kind01].
Tijdens de zitting hebben zowel de moeder als de stiefvader hun standpunten kenbaar gemaakt. De moeder steunt het verzoek van de GI, terwijl de stiefvader zijn zorgen over de GI uitte, maar ook zijn steun voor de verlenging uitsprak. De kinderrechter heeft op basis van de stukken en de mondelinge behandeling geconcludeerd dat alle partijen het eens zijn met het verzoek en dat de ontwikkeling van [naam kind01] positief is. De kinderrechter heeft de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing als voldaan beschouwd en heeft de verzoeken toegewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag.