ECLI:NL:RBROT:2023:5208

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 juni 2023
Publicatiedatum
19 juni 2023
Zaaknummer
10337038
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens huurachterstand

In deze zaak heeft Gotthard Vastgoed B.V. een huurovereenkomst met [gedaagde01] die in gebreke is gebleven met de huurbetalingen. De eiseres, Gotthard, heeft de kantonrechter verzocht om de huurovereenkomst te ontbinden en de gedaagde te veroordelen tot ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand van meer dan drie maanden. De gedaagde heeft erkend dat er een huurachterstand is, maar heeft aangevoerd dat deze is ontstaan door persoonlijke en financiële problemen, en dat de woning slecht onderhouden is. De kantonrechter heeft de eisen van Gotthard grotendeels toegewezen, met uitzondering van een deel van de gevorderde wettelijke rente. De rechter heeft geoordeeld dat de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is, gezien de langdurige huurachterstand. De gedaagde is veroordeeld om de woning binnen veertien dagen te ontruimen en moet de huurachterstand van € 3.387,81 betalen. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 1.015,38 per maand tot aan de ontruiming. De kantonrechter heeft ook de buitengerechtelijke kosten en proceskosten toegewezen aan Gotthard. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, met de voorwaarde dat de gedaagde de lopende huur tijdig betaalt en een afbetalingsvoorstel doet in samenwerking met schuldhulpverlening.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10337038 CV EXPL 23-4876
datum uitspraak: 16 juni 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Gotthard Vastgoed B.V.,
vestigingsplaats: Luchthaven Schiphol, gemeente Haarlemmermeer,
eiseres,
gemachtigde: mr. O.J. Boeder,
tegen
[gedaagde01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Gotthard’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 8 februari 2023, met bijlagen;
  • de aantekeningen van de griffier van het mondelinge antwoord van [gedaagde01] ;
  • de akte van Gotthard met een vermeerdering van eis, met bijlagen;
  • het stuk dat Gotthard tijdens de mondelinge behandeling heeft overhandigd.
1.2.
Op 24 mei 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met de partijen besproken.

2.De beoordeling

Waar gaat het om?
2.1.
[gedaagde01] huurt een woning van Gotthard. Gotthard eist in deze procedure dat de huurovereenkomst wordt ontbonden en dat [gedaagde01] wordt veroordeeld om de woning te ontruimen, omdat [gedaagde01] een huurachterstand heeft laten ontstaan. Zij eist daarnaast dat [gedaagde01] wordt veroordeeld de huurachterstand te betalen en € 1.015,38 per maand tot aan de ontruiming. Verder eist zij dat [gedaagde01] wordt veroordeelt om de rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten te betalen.
2.2.
[gedaagde01] bevestigt dat er sprake is van een huurachterstand. Die is volgens hem (mede) ontstaan door een moeilijke persoonlijke situatie en doordat hij financieel het overzicht kwijt was. Hij voert daarnaast aan dat de woning slecht onderhouden is en dat hij daarom een poosje bewust de huur niet heeft betaald. [gedaagde01] wil graag in de woning blijven wonen.
2.3.
De kantonrechter wijst nagenoeg alle eisen van Gotthard toe. Alleen een deel van de geëiste wettelijke rente wordt afgewezen. In dit vonnis licht de kantonrechter deze beslissing toe.
Huurachterstand
2.4.
Gotthard heeft bij haar akte een actuele specificatie van de huurachterstand gegeven. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde01] bevestigd dat die specificatie klopt. Uit de specificatie blijkt dat er tot en met mei 2023 sprake is van een huurachterstand van € 3.387,81. [gedaagde01] wordt veroordeeld om dat bedrag aan Gotthard te betalen.
2.5.
[gedaagde01] heeft nog aangevoerd dat hij vindt dat hij minder huur hoeft te betalen, omdat er gebreken zijn in de woning. Hij heeft echter geen tegenvordering tot huurprijsvermindering ingesteld en heeft zich ook niet beroepen op opschorting of verrekening. Daarom gaat de kantonrechter hier niet op in. Het ligt uiteraard wel op de weg van Gotthard om eventueel aanwezige gebreken te verhelpen.
Ontbinding en ontruiming
2.6.
Gotthard eist dat de huurovereenkomst wordt ontbonden. Deze eis wordt toegewezen. [gedaagde01] betaalt namelijk sinds maart 2022 de huur vaak te laat, onvolledig of helemaal niet. Er is daardoor inmiddels sprake van een achterstand van meer dan drie maanden. Dat die achterstand (mede) is ontstaan door financiële en persoonlijke problemen is uiteraard vervelend voor [gedaagde01] , maar dat probleem kan niet op het bord van Gotthard worden gelegd. De kantonrechter oordeelt daarom dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. [gedaagde01] wordt veroordeeld om de woning binnen veertien dagen na dit vonnis te ontruimen. Daarnaast wordt hij veroordeeld om tot aan de ontruiming een bedrag van € 1.015,38 per maand te betalen (artikel 7:225 BW).
Buitengerechtelijke kosten
2.7.
Gotthard eist ook een vergoeding van € 148,90 voor de buitengerechtelijke kosten die zij heeft gemaakt. Deze eis wordt toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW) en [gedaagde01] hier geen verweer tegen heeft gevoerd.
Rente
2.8.
Gotthard eist dat [gedaagde01] ook wordt veroordeeld om wettelijke rente te betalen. Deze eis wordt toegewezen ten aanzien van de huurachterstand. Er is namelijk geen discussie over dat [gedaagde01] de huur te laat betaald heeft. Uit de wet volgt dat hij daarom rente moet betalen (artikel 6:119 BW).
2.9.
Gotthard eist ook rente over € 54,14 aan verschenen rente, berekend tot 9 mei 2023. Dit deel wordt afgewezen. Rente over rente kan op grond van de wet namelijk pas worden toegewezen wanneer de rente een jaar verschuldigd is (artikel 6:119 lid 2 BW). Dat is niet voor het (volledige) bedrag van € 54,14 het geval.
2.10.
De rente wordt ook niet toegewezen over de buitengerechtelijke kosten, zoals door Gotthard geëist. Het is namelijk niet gesteld of gebleken dat Gotthard die kosten al aan haar gemachtigde heeft betaald.
2.11.
Gotthard heeft gesteld dat de rente berekend tot 9 mei 2023 € 54,14 bedraagt. Gotthard heeft niet laten zien hoe ze dit bedrag heeft berekend, maar de kantonrechter gaat er gezien het voorgaande vanuit dat dit onjuist is berekend. De rente wordt daarom toegewezen over de huurachterstand vanaf 1 maart 2022, omdat uit de specificatie volgt dat de achterstand op die dag is ontstaan.
Proceskosten
2.12.
[gedaagde01] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Gotthard tot vandaag vast op € 130,66 aan dagvaardingskosten, € 365,- aan griffierecht en € 431,- aan salaris voor de gemachtigde (1 punt x € 199,- en 1 punt x € 232,-). Dit is totaal € 926,66. Voor kosten die Gotthard maakt na deze uitspraak moet [gedaagde01] een bedrag betalen van € 116,- (1/2 punt x € 232,-). Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853).
Betalingsregeling
2.13.
[gedaagde01] heeft aangevoerd dat hij inmiddels met hulp van schuldhulpverlening van de Gemeente Rotterdam bezig is de schuldensituatie in kaart te brengen, om zo realistische betalingsafspraken te kunnen maken met zijn schuldeisers. Gotthard heeft daarop tijdens de mondelinge behandeling toegezegd dat zij dit vonnis niet zal uitvoeren (executeren), onder de voorwaarden dat (1) [gedaagde01] de lopende huur tijdig en volledig blijft betalen én (2) [gedaagde01] in samenwerking met schuldhulpverlening een concreet afbetalingsaanbod doet. De kantonrechter zal dit opnemen in de beslissing.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.14.
Dit vonnis wordt, met inachtneming van 2.13, uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen, met betrekking tot de woning op het adres [adres01] in Hoogvliet-Rotterdam;
3.2.
veroordeelt [gedaagde01] om de woning te ontruimen, binnen veertien dagen na dit vonnis;
3.3.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Gotthard te betalen € 3.536,71, met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over het bedrag dat aan huurachterstand, exclusief rente en kosten, heeft opengestaan vanaf 1 maart 2022, tot de dag van volledige betaling;
3.4.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Gotthard te betalen € 1.015,38 per maand dat hij de woning in gebruikt houdt, vanaf 1 juni 2023;
3.5.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten die aan de kant van Gotthard tot vandaag worden vastgesteld op € 926,66;
3.6.
bepaalt dat Gotthard dit vonnis niet ten uitvoer mag leggen, wanneer [gedaagde01] de lopende huur vanaf juni 2023 tijdig en volledig betaalt én [gedaagde01] , in samenwerking met schuldhulpverlening, een concreet afbetalingsvoorstel aan Gotthard doet;
3.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.8.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en in het openbaar uitgesproken.
33394