ECLI:NL:RBROT:2023:5481

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 maart 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
C/10/652407 / JE RK 23-298
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van kinderen

Op 1 maart 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van twee kinderen, [naam kind01] en [naam kind02]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 7 februari 2023 een verzoek ingediend voor de ondertoezichtstelling van de kinderen voor de duur van een jaar en een machtiging tot uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening voor zes maanden. De moeder, die belast is met het ouderlijk gezag, is bijgestaan door haar advocaat, mr. A.T. Tilburg. Tijdens de mondelinge behandeling op 1 maart 2023 zijn de moeder, een vertegenwoordiger van de Raad en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond verschenen.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen momenteel in een pleeggezin verblijven en dat er zorgen zijn over de opvoedsituatie van de moeder, die alcoholmisbruik vertoont als copingmechanisme bij stress. De moeder heeft eerder goed meegewerkt met de ondertoezichtstelling en is open over haar problematiek. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de moeder te ondersteunen in haar herstel en om de veiligheid van de kinderen te waarborgen. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd en de kinderen onder toezicht gesteld voor de duur van een jaar, met de verwachting dat er binnen twee tot vier weken een gezinsopname kan plaatsvinden.

De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2023. De beschikking is schriftelijk vastgesteld op 16 maart 2023. Hoger beroep kan worden ingesteld bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/652407 / JE RK 23-298
Datum uitspraak: 1 maart 2023
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming, regio Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[naam kind01] geboren op [geboortedatum01] 2018 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [naam kind01] ,

[naam kind02] , geboren op [geboortedatum02] 2022 te [geboorteplaats02] ,

hierna te noemen: [naam kind02] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam01]

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. A.T. Tilburg, te Rotterdam.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van de Raad van 7 februari 2023;
- het raadsrapport met bijlagen van 23 februari 2023;
- het verleningsbesluit van 24 februari 2023;
- de e-mailberichten van de Raad van 9, 10 en 13 februari 2023.
Op 1 maart 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam02] ;
- een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming
Rotterdam Rijnmond, hierna: de GI, [naam03] .

De feiten

De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [naam kind01] en [naam kind02] .
[naam kind01] en [naam kind02] verblijven in een pleeggezin.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 2 december 2022 [naam kind01] en [naam kind02] voorlopig onder toezicht gesteld tot 2 maart 2023.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 16 december 2022 de machtiging om [naam kind01] en [naam kind02] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 2 maart 2023.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] voor de duur van een jaar. Ook verzoekt de Raad een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] en [naam kind02] in een voorziening voor pleegzorg voor de duur van zes maanden. De Raad verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

Het standpunt van de Raad

De Raad handhaaft het verzoek en licht dit als volgt toe. Moeder is warm en betrokken. Er zijn geen zorgen over de opvoedkwaliteiten van de moeder. Zij is open over haar problematiek en beseft dat zij hulp nodig heeft. Haar oudere dochter [naam04] is een belangrijk steunend figuur voor de moeder. [naam kind01] doet het heel goed op school en wordt gezien als een sociaal meisje. Toch bestaan er veel zorgen over het gezin. [naam kind01] heeft al veel meegemaakt. Zij is eerder uit huis geplaatst en is getuige geweest van huiselijk geweld. Bij [naam kind02] zijn de zorgen nog groter. [naam kind02] is prematuur geboren en er is ernstige gezondheidsproblematiek. Zij zal nu en in de toekomst veel zorg nodig hebben.
In de opvoedsituatie is er een patroon bij de moeder van alcoholgebruik. De moeder gebruikt alcohol als copingsmechanisme wanneer zij stress heeft. Er is sprake van achterliggend trauma bij de moeder en zij heeft te maken gehad met huiselijk geweld. De kinderen kunnen nog niet terug naar de moeder. Er wordt hard gewerkt aan een opname voor de moeder en de kinderen in een gezinshuis. De Raad gunt het de moeder dat zij weer voor haar kinderen kan zorgen. De ondertoezichtstelling is noodzakelijk voor de moeder om een stok achter de deur te hebben om geen alcohol meer te gebruiken. De moeder heeft eerder goed meegewerkt met de ondertoezichtstelling. Ook is het belangrijk om een netwerk op te bouwen zodat er mensen zijn die de moeder steunen en het signaleren als er iets misgaat.

Het standpunt van de GI

De GI sluit zich ter zitting aan bij het verzoek van de Raad. De jeugdbeschermer denkt dat een gezinsopname passend is voor het gezin. De moeder gaat tijdens de gezinsopname werken aan haar copingsmechanismen en haar achterliggende trauma’s. Daarnaast zal er worden gewerkt aan de hechting tussen de moeder en de kinderen. Dit is zeker in het geval van [naam kind02] van belang. [naam kind01] gaat op dit moment weer naar school met taxi vervoer. School is een stabiele factor in haar leven. Er is een betrokken moeder te zien die alles wil doen. De GI vindt de gezinsopname en intensieve hulpverlening n de thuissituatie nodig om een duurzame verandering in het gezin aan te brengen. Hiervoor is geen wachtlijst. De aanmelding kan morgen worden gedaan via de huisarts. Op dit moment staat de moeder op de wachtlijst bij GGZ Delfland. Dit kan lang duren.

Het standpunt van de moeder

Namens en door de moeder is ter zitting het volgende standpunt naar voren gebracht. Er is geen sprake van een alcoholverslaving maar van alcoholmisbruik. De moeder is van mening dat met een ondertoezichtstelling en wekelijks bezoek er moet worden gekeken of de kinderen weer thuisgeplaatst kunnen worden. De uithuisplaatsing moet zo snel mogelijk worden beëindigd. [naam kind02] en [naam kind01] zitten nu apart in een pleeggezin. [naam kind02] is emotioneel als de moeder op bezoek komt. Het is voor [naam kind02] erg ingrijpend om langere tijd van de moeder weg te zijn. [naam kind01] heeft ook het nodige meegemaakt. Er zitten behoorlijk wat nadelen aan de uithuisplaatsing. De moeder hoort dit ook terug in het verhaal van de Raad. De moeder wil er alles aan doen om de onderbreking van het contact met [naam kind01] en [naam kind02] zo kort mogelijk te houden. De moeder staat open voor een gezinsopname. Daarnaast heeft zij op 7 maart 2023 een intake bij GGZ Delfland.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Ook is de kinderrechter van oordeel dat de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] en [naam kind02] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding, zoals genoemd in artikel 1:265b (BW).
De moeder is in december 2022 flink door de ondergrens gezakt. Moeder had veel stress en is gaan drinken. De moeder belt zelf de politie, maar blijkt al vijf dagen te drinken. Hierdoor zijn haar kinderen ernstig verwaarloosd en liepen zij ook gevaar. [naam kind01] en [naam kind02] zijn naar aanleiding van het incident uit huis geplaatst in een pleeggezin. Er is sprake van alcoholmisbruik van de moeder op momenten dat zij stress ervaart. Zij is niet verslaafd, maar drinkt bij stress. De moeder heeft achterliggende problematiek waar zij hulpverlening voor nodig heeft. Het is ook belangrijk dat de moeder strak wordt gemonitord op haar alcoholgebruik. Alle partijen staan achter het verzoek tot ondertoezichtstelling. De kinderrechter zal daarom [naam kind01] en [naam kind02] onder toezicht stellen voor de duur van een jaar.
De kinderen verblijven momenteel in een apart pleeggezin en hebben beperkt contact met de moeder. Het is voor de hechting van de kinderen niet wenselijk om voor lange periode gescheiden te zijn van de moeder. Het risico dat de moeder vervalt in oude patronen is daarentegen te groot om de kinderen op dit moment veilig thuis te plaatsen. De kinderrechter is van oordeel dat de gezinsopname, zeker nu hier geen wachtlijst is, het meest passend is. Er wordt binnen de gezinsopname in een periode van twee tot vier weken gewerkt aan de achterliggende problematiek van de moeder en daarna zal de moeder worden herenigd met haar kinderen. Naar verwachting kan de moeder binnen twee weken starten. Het is van belang dat de moeder zo snel mogelijk aan het traject begint. In de tussentijd is het belangrijk dat er – met name voor [naam kind02] – contact is met de moeder. De kinderrechter verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] en [naam kind02] voor de duur van twee maanden. De kinderrechter heeft de verwachting dat de gezinsopname op dat moment is gestart voor de kinderen en de moeder. Een machtiging uithuisplaatsing is op dat moment niet meer nodig, omdat de kinderen bij de moeder verblijven. Bij de gezinsopname wordt ingezet op thuisplaatsing.
Op het moment dat de intake niet verloopt zoals nu gedacht zal er een nieuw verzoek moeten worden ingediend. De kinderrechter heeft toegezegd deze met voorrang te behandelen.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind01] en [naam kind02] onder toezicht van Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond met ingang van 1 maart 2023 tot 1 maart 2024;
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] en [naam kind02] in een voorziening voor pleegzorg met ingang 1 maart 2023 tot 1 mei 2023;
wijst af het meer of anders verzochte;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2023 door mr T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V. Versteeg, als griffier en schriftelijk vastgesteld op 16 maart 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.