ECLI:NL:RBROT:2023:5396
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming op nihil en terugvordering voorschot NOW-2
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, vertegenwoordigd door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming op grond van de NOW-2 regeling, maar had geen definitieve aanvraag ingediend, waardoor de tegemoetkoming op nihil werd vastgesteld. Eiseres voerde aan dat de huidige bestuurders van de onderneming niet op de hoogte waren van de aanvraag die door de vorige bestuurder was ingediend en dat zij daardoor niet in staat waren om tijdig een definitieve aanvraag in te dienen. De rechtbank oordeelde dat het de verantwoordelijkheid van de bestuurders is om zorg te dragen voor een adequate overdracht van taken en dat eiseres niet kan worden vrijgesteld van de verplichting om een aanvraag in te dienen. De rechtbank concludeerde dat de minister in redelijkheid heeft kunnen besluiten tot vaststelling van de tegemoetkoming op nihil en tot terugvordering van het voorschot van € 21.820,-. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.