ECLI:NL:RBROT:2023:5491

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
C/10/650065 / JE RK 22-3002
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter op 15 februari 2023 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna aangeduid als [naam kind01]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 21 december 2022 een verzoek ingediend tot verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing, welke verzoeken zijn behandeld tijdens een mondelinge zitting. De moeder en de stiefvader van [naam kind01] waren aanwezig, evenals een vertegenwoordiger van de GI. [naam kind01] zelf was niet aanwezig.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder het ouderlijk gezag over [naam kind01] uitoefent en dat [naam kind01] momenteel verblijft in een leefgroep van Enver. De ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing waren eerder verlengd tot 20 februari 2023. De GI heeft verzocht om een verlenging van beide maatregelen voor de duur van een jaar, met de noodzaak om de huidige situatie te handhaven voor de ontwikkeling van [naam kind01].

Tijdens de zitting hebben zowel de moeder als de stiefvader hun standpunten kenbaar gemaakt. De moeder steunt het verzoek van de GI, terwijl de stiefvader zijn zorgen over de GI uitte, maar ook zijn steun voor de verlenging uitsprak. De kinderrechter heeft op basis van de stukken en de mondelinge behandeling geconcludeerd dat alle partijen het eens zijn met het verzoek en dat de ontwikkeling van [naam kind01] positief is. De kinderrechter heeft de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing als voldaan beschouwd en heeft de verzoeken toegewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/650065 / JE RK 22-3002
Datum uitspraak: 15 februari 2023
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling en verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind01] , geboren op [geboortedatum01] 2006 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [naam kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam01] en [naam02] ,

hierna te noemen: de moeder en de stiefvader, wonende te [woonplaats01] ,

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 21 december 2022, ingekomen bij de griffie op 23 december 2022.
Op 15 februari 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- de moeder en de stiefvader;
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam03] .
Opgeroepen en niet verschenen is [naam kind01] .

De feiten

De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [naam kind01] .
[naam kind01] verblijft op de leefgroep van Enver.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 16 maart 2022 de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengd tot 20 februari 2023.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 16 maart 2022 de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verlengd tot 20 februari 2023.

Het verzoek

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen voor de duur van een jaar. Tevens verzoekt de GI een verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van een jaar. De GI verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
De GI handhaaft het verzoek ter zitting en licht dit als volgt toe. Het is belangrijk dat de plek voor [naam kind01] en het beleid zoals dat is uitgezet met de overstap naar een nieuwe woongroep behouden blijft. De GI vindt het jammer het dat het gezin ontevreden is over de jeugdzorg, maar gelet op wat de ouders op zitting vertellen snapt de GI dit ook.

Het standpunt van de belanghebbenden

De moeder heef ter zitting het volgende standpunt kenbaar gemaakt. [naam kind01] gaat morgen verhuizen naar een andere woonvorm. De moeder zoekt [naam kind01] wekelijks op om samen te eten of iets leuks te doen. De moeder ziet dat [naam kind01] is gegroeid de laatste tijd. [naam kind01] wil graag een HBO-opleiding doen om uiteindelijk in de jeugdzorg te gaan werken. Zij wil haar ervaring inzetten om anderen te helpen. De moeder staat achter het verzoek van de GI en wil niet terug naar het wijkteam vanwege slechte ervaringen.
De stiefvader heeft ter zitting kenbaar gemaakt trots te zijn op de vooruitgang die [naam kind01] laat zien. [naam kind01] is een stuk rustiger geworden. Er zijn veel jeugdbeschermers betrokken geweest en de stiefvader is niet positief over de GI. Desondanks staat hij achter het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat alle partijen het eens zijn met het verzoek. [naam kind01] ontwikkelt zich positief op de plek waar zij nu zit. Zij gaat morgen verhuizen naar een nieuwe woonvorm waar zij meer vrijheid krijgt en dus haar zelfstandigheid zal vergroten. De ouders willen daarnaast beslist niet terug naar het wijkteam. Het is belangrijk dat de huidige situatie rondom [naam kind01] zo blijft. De
kinderrechter vindt het belangrijk dat [naam kind01] zich positief kan ontwikkelen en zal het
verzoek van de GI dan ook toewijzen.
Er is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengen voor de duur van een jaar (artikel 1:260, eerste lid, BW). Ook is de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] noodzakelijk in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, BW). De kinderrechter zal de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verlengen door de duur van een jaar.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] tot 20 februari 2024;
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 20 februari 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2023 door mr T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V. Versteeg, als griffier en schriftelijk vastgesteld op 1 maart 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.