2.1.Link vordert om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
gedaagden hoofdelijk te veroordelen, zodat voor zover de één volledig heeft betaald ook de ander zal zijn bevrijd, tot (terug)betaling van het totaalbedrag van € 12.312,96 aan Link, te vermeerderen met wettelijke rente te rekenen vanaf het moment van de ontvangen bedragen, binnen vijf dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor elke dag of dagdeel dat zij/hij in gebreke blijft aan de veroordeling uitvoering te geven;
voor recht te verklaren dat Link schade heeft geleden en dat gedaagden een wettelijke verplichting tot schadevergoeding hebben jegens Link (zoals is verzocht onder d tot en met j);
voor recht te verklaren dat [gedaagde sub 2] jegens Link onrechtmatig heeft gehandeld en dat sprake is van onbehoorlijk bestuur, waarvoor hij aansprakelijk is;
[gedaagde sub 2] te veroordelen tot betaling van de door Link geleden vermogensschade in de zin van winstderving bij Van Wijnen te begroten op € 8.000,00 (omzet € 17.942,48), dan wel een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 december 2022 tot de dag van algehele voldoening;
[gedaagde sub 2] te veroordelen tot betaling van de door Link geleden winstderving te begroten op € 5.000,00, dan wel een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 december 2022 tot de dag van algehele voldoening;
[gedaagde sub 2] te veroordelen tot betaling van € 1.000,00, dan wel een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag ten aanzien van imagoschade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 december 2022 tot de dag van algehele voldoening;
gedaagden hoofdelijk, zodat voor zover de één volledig heeft betaald ook de ander zal zijn bevrijd, voor het geheel, dan wel Svea en/of [gedaagde sub 2] ieder voor een gedeelte, te veroordelen tot betaling van de door Link geleden vermogensschade in de zin van interne kosten, te begroten op € 7.000,00, dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 december 2022 tot de dag van algehele voldoening;
gedaagden hoofdelijk, zodat voor zover de één volledig heeft betaald ook de ander zal zijn bevrijd, voor het geheel, dan wel Svea en/of [gedaagde sub 2] ieder voor een gedeelte, te veroordelen tot betaling van de door Link geleden vermogensschade in de zin van advocaatkosten, te begroten op € 6.302,89, inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 december 2022 tot de dag van algehele voldoening;
subsidiair: gedaagden hoofdelijk, zodat voor zover de één volledig heeft betaald ook de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten volgens BIK vastgesteld op € 1.075,00;
uitsluitend in het geval (één van) gedaagden schadeplichtig is/zijn, maar de hoogte van de schade in dit stadium niet kan worden vastgesteld, gedaagden hoofdelijk, zodat voor zover de één volledig heeft betaald ook de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot vergoeding van de door Link geleden schade op te maken bij staat;
gedaagden hoofdelijk, zodat voor zover de één volledig heeft betaald ook de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen in de proceskosten, waaronder de werkelijke advocaatkosten ten bedrage van € 6.382,15, dan wel een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag, dan wel de advocaatkosten volgens liquidatietarief, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf het moment van opeisbaarheid tot de dag van algehele voldoening en de nakosten.