ECLI:NL:RBROT:2023:507

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 januari 2023
Publicatiedatum
26 januari 2023
Zaaknummer
C/10/650156 / KG ZA 22-1097
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een straat- en contactverbod in kort geding met betrekking tot bestuurders van een bedrijf

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 24 januari 2023, hebben eisers, [eiser01] en [eiser02], beiden in hun hoedanigheid als bestuurders van [bedrijf01], een kort geding aangespannen tegen gedaagden [gedaagde01] en de besloten vennootschap [gedaagde02]. De eisers vorderden een straat- en contactverbod tegen de gedaagden, die niet verschenen waren op de zitting. De procedure begon met een dagvaarding op 2 januari 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 10 januari 2023. De voorzieningenrechter verleende verstek tegen de niet verschenen gedaagden en beoordeelde de vorderingen van eisers.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het gevorderde contactverbod niet onrechtmatig of ongegrond was en wees dit gedeeltelijk toe, met een beperking van de duur tot zes maanden. Het contactverbod geldt niet voor de advocaat van eisers. Daarnaast werd het gevorderde straatverbod, dat alleen op [gedaagde01] van toepassing is, eveneens toegewezen, met een beperking tot een straal van 500 meter van het bedrijfspand van [bedrijf01] en in de wijk Woudhoek te Schiedam. De voorzieningenrechter legde een dwangsom op van € 500,00 per overtreding, met een maximum van € 25.000,00 voor beide gedaagden.

De gedaagden werden ook veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eisers zijn begroot op € 1.103,62. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/650156 / KG ZA 22-1097
Vonnis in kort geding van 24 januari 2023
in de zaak van

1..[eiser01] ,

2.
[eiser02],
beiden in hun hoedanigheid als bestuurders van [bedrijf01] (gevestigd te Ridderkerk) en pro se,
domicilie kiezende te Amsterdam,
eisers,
advocaat mr. R.A. Korver te Amsterdam,
tegen

1.[gedaagde01] ,

wonende te Hoogvliet Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde02],
gevestigd te Rotterdam,
gedaagden,
niet verschenen.
Gedaagden worden hierna afzonderlijk [gedaagde01] respectievelijk [gedaagde02] genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 2 januari 2023;
  • de 23 producties van eisers;
  • de mondelinge behandeling op 10 januari 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De vordering

Eisers vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
gedaagden te verbieden na betekening van het te wijzen vonnis op enigerlei wijze, schriftelijk of mondeling, digitaal of anderszins, direct dan wel indirect, dan wel via derden, daarbij inbegrepen het benaderen van het zakelijke en/of sociale netwerk alsmede de werknemers van eisers, met eisers in contact te treden;
II. gedaagden te verbieden na betekening van het ten deze te wijzen vonnis in een straal van primair 500 meter, subsidiair 100 meter van [bedrijf01], gevestigd te Ridderkerk, alsmede het verbod in de gemeenten Schiedam en Oude-Tonge waar eisers woonachtig zijn, te komen;
III. op verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 per gebeurtenis, met een maximum van € 100.000,00, dan wel een ander door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
IV. en onder bepaling dat eisers de kosten die zij in verband met de eventuele tenuitvoerlegging verschuldigd zullen zijn, op gedaagden kunnen verhalen;
V. met verwijzing van gedaagden in de kosten van dit geding, nu gedaagden het geding geheel aan hun eigen handelen heeft te wijten.

3..De beoordeling

3.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat tegen de niet verschenen gedaagden verstek zal worden verleend. Weliswaar heeft [gedaagde01] om aanhouding verzocht, maar nadat eisers zich daartegen hadden verzet heeft (de griffie namens) de voorzieningenrechter hem, tijdig voor de zitting, laten weten dat dat verzoek werd afgewezen.
3.2.
Het gevorderde contactverbod (vordering I.) komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen, zij het dat het op te leggen verbod, in verband met de eisen van proportionaliteit, voor de duur van zes maanden wordt opgelegd. Voorts ziet dat verbod niet op contacten met de aan gedaagden bekende raadsman van eisers, in het bijzonder waar het gaat om de vordering die gedaagden op eisers menen te hebben.
3.3.
Ten aanzien van het gevorderde straatverbod (vordering II.) hebben eisers ter zitting verklaard dat deze vordering alleen geldt ten aanzien van [gedaagde01] . Ook dit verbod komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, waarbij de vordering zo wordt begrepen dat deze ziet op het bedrijfspand van [bedrijf01] . Het gevorderde straatverbod jegens [gedaagde01] zal worden toegewezen, eveneens voor de duur van zes maanden, met dien verstande dat het verbod voor het gebied Schiedam wordt beperkt tot de wijk Woudhoek. De bewegingsvrijheid van [gedaagde01] wordt door dat verbod immers beperkt en de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit brengen mee, dat met een kortere periode en een kleiner gebied kan worden volstaan.
3.4.
De aan de veroordelingen te verbinden dwangsom zal voor ieder van gedaagden worden beperkt tot € 500,00 per gebeurtenis, met een maximum van € 25.000,00.
3.5.
Gedaagden zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eisers worden begroot op:
- betekening oproeping € 133,62
- griffierecht € 314,00
- salaris advocaat
€ 656,00
Totaal € 1.103,62
3.6.
De voorzieningenrechter begrijpt dat eisers met vordering IV. hebben bedoeld de nakosten te vorderen. Over de vergoeding van nakosten hoeft echter geen aparte beslissing te worden genomen, omdat volgens vaste rechtspraak een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel oplevert (vgl. HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853, rov. 2.3).

4..De beslissing

De voorzieningenrechter:
4.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagden;
4.2.
verbiedt gedaagden om, gedurende zes maanden na betekening van dit vonnis, op enigerlei wijze, schriftelijk of mondeling, digitaal of anderszins, direct dan wel indirect, dan wel via derden, daarbij inbegrepen het benaderen van het zakelijke en/of sociale netwerk alsmede de werknemers van eisers, met eisers in contact te treden; contact met de advocaat van eisers valt niet onder dit verbod;
4.3.
verbiedt [gedaagde01] om, gedurende zes maanden na betekening van dit vonnis, in een straal van 500 meter van het bedrijfspand van [bedrijf01], gevestigd te Ridderkerk, te komen;
4.4.
verbiedt [gedaagde01] om, gedurende zes maanden na betekening van dit vonnis, in Oude-Tonge en in de wijk Woudhoek te Schiedam te komen;
4.5.
veroordeelt [gedaagde01] om aan eisers een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere keer dat hij niet aan één van de in 4.2. t/m 4.4. uitgesproken veroordelingen voldoet, tot een maximum van € 25.000,00 is bereikt;
4.6.
veroordeelt [gedaagde02] om aan eisers een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere keer dat zij niet aan de in 4.2. uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 25.000,00 is bereikt;
4.7.
veroordeelt gedaagden in de proceskosten, aan de zijde van eisers tot op heden begroot op € 1.103,62;
4.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2023.
2091 / 106