Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser01] ,
[eiser02],
1.[gedaagde01] ,
1..De procedure
- de dagvaarding van 2 januari 2023;
- de 23 producties van eisers;
- de mondelinge behandeling op 10 januari 2023.
2..De vordering
3..De beoordeling
€ 656,00
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 24 januari 2023, hebben eisers, [eiser01] en [eiser02], beiden in hun hoedanigheid als bestuurders van [bedrijf01], een kort geding aangespannen tegen gedaagden [gedaagde01] en de besloten vennootschap [gedaagde02]. De eisers vorderden een straat- en contactverbod tegen de gedaagden, die niet verschenen waren op de zitting. De procedure begon met een dagvaarding op 2 januari 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 10 januari 2023. De voorzieningenrechter verleende verstek tegen de niet verschenen gedaagden en beoordeelde de vorderingen van eisers.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het gevorderde contactverbod niet onrechtmatig of ongegrond was en wees dit gedeeltelijk toe, met een beperking van de duur tot zes maanden. Het contactverbod geldt niet voor de advocaat van eisers. Daarnaast werd het gevorderde straatverbod, dat alleen op [gedaagde01] van toepassing is, eveneens toegewezen, met een beperking tot een straal van 500 meter van het bedrijfspand van [bedrijf01] en in de wijk Woudhoek te Schiedam. De voorzieningenrechter legde een dwangsom op van € 500,00 per overtreding, met een maximum van € 25.000,00 voor beide gedaagden.
De gedaagden werden ook veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eisers zijn begroot op € 1.103,62. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten.