Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- (partiële) vrijspraak van de onder 1 ten laste gelegde oplichting van [bedrijf10] en [bedrijf11];
- bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde oplichting van [bedrijf01], [bedrijf02], [bedrijf03], [bedrijf04], [bedrijf05], [bedrijf06] en [bedrijf07], alsmede bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde medeplegen van (opzet)witwassen;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 46 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar, met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
4..Waardering van het bewijs
en/ofhet aangaan van een schuld
(en)((onder meer kleding, pannensets en schoenen), heeft verworven
en/ofvoorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
(en)((ondermeer kleding, pannensets en/of schoenen)en/of geldbedragen (ongeveer €76.672,05), - heeft verworven
en/ofheeft omgezet
en de geldbedragen- onmiddellijk of middellijk - afkomstig
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vorderingen benadeelde partijen
9..Bijlagen
10.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
8 (acht) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
3 (drie) jaar;
€ 14.175,55 (zegge: veertienduizend eenhonderdvijfenzeventig euro en vijfenvijftig eurocent), aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 22 juni 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;