ECLI:NL:RBROT:2023:5144

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 mei 2023
Publicatiedatum
19 juni 2023
Zaaknummer
650072
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot verlenging ondertoezichtstelling minderjarige wegens inbreuk op persoonlijke levenssfeer en gebrek aan regie

Op 19 mei 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige01]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar, maar de kinderrechter heeft dit verzoek afgewezen. De kinderrechter overwoog dat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [voornaam minderjarige01] niet langer gerechtvaardigd kon worden, gezien het gebrek aan regie door een vaste jeugdbeschermer en de afwezigheid van een meerwaarde van de ondertoezichtstelling voor de minderjarige.

De ouders van [voornaam minderjarige01] zijn belast met het ouderlijk gezag en de minderjarige woont bij zijn moeder. De Raad had eerder een ondertoezichtstelling uitgesproken tot 27 mei 2023, maar de kinderrechter concludeerde dat er op dat moment geen vaste jeugdbeschermer beschikbaar was en dat de rol van de vader in de hulpverlening onduidelijk bleef. De kinderrechter merkte op dat de situatie van [voornaam minderjarige01] niet verbeterde en dat de ouders, ondanks hun wens om hulpverlening in te schakelen, beperkt werden in hun gezag door de ondertoezichtstelling.

De kinderrechter benadrukte dat de zorgen over [voornaam minderjarige01] nog steeds aanwezig zijn en dat het contact tussen de vader en de minderjarige niet hersteld is. De ouders werden aangespoord om samen met hun advocaat afspraken te maken over de hulpverlening, zodat de minderjarige de nodige ondersteuning kan krijgen. De kinderrechter wees het verzoek van de Raad af, met de hoop dat de ouders met de hulp van de aangemelde instanties tot een oplossing kunnen komen voor de situatie van [voornaam minderjarige01].

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/650072 / JE RK 22-3006
Datum uitspraak: 19 mei 2023

Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[minderjarige01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2012 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[moeder01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. J. Nieuwstraten, kantoorhoudende te Rotterdam,

[vader01]

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats02] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 27 januari 2023 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • de briefrapportage van de Raad van 11 mei 2023.
Op 19 mei 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
  • de vader;
  • de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
  • een vertegenwoordigster van de Raad, mw. [naam01] ;
  • een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond gevestigd te Rotterdam (hierna: de GI), mw. [naam02] .

De feiten

De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] .
[voornaam minderjarige01] woont bij zijn moeder.
Bij beschikking van 27 januari 2023 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] uitgesproken tot 27 mei 2023. Het verzoek voor het overige is aangehouden.
Het aangehouden verzoek
De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Hiervan is reeds vier maanden verleend. Thans dient te worden beslist over het resterende deel van het verzoek van een ondertoezichtstelling tot 27 januari 2024.

Het standpunt van de Raad

De Raad handhaaft het verzoek ter zitting en licht het als volgt toe. [voornaam minderjarige01] zit al jaren klem tussen de problematiek van zijn ouders. Tot voor kort bestonden er nog twijfels of de vader open staat voor hulpverlening. Wanneer dit niet het geval was, dan zou een ondertoezichtstelling geen toegevoegde waarde hebben gehad. Het is goed om te horen dat de vader nu open staat voor hulpverlening voor [voornaam minderjarige01] en voor zichzelf. De Raad acht een ondertoezichtstelling daarom van belang, zodat het mogelijk is om hulpverlening in te zetten binnen het gedwongen kader. Uit het verleden is gebleken dat vrijwillige hulpverlening niet van de grond komt.

Het standpunt van de GI

De GI ondersteunt het verzoek van de Raad ter zitting. De opdracht zoals geformuleerd in de beschikking van 27 januari 2023 is gelezen en opgepakt. De zittingsvertegenwoordiger is niet de vaste jeugdbeschermer. Onduidelijk is ook wanneer er wel een vaste jeugdbeschermer komt.
De afgelopen maanden is bekeken hoe veilig de situatie voor [voornaam minderjarige01] is en hoe het contact tussen de ouders en tussen de vader en [voornaam minderjarige01] hersteld kan worden. Er zijn gesprekken gevoerd met de ouders en [voornaam minderjarige01] , waarna er een gezinsplan is opgesteld. De ouders zijn vervolgens aangemeld voor Ouderschap na Scheiding, maar hiervoor is een lange wachtlijst.
De GI geeft aan dat er in de tussentijd meer had gekund ten aanzien van het contactherstel tussen de vader en [voornaam minderjarige01] . Het is belangrijk dat er (begeleid) contact tussen hen is. Hierbij is het niet noodzakelijk dat er eerst individuele hulp is ingezet voor [voornaam minderjarige01] . Dit kost teveel tijd. Toch moet de hulpverlening voor [voornaam minderjarige01] wel starten, omdat er sprake is van een loyaliteitsconflict. Hulpverlening in het vrijwillig kader heeft onvoldoende geholpen. Dit maakt dat een verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk is. De GI kan in het gedwongen kader meer betekenen in het contactherstel tussen de vader en [voornaam minderjarige01] .

Het standpunt van de moeder

De moeder verzoekt, mede bij monde van haar advocaat, om het verzoek van de Raad af te wijzen. Het gaat op dit moment redelijk met [voornaam minderjarige01] . Het lijkt alsof hij de huidige situatie heeft geaccepteerd. Tegelijkertijd wil [voornaam minderjarige01] graag zijn vader zien en heeft hij veel vragen over het ontbreken van het contact met de vader. Hij denkt dat het zijn schuld is dat hij geen contact heeft met de vader. Hier heeft [voornaam minderjarige01] hulp voor nodig. Het is belangrijk dat [voornaam minderjarige01] eerst hulp krijgt bij het verwerken van het verleden, voordat het contact met de vader wordt hersteld. Wanneer [voornaam minderjarige01] sterker is kan er gekeken worden hoe het contact met vader voorzichtig opgebouwd kan worden. Hiervoor zijn duidelijk afspraken nodig en er moet een plan gemaakt worden. Dit moet voorkomen dat vader zich weer terugtrekt uit het contact met [voornaam minderjarige01] , dit is voor hem schadelijk. De vader en de moeder kunnen hier niet samen uit komen. Hulp van een derde is nodig, maar de moeder heeft geen vertrouwen in de GI.
In de tijd dat de ondertoezichtstelling loopt zijn er nog geen stappen gemaakt, waardoor de situatie van [voornaam minderjarige01] stagneert. De vragen van de moeder worden niet beantwoord en zij voelt zich niet ondersteund. Net als de communicatie met de vader, loopt ook de communicatie met de GI niet goed. Er is gesproken met de GI en daarna is een gezinsplan opgesteld, maar op het moment dat de moeder hierover vragen had of dingen graag anders zag in het gezinsplan kon zij niemand bereiken. Om deze reden heeft zij een maatschappelijk werker ingeschakeld om het contact met de GI over te nemen.

Het standpunt van de vader

De situatie is sinds de ondertoezichtstelling onveranderd. De vader lag tijdens de vorige zitting in het ziekenhuis. Daarom kon hij niet aanwezig zijn op de zitting. De vader heeft [voornaam minderjarige01] al anderhalf jaar niet gezien. Dat is zorgelijk. De zorgen over [voornaam minderjarige01] zullen afnemen, wanneer er sprake is van een contactherstel tussen hem en de vader. De moeder houdt dit contact tegen. Dit komt mede door de communicatieproblemen tussen de vader en de moeder. De frustratie voor de vader ligt hem in het gegeven dat de moeder afspraken op het laatste moment afzegt. Ook met de GI verloopt de communicatie stroef. Het is moeilijk om contact te krijgen. De vader ervaart hierdoor veel stress.
Het belangrijkste is dat het goed gaat met [voornaam minderjarige01] . De vader wil dat [voornaam minderjarige01] gelukkig wordt. Hij heeft ook toestemming gegeven voor hulpverlening voor [voornaam minderjarige01] , dit staat al in het gezinsplan. Deze hulp is alleen nog niet aangevraagd. Om dit doel te behalen wil de vader ook aan de slag. Hij staat open voor alle hulpverlening en hoopt dat er zo snel mogelijk hulp kan starten, ook de hulp van Enver.

De beoordeling

De kinderrechter overweegt het volgende. De vorige zitting werd het verzoek tot ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] behandeld. Tijdens die zitting is de meerwaarde van een ondertoezichtstelling voor [voornaam minderjarige01] uitgebreid besproken. Er was toen geen vaste jeugdbeschermer voor het gezin beschikbaar en de rol van de vader was onduidelijk. Voorkomen moest worden dat de moeder degene was die allerlei nieuwe hulpverleners moest spreken, terwijl zij hiervoor ook al hulp had gezocht bij het wijkteam. In de ogen van de moeder voerde zij alle gesprekken en deed de vader niks.
De vader lag toen in het ziekenhuis en kon niet naar de zitting komen. Nu blijkt dat de rol van de vader groter is dan een half jaar geleden. Hij staat open voor hulpverlening. Bovendien heeft de vader het beste met [voornaam minderjarige01] voor. In maart 2023 heeft hij al toestemming gegeven voor individuele hulpverlening voor [voornaam minderjarige01] .
Gelet op de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat er op dit moment geen meerwaarde is voor een verlenging van de ondertoezichtstelling. De verwachting is ook niet dat die meerwaarde van de ondertoezichtstelling op korte termijn gecreëerd gaat worden. Zo is er op dit moment nog altijd geen vaste jeugdbeschermer en is er ook geen zicht op wanneer er een jeugdbeschermer beschikbaar zal zijn. Een reden hiervoor is de systematiek van de GI waarbij veiligheid een rol speelt en de veiligheidsrisico’s voor [voornaam minderjarige01] als laag zijn ingeschat. Dit levert voor iedereen frustraties op. De vader en de moeder krijgen moeilijk contact met de GI en ontvangen geen antwoorden op hun vragen. De Raad omschrijft in haar aanvullende rapport dat de situatie voor [voornaam minderjarige01] zelfs verslechterd is. Tegelijkertijd kunnen de ouders, ondanks dat zij dit allebei wensen, [voornaam minderjarige01] niet voor hulpverlening aanmelden, omdat zij zullen worden terugverwezen naar de GI. Hun gezag is door de ondertoezichtstelling immers beperkt. Dit terwijl de tweede zin van de vorige beschikking het belang van hulpverlening voor [voornaam minderjarige01] voorop zette.
Een ondertoezichtstelling is een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Deze inbreuk moet dan ook gerechtvaardigd kunnen worden. Dat kan in dit geval niet. Dit betekent dat de kinderrechter het verzoek afwijst.
Bovengenoemde neemt niet weg dat het niet goed gaat met [voornaam minderjarige01] . De zorgen bestaan nog steeds of zijn zelfs toegenomen. Het contact tussen de vader en [voornaam minderjarige01] is nog altijd niet hersteld. Voor de vader is dit erg frustrerend en voor [voornaam minderjarige01] is dit verwarrend en schadelijk voor zijn identiteitsontwikkeling. Ook de zorgen over het gebrek aan communicatie tussen de ouders zijn nog aanwezig. Het is belangrijk dat de ouders gaan starten met de hulpverlening van Enver, zodat zij afspraken kunnen gaan maken over [voornaam minderjarige01] . Hiervoor zijn zij aangemeld. Ook kunnen zij hiervoor hulp zoeken bij het wijkteam. Voor [voornaam minderjarige01] is het belangrijk dat hij individuele hulp krijgt, zodat hij beter leert met deze situatie om te gaan. De kinderrechter heeft de ouders opgeroepen om hier na de zitting samen met de advocaat afspraken over te maken.
Het is noodzakelijk dat er een ander pad wordt bewandeld om de zorgen over [voornaam minderjarige01] weg te nemen. De kinderrechter wil de ouders meegeven niet teleurgesteld te raken in de hulpverlening. De kinderrechter hoopt dat de ouders met behulp van de aangemelde hulpverlening van Enver en het wijkteam tot een oplossing komen.

De beslissing

De kinderrechter:
wijst het verzoek af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 19 mei 2023 door mr T. van den Akker, kinderrechter, in aanwezigheid van V. Lankhaar als griffier, en op schrift gesteld op 26 mei 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.