In deze civiele zaak, uitgesproken door de Rechtbank Rotterdam op 7 juni 2023, hebben eisers [eiser01] en [eiser02] een geschil met gedaagden [gedaagde01] en [gedaagde02] over de gebrekkige staat van een woning die zij hebben gekocht. Na de levering van de woning ontdekten de eisers dat het dak niet in orde was en hebben zij de gedaagden aangesproken op hun aansprakelijkheid. De rechtbank heeft in eerdere tussenvonnissen geoordeeld dat de gedaagden aansprakelijk zijn voor de herstelkosten, maar de hoogte van deze kosten was onderwerp van discussie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers het dak hebben laten vervangen zonder voldoende bewijs te leveren dat dit noodzakelijk was, wat hen in een nadelige positie heeft gebracht. De rechtbank heeft de herstelkosten geschat op € 62.042,43 exclusief btw, na een zorgvuldige afweging van de door beide partijen ingebrachte rapporten en argumenten. De rechtbank heeft de gedaagden veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft ook de kosten van deskundigen en proceskosten toegewezen aan de eisers. De rechtbank heeft echter ook geoordeeld dat de eisers een bedrag van € 1.406,30 aan de gedaagden moeten betalen voor de kosten van de rechtbankdeskundige, omdat zij het dak hebben vervangen zonder de rechtbank hierover te informeren. Dit vonnis benadrukt het belang van het aanleveren van bewijs in civiele procedures en de verantwoordelijkheden van partijen in het kader van schadevergoeding.