ECLI:NL:RBROT:2023:5003
Rechtbank Rotterdam
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van het budget voor de observator in een WHOA-zaak
In deze zaak, die betrekking heeft op de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster], heeft de rechtbank Rotterdam op 2 februari 2023 een beschikking gegeven in het kader van de WHOA-procedure. De rechtbank had eerder op 18 januari 2023 mr. J.J. van Hees aangesteld als observator, met de opdracht om binnen een week een begroting van de kosten van zijn werkzaamheden en die van eventuele derden op te stellen. De observator heeft op 25 januari 2023 een begroting van € 98.500,-- exclusief BTW ingediend, welke begroting door de advocaten van [verzoekster] op 30 januari 2023 werd goedgekeurd.
De rechtbank heeft op basis van artikel 380 lid 4 van de Faillissementswet, in samenhang met artikel 371 lid 10 van dezelfde wet, het budget voor de observator vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat de ingediende begroting niet onredelijk is en heeft het bedrag dat de werkzaamheden van de observator ten hoogste mogen kosten vastgesteld op € 98.500,-- exclusief BTW. Tevens is bepaald dat deze kosten voor rekening van [verzoekster] komen en dat [verzoekster] voor de betaling ervan zekerheid dient te stellen ten genoegen van de observator. De beschikking is openbaar uitgesproken door de rechters in aanwezigheid van de griffier.