In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaars (VvE) van woningen in Rotterdam een betalingsachterstand van € 4.660,- geëist van gedaagde, die sinds 2019 eigenaar is van een woning binnen de VvE. De VvE stelt dat gedaagde niet alleen achterloopt met de maandelijkse bijdragen, maar ook een eenmalige extra bijdrage van € 4.500,- moet betalen voor de renovatie van het trappenhuis. Gedaagde betwist de eisen van de VvE, met name de extra bijdrage, maar de kantonrechter oordeelt dat hij gebonden is aan het besluit van de VvE, aangezien hij niet tijdig heeft verzocht om vernietiging van dit besluit.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde de achterstand van € 4.660,- moet betalen, inclusief de wettelijke rente van € 59,96 tot 23 januari 2023. Daarnaast moet hij € 299,48 aan buitengerechtelijke kosten betalen, die voortvloeien uit een aanmaning die de VvE heeft verstuurd. De rechter heeft ook bepaald dat gedaagde vanaf 1 februari 2023 maandelijks € 160,- moet betalen, zolang hij eigenaar is van de woning, tot en met 31 december 2023. Gedaagde is verder veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.302,30. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de VvE direct kan overgaan tot uitvoering van de uitspraak, ongeacht een eventueel hoger beroep.
De kantonrechter heeft gedaagde aangeraden om contact op te nemen met de VvE of de deurwaarder voor mogelijke betalingsregelingen, gezien zijn financiële situatie. Dit vonnis benadrukt de verplichtingen van leden van een VvE en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichtingen.