Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[handelsnaam01],
1..De procedure
- de dagvaarding van 7 november 2022, met producties 1 tot en met 12;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie, met producties 1 tot en met 5;
- de brief van de rechtbank van 16 februari 2023 waarbij partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling op 9 mei 2023;
- de e-mail van de rechtbank van 5 april 2023 met daarin een zittingsagenda met vragen van de rechtbank voor partijen voor de mondelinge behandeling;
- het B-formulier van 18 april 2023 waarbij de advocaat van [gedaagde01] zich heeft onttrokken;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 13 tot en met 17, die [eiser01] op de mondelinge behandeling wilde indienen;
- de verwijzing naar de rol van 3 mei 2023 voor het stellen van een nieuwe advocaat aan de zijde van [gedaagde01] ;
- de verwijzing naar de rol van 17 mei 2023 voor partijberaad;
- het B-formulier van 8 mei 2023 waarbij [eiser01] de rechtbank vraagt vonnis te wijzen.
2..De vorderingen
in conventie
in reconventie
3..De beoordeling
in conventie
- post 8: Volgens [eiser01] is de offerte van ABGN gebaseerd op het rapport van BAS. Het rapport van BAS is evenwel van eerdere datum dan de offerte van ABGN. De offerte van ABGN gaat uit van een volledig nieuwe renovatie, terwijl het rapport van BAS vooral op kleine herstellingen wijst. In de offerte van ABGN en in het rapport van BAS zijn bovendien werkzaamheden opgenomen die niet tot de opdracht van [gedaagde01] behoorde, zoals werkzaamheden aan de keuken en bepaald loodgieterswerk.