ECLI:NL:RBROT:2023:5033

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 juni 2023
Publicatiedatum
15 juni 2023
Zaaknummer
C/10/646141 / HA ZA 22-821
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid en incidentele vordering tot inzage van bescheiden in geschil tussen aandeelhouders van Cyclops Security B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen aandeelhouders van Cyclops Security B.V. en de vraag naar de bevoegdheid van de rechtbank om van de vorderingen kennis te nemen. De eiseres, vertegenwoordigd door [eiseres01], vordert onder andere inzage in bepaalde bescheiden op grond van artikel 843a Rv, maar de rechtbank oordeelt dat de eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een rechtsbetrekking die recht geeft op inzage. De rechtbank heeft eerder in een tussenvonnis partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de bevoegdheid, waarbij is vastgesteld dat de rechtbank op grond van artikel 2:241 BW bevoegd is om van alle vorderingen kennis te nemen, inclusief die op een arbeidsovereenkomst zijn gegrond. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen van de eiseres in het incident niet ontvankelijk zijn, omdat de eiser niet heeft aangetoond dat hij rechtmatig belang heeft bij de gevraagde inzage. De vorderingen zijn afgewezen en de eiser is veroordeeld in de proceskosten. De zaak zal opnieuw op de rol komen voor beraad omtrent een mondelinge behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/646141 / HA ZA 22-821
Vonnis van 14 juni 2023
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres01],
gevestigd te 's-Gravenhage,
eiseres in de hoofdzaak in conventie,
gedaagde in de hoofdzaak in reconventie,
verweerster in het incident in reconventie,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CYCLOPS SECURITY B.V.,
gevestigd te Hoogvliet Rotterdam,
eiseres in de hoofdzaak in conventie
advocaat mr. H.G. Ruis te Meppel,
tegen
[gedaagde01],
wonende te Hellevoetsluis,
gedaagde in de hoofdzaak in conventie,
eiser in de hoofdzaak in reconventie,
eiser in het incident in reconventie,
advocaat mr. G.A. Tsiris te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres01] , Cyclops Security en [gedaagde01] genoemd worden. Eisers worden gezamenlijk [eiseres01] c.s. genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis van 29 maart 2023 (hierna: het tussenvonnis) en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
  • de akte uitlating na tussenvonnis van 29 maart 2023 van [naam01] c.s., met productie 21;
  • de antwoordakte van [gedaagde01] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten, voor zover van belang in het incident

2.1.
Sinds 2014 werkten [gedaagde01] en [naam01] (hierna: [naam01] ) samen als joint venture partners in Cyclops Security Holding B.V. (hierna: Cyclops Holding) waarvan [naam01] meerderheidsaandeelhouder is middels zijn persoonlijke holding [eiseres01] (hierna: [eiseres01] ).
2.2.
Cyclops Security B.V. (hierna: Cyclops Security) is een dochtervennootschap van Cyclops Holding en houdt zich bezig met (elektronische) beveiliging van leegstaand vastgoed.
2.3.
[naam01] is ook directeur-grootaandeelhouder (DGA) van C.T.S. Holding B.V. (hierna: C.T.S.).
2.4.
In het kader van de joint venture samenwerking door middel van Cyclops Holding hebben [gedaagde01] en [eiseres01] in februari 2014 een aandeelhoudersovereenkomst (hierna: de aandeelhoudersovereenkomst) gesloten. Daarin is onder meer een non-concurrentie- en relatiebeding opgenomen. Het beding luidt, voor zover van belang:

Artikel 6 Nevenwerkzaamheden, non-concurrentie- en relatiebeding
(…)
Beide partijen zullen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de vennootschap niet in enigerlei vorm een met het bedrijf van de vennootschap [Cyclops Holding, opm. rechtbank] of een van haar groepsvennootschappen (Cyclops-groep) (in binnen- en/of buitenland) of gelieerde vennootschappen (CTS-Groep voor wat betreft de Ad Hoc werkmaatschappijen Nederland), Ad Hoc International-Groep voor wat betreft het buitenland) concurrerend bedrijf vestigen, drijven, mede drijven of doen drijven, hetzij direct hetzij indirect, betaald of onbetaald, in dienstbetrekking of als zelfstandige, of in welke vorm dan ook bij een dergelijk bedrijf belang hebben of daarin of daarvoor op enigerlei wijze werkzaam te zijn, hetzij tegen vergoeding hetzij om niet.
Bij iedere overtreding van een in het voorafgaande in dit artikel genoemd verbod verbeurt de overtredende partij een direct opeisbare boete van € 10.000,00, te vermeerderen met € 1.000 per dag voor iedere dag dat de overtreding na schriftelijke constatering daarvan voortduurt, aan de vennootschap. Dit laat onverlet de mogelijkheid voor de vennootschap of voor de andere partij om volledige schadevergoeding te vorderen.
Het is de beide partijen verboden gedurende twee jaren na het beëindigen van de aandeelhoudersovereenkomst, hetzij voor zich, hetzij in dienst van anderen, hetzij alleen, hetzij samen met anderen, hetzij om niet, hetzij tegen beloning met klanten en/of relaties van de vennootschap enigerlei transactie aan te gaan en/of activiteiten te ontplooien, welke transacties en/of activiteiten direct of indirect concurreren met de activiteiten van de vennootschap. Tot de activiteiten van de vennootschap wordt in ieder geval doch niet uitsluitend gerekend: de vervaardiging of het verhandelen dan wel verhuren of anderszins ter beschikking stellen van alarmsystemen en camerasystemen, een en ander in de ruimste zin des woords.
Onverminderd het recht van de vennootschap om bij overtreding van dit verbod schadevergoeding te vorderen voor de daadwerkelijk geleden schade, verbeurt de overtredende partijen aan de vennootschap bij overtreding van dit verbod, zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, een onmiddellijk opeisbare boete van € 25.000,-- per overtreding, te vermeerderen met een bedrag van
€ 5.000,-- voor iedere dag dat de overtreding voortduurt.
In deze bepaling wordt onder klanten van de vennootschap verstaan, diegene aan c.q. voor wie de vennootschap of een van haar groepsvennootschappen (Cyclops-groep) (in binnen- en/of buitenland) of gelieerde vennootschappen (CTS-Groep voor wat betreft de Ad Hoc werkmaatschappijen Nederland), Ad Hoc International-Groep voor wat betreft het buitenland) in de twee jaren voorafgaande aan het einde van de aandeelhoudersovereenkomst goederen heeft geleverd en/of diensten heeft verricht, dan wel aan wie offertes zijn uitgebracht. De administratie van de vennootschap of een van haar groepsvennootschappen of gelieerde bedrijven geeft in geval van geschil bindend aan wie tot de relaties en/of klanten van de vennootschap worden gerekend.
Het is de beide partijen verboden gedurende twee jaren na het beëindigen van de aandeelhoudersovereenkomst zelf een onderneming gelijksoortig aan of concurrerend met de onderneming van de vennootschap te vestigen, te drijven, mede te drijven of te doen drijven, alsmede voor een dergelijke onderneming van een derde, hetzij om niet, hetzij tegen beloning, werkzaam te zijn, indien die onderneming zijn feitelijke plaats van vestiging of een vaste inrichting heeft binnen het (binnen- en/of buitenlandse) gebied alwaar de onderneming van de vennootschap haar werkzaamheden uitvoert c.q. haar diensten aanbiedt. Onverminderd het recht van de vennootschap om bij overtreding van dit verbod schadevergoeding te vorderen voor de daadwerkelijk geleden schade verbeurt de overtredende partijen aan de vennootschap bij overtreding van dit verbod, zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, een onmiddellijk opeisbare boete van € 25.000,-- per overtreding, te vermeerderen met een bedrag van € 5.000,-- voor iedere dag dat de overtreding voortduurt. Dit laat onverlet de mogelijkheid voor de vennootschap of voor de andere partij om volledige schadevergoeding te vorderen.”
2.5.
Tussen [gedaagde01] en Cyclops Security is ook een arbeidsovereenkomst (hierna: de arbeidsovereenkomst) tot stand gekomen.
2.6.
Op 7 maart 2022 heeft C.T.S. alle aandelen in Zwerfkei Bewaring B.V. (hierna: Zwerfkei) overgenomen.
2.7.
Op 13 juli 2022 is tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) van Cyclops Security en de Cyclops Holding besloten om aan [gedaagde01] ontslag op staande voet te verlenen, zowel uit zijn loondienstverband met Cyclops Security als uit zijn hoedanigheid van bestuurder van Cyclops Holding en -Security.
2.8.
Bij vonnis van 15 september 2022 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank [gedaagde01] veroordeeld om zijn volledige en onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan de overdracht van zijn minderheidsaandelenpakket in Cyclops Holding aan [eiseres01] , tegen betaling door [eiseres01] van de nominale waarde van € 25.000,-. Bij notariële akte van 14 september 2022 heeft [gedaagde01] zijn aandelen overgedragen.
2.9.
Bij beschikking van 19 december 2022 heeft deze rechtbank de verzoeken van [gedaagde01] tot en in verband met ongegrondverklaring van zijn ontslag uit dienstverband met Cyclops Security afgewezen.

3..Het geschil

in de hoofdzaak in conventie

3.1.
[eiseres01] c.s. vorderen dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht verklaart dat [gedaagde01] jegens [eiseres01] c.s. meerdere boetebedragen verschuldigd is geworden ten gevolge van diverse overtredingen van de tussen partij [eiseres01] en [gedaagde01] gesloten aandeelhoudersovereenkomst alsmede inzake de tussen partij Cyclops Security B.V. en [gedaagde01] gesloten arbeidsovereenkomst;
voor recht verklaart dat [gedaagde01] jegens [eiseres01] c.s. aansprakelijk is voor de schade ten gevolge van de door [gedaagde01] begane overtredingen, voor zover die schade het bedrag van de toe te wijzen boetebedragen te boven zal gaan;
[gedaagde01] veroordeelt om binnen acht dagen na betekening van het vonnis aan [eiseres01] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen:
- € 475.000,- € 475.000,- wegens geconvenieerde geldboetes wegens niet-nakoming van zijn
verplichtingen uit hoofde van de aandeelhoudersovereenkomst;
- het bedrag van de (meerdere) schade die [eiseres01] ten
gevolge van de toerekenbare tekortkoming aan de zijde van [gedaagde01] mocht lijden boven genoemde geldboetes van € 475.000,-, althans boven het bedrag van het vanwege die geldboetes aan [eiseres01] toe te wijzen bedrag;
[gedaagde01] veroordeelt om binnen acht dagen na betekening van het vonnis aan Cyclops Security B.V. tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen:
- € 475.000,- € 475.000,- wegens geconvenieerde geldboetes wegens niet-nakoming van zijn
verplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst;
- het bedrag van de (meerdere) schade die Cyclops Security B.V. ten gevolge van de
toerekenbare tekortkoming aan de zijde van [gedaagde01] mocht lijden boven genoemde geldboetes van € 475.000,-, althans boven het bedrag van het vanwege die geldboetes aan Cyclops Security B.V. toe te wijzen bedrag;
[gedaagde01] veroordeelt in de proceskosten, daaronder begrepen de kosten van het exploot van dagvaarding, de beslagkosten van € 363,91, het salaris advocaat-gemachtigde en het griffierecht, alsmede de eventuele (na) kosten.
3.2.
[eiseres01] c.s. leggen – samengevat – aan hun vorderingen ten grondslag dat [gedaagde01] bepalingen uit de aandeelhoudersovereenkomst en de arbeidsovereenkomst heeft geschonden, waaronder het hebben van een belang in een concurrerende onderneming.
3.3. '
t Hart voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van Cyclops Security in de vordering uit hoofde van de arbeidsovereenkomst. Ten aanzien van de overige vorderingen strekt het verweer primair tot afwijzing van de vorderingen en subsidiair tot matiging van de gevorderde boete.
3.4. '
t Hart betwist een concurrerend bedrijf te hebben opgericht, zodat van verschuldigdheid van een boete geen sprake is. Cyclops Security is volgens hem geen partij bij de procedure zodat [eiseres01] c.s. niet ontvankelijk zijn in hun op arbeidsovereenkomst gegronde vorderingen.
in de hoofdzaak in reconventie
3.5. '
t Hart vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad voor recht verklaart dat:
[gedaagde02] artikel 6 van de aandeelhoudersovereenkomst heeft geschonden en dat [gedaagde02] c.s. aansprakelijk is voor de door [eiser01] geleden schade, zulks nader op te maken bij Staat;
de aandeelhoudersovereenkomst is geëindigd op 14 september 2022, althans een door de rechtbank te bepalen datum;
en bepaalt dat:
de termijn genoemd in de laatste alinea van artikel 6 van de aandeelhoudersovereenkomst wordt verkort naar 12 maanden;
met veroordeling van [gedaagde02] in de proceskosten.
3.6. '
t Hart legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat [gedaagde02] het concurrentiebeding in de aandeelhoudersovereenkomst heeft geschonden door een controlerend belang te verwerven in een met Cyclops Security concurrerende onderneming op het gebied van camerabeveiliging van leegstaand of in aanbouw bevindend onroerend goed.
3.7.
[gedaagde02] heeft in de hoofdzaak in reconventie nog geen verweer gevoerd.
in het incident in reconventie
3.8. '
t Hart vordert in het incident dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [verweerster01] gebiedt om afschrift of inzage te verlenen in de volgende bescheiden:
de schriftelijke correspondentie tussen de DGA en de voormalig eigenaar van Zwerfkei die heeft geleid tot de hiervoor bedoelde aankoop van Zwerfkei;
verkoopmemorandum op basis waarvan Zwerfkei is verkocht aan CTS;
de intentieverklaring tussen CTS en de voormalig eigenaar van de Zwerfkei op basis waarvan het verkoopproces is ingezet en eventueel due dilligence is verricht;
e koopovereenkomst tussen CTS en de voormalig eigenaar van de Zwerfkei op basis waarvan Zwerfkei is verkocht;
een en ander op straffe van een dwangsom van € 10.000,- voor iedere dag dat [verweerster01] in gebreke blijft te voldoen aan dit gebod, met een maximum van € 500.000,-.
3.9. '
t Hart legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat hij rechtmatig belang heeft bij zijn vordering omdat hij gelet op het verweer van [verweerster01] mogelijkerwijs in bewijsnood verkeert met betrekking tot zijn vorderingen op grond van de aandeelhoudersovereenkomst.
3.10.
[verweerster01] voert verweer dat strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiser01] in zijn incidentele vorderingen, althans afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eiser01] in de proceskosten in het incident.
3.11.
[verweerster01] betwist dat sprake is van een rechtsbetrekking als bedoeld in artikel 843a Rv en dat Zwerfkei een concurrent is van Cyclops Holding (en de aan haar verbonden onderneming). De aandeelhoudersovereenkomst kan bovendien niet leiden tot verschuldigdheid van een boete aan [eiser01] , maar uitsluitend aan Cyclops Holding. [eiser01] leidt geen schade en heeft dus geen vordering. Een rechtmatig belang bij inzage van de gevorderde bescheiden – waarvan ook het bestaan als zodanig, laat staan het in bezit zijn van [verweerster01] – wordt betwist, ontbreekt volgens [verweerster01] .
3.12.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

in de hoofdzaak en in het incident

Bevoegdheid en ontvankelijkheid
4.1.
In het tussenvonnis heeft de rechtbank partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de bevoegdheid, omdat een deel van de vorderingen in de hoofdzaak op een arbeidsovereenkomst is gegrond.
4.2.
[eiseres01] c.s. stellen naar aanleiding van het tussenvonnis dat de rechtbank op grond van artikel 2:241 BW bevoegd is om van alle, inclusief de op de arbeidsovereenkomst gegronde, vorderingen kennis te nemen. Hiertoe hebben zij de onder 2.9 bedoelde beschikking overgelegd waarin deze rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde01] met ingang van 14 februari 2014 statutair bestuurder was van Cyclops Holding- en Security.
4.3. '
t Hart refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
4.4.
De rechtbank oordeelt als volgt. De niet betwiste stelling van [eiseres01] c.s. brengt met zich dat uit artikel 2:241 BW volgt dat artikel 93 aanhef en sub c Rv, dat in arbeidszaken de kantonrechter als bevoegde rechter aanwijst, in dit geval terzijde wordt gesteld (ECLI:NL:HR:1993:ZC1091). Dit geldt ook voor zover de vorderingen op een arbeidsovereenkomst zijn gegrond, ongeacht of die overeenkomst is geëindigd (ECLI:NL:HR:1995:ZC1887 r.o. 3.2). Dit betekent dat de rechtbank bevoegd is van alle geschillen in deze procedure kennis te nemen. Zij zal de zaak dan ook aan zich houden.
4.5. '
t Hart stelt verder dat Cyclops Security niet ontvankelijk is in haar op arbeidsovereenkomst gegronde vorderingen omdat Cyclops Security geen partij zou zijn in deze procedure. Gelet op de door [eiseres01] c.s. uitgebrachte dagvaarding, waarin ook Cyclops Security als eiseres staat vermeld, gaat dat verweer niet op. De rechtbank zal dan ook alle vorderingen in haar beoordeling betrekking.
in het incident in reconventie
4.6.
Op grond van artikel 843a lid 1 Rv kan een partij die daarbij (i) rechtmatig belang heeft, op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel vorderen van (ii) bepaalde bescheiden aangaande (iii) een rechtsbetrekking waarin hij partij is, van de partij die deze bescheiden (iv) te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft. Deze regeling strekt tot het opheffen van bewijsnood en biedt een partij de mogelijkheid kennis te nemen van een (schriftelijk) bewijsmiddel dat haar in beginsel wel bekend, maar niet in haar bezit is. Voor een geslaagd beroep op artikel 843a Rv dient aan alle vereisten te zijn voldaan.
4.7.
Uitgangspunt is dat het bestaan van de rechtsbetrekking waarbij degene die inzage of afschrift van bescheiden verlangt partij is, voldoende aannemelijk is (Hoge Raad 10 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1251).
4.8. '
t Hart stelt dat de rechtsbetrekking tussen [gedaagde01] en “de DGA” – naar de rechtbank begrijpt bedoelt [gedaagde01] hiermee [eiseres01] en/of [naam01] – volgt uit de aandeelhoudersovereenkomst. In het licht van het feit dat [gedaagde01] inmiddels geen bestuurder en aandeelhouder meer is van Cyclops Holding (zie hiervoor sub 2.7 en 2.8), heeft [gedaagde01] die stelling onvoldoende onderbouwd. Dat [gedaagde01] nog een belang aan de aandeelhoudersovereenkomst ontleent omdat hij op grond daarvan nog schadevergoeding kan vorderen, heeft hij – na de betwisting daarvan door [eiseres01] c.s. – niet concreet gemaakt of afdoende toegelicht. Met het oog op de door [gedaagde01] aannemelijk te maken rechtsbetrekking had dat wel op zijn weg gelegen. Ook anderszins heeft [gedaagde01] het bestaan van een rechtsbetrekking niet aannemelijk gemaakt. Het voorgaande betekent dat de incidentele vordering hierop reeds strandt.
4.9.
Hier komt nog bij dat [gedaagde01] niet heeft toegelicht wat zijn belang is bij de specifieke bescheiden voor de vraag of [eiseres01] met de overname van Zwerfkei door C.T.S. Cyclops Holding concurrentie heeft aangedaan, of haar dat (anderszins) kan worden toegerekend. Voorstelbaar is dat de gevorderde bescheiden bewijs kunnen verschaffen van de overname van Zwerfkei door C.T.S., maar die overname is niet betwist. Op dat punt is dan ook geen sprake van bewijsnood. Dat en waarom juist de verzochte bescheiden kunnen bijdragen aan het bewijs van de stelling dat [eiseres01] Cyclops Holding verboden concurrentie heeft aangedaan, is niet nader onderbouwd of toegelicht. Dit betekent dat een rechtmatig belang bij het gevorderde afschrift en inzage ontbreekt.
4.10.
Het voorgaande leidt ertoe dat de vordering op grond van artikel 843a Rv wordt afgewezen. Voor een bevel als bedoeld in artikel 22 Rv ziet de rechtbank op grond van het voorgaande evenmin aanleiding.
4.11. '
t Hart wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres01] worden begroot op € 897,- aan salaris advocaat (1,5 punten × tarief II á € 598,-).

5..De beslissing

De rechtbank
in het incident in reconventie
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt [eiser01] in de proceskosten, aan de zijde van [verweerster01] tot op heden begroot op 897,-;
in de hoofdzaak
5.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
28 juni 2023voor beraad rolrechter omtrent het bepalen van een mondelinge behandeling;
5.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J Arts en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2023.
[3268/3455]