Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 18 augustus 2021;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie;
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte uitlating producties;
- de rolmededeling van 16 juni 2022;
- de akte van Dexia van 2 maart 2023;
- de antwoordakte van [naam01] van 30 maart 2023.
2. De feiten
3.De vordering en het verweer in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie
4. Dexia zal veroordelen tot voldoening aan [naam01] van al datgene dat [naam01] aan Dexia heeft betaald onder de overeenkomst, vermeerderd met de wettelijke rente daarover,
7. Dexia zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten, met rente.
1. [naam01] zal veroordelen om aan Dexia te betalen de som van € 256,21, vermeerderd met wettelijke rente,
3. [naam01] zal veroordelen in de proceskosten.
4.Beoordeling van de vorderingen in conventie en in reconventie
en de onrechtmatige daad van Dexia.
“(…) In deze zaak gaat het om [naam01] , die – op advies van een financieel adviseur van Spaar Advies – twee AEX Plus Effect overeenkomsten is aangegaan met Bank Labouchere. (…) [naam01] is ongevraagd telefonisch benaderd door een financieel adviseur van SpaarAdvies, te weten [naam02] (hierna: 'de adviseur'). Vervolgens is een huisbezoek met de adviseur ingepland. (…) Tijdens het gesprek is de financiële situatie van [naam01] besproken. [naam01] en haar echtgenoot hadden een spaarrekening lopen bij Aegon om de studiekosten van de kinderen te kunnen bekostigen in de toekomst. De adviseur gaf echter aan dat dit niet zo efficiënt was en had een product die hier beter voor geschikt was. Tevens is besproken dat de echtgenoot van [naam01] een spaarloonregeling had en dat deze regeling zou aflopen. (…) De adviseur gaf opnieuw aan dat de spaarrekening niet de beste manier was om vermogen op te bouwen voor de studie van de kinderen en dat dit geld beter in de AEX Plus Effect overeenkomsten kon worden gestopt. Om haar verhaal kracht bij te zetten heeft de adviseur een financieel plan op kladpapier uitgeschreven (…). Uit dit plan blijkt dat de adviseur stelde dat de AEX Plus Effect overeenkomsten geschikt waren voor de studiekosten van de kinderen. Nu [naam01] twee kinderen heeft, werd geadviseerd om twee AEX Plus Effect overeenkomsten aan te gaan. De adviseur adviseerde om het gehele bedrag van de spaarrekening (NLG 9300,-) in de inleg van de overeenkomsten te stoppen. Wel moest er dan NLG 300,- bij betaald worden. Tevens heeft de adviseur geadviseerd aan de echtgenoot van [naam01] om, nu de spaarloonregeling zou aflopen, een ToekomstPlan te nemen bij Spaarbeleg. Deze producten tezamen zouden gegarandeerd een mooi rendement opleveren waarmee de doelstelling van [naam01] kon worden behaald. (…) Voor [naam01] was het van belang dat er geen risico's waren ten aanzien van het verliezen van de inleg, nu dit geld bedoeld was voor de studie van de kinderen. De adviseur heeft haar gegarandeerd dat er geen specifieke risico's vastzaten aan de overeenkomsten. De adviseur heeft er dus niet op gewezen dat met de inleg de rentelasten voor de andere leningen (de effectenleasecontracten) werden betaald, dat bij tegenvallende koersontwikkelingen de inleg geheel verloren kon gaan en dat er bovendien een restschuld zou kunnen ontstaan uit hoofde van de effectenleasecontracten. (…) [naam01] heeft het advies van de adviseur opgevolgd. (…)”.
- een kopie van een visitekaartje, voorzien van het logo van SpaarAdvies, waarop vermeld staat: “ [naam02] SpaarAdviseur (…)”,
- een kopie van de aanvraagformulieren van 22 november 2000, waarop “Spaaradvies” als kantoor, “ [naam02] ” als adviseur en “ [ATP-nummer01] ” als ATP-nummer staan vermeld,
ATP0 [ATP-nummer01] -SpaarAdvies,
- een brief van 4 juni 2003, op briefpapier van SpaarAdvies en gericht aan [naam01] , waarin [naam01] wordt geïnformeerd over de mogelijkheid de overeenkomsten te ontbinden. Daarnaast stelt SpaarAdvies zich op het standpunt dat [naam02] [naam01] niet verkeerd heeft geadviseerd,
Als onweersproken staat vast dat sprake is geweest van een huisbezoek door de tussenpersoon. Voor zover Dexia stelt dat niet zeker is dat het visitekaartje daadwerkelijk aan [naam01] is overhandigd (en niet uit een ‘voorraad’ van Leaseproces komt) kan zij daarin niet worden gevolgd. Zowel uit de aanvraagformulieren als de brief van SpaarAdvies aan [naam01] volgt de naam van deze adviseur, zodat er geen reden is om niet aan te nemen dat zij persoonlijk contact heeft gehad met [naam01] en daarbij haar visitekaartje overhandigd heeft. Zonder aanwijzingen van het tegendeel, die ontbreken, kan er dan vanuit worden gegaan dat de tussenpersoon daarbij (ook) heeft geïnformeerd naar de financiële omstandigheden en financiële doelen van [naam01] en aan de hand van die inventarisatie heeft geadviseerd het product aan te schaffen. Tegenover de concreet toegelichte stellingen van [naam01] heeft Dexia, gelet op de hiervoor genoemde motiveringseisen, haar verweer onvoldoende onderbouwd. Daarmee heeft zij niet voldaan aan de motiveringsplicht. Hieruit volgt dat als vaststaand wordt aangenomen dat van een vergunningsplichtig advies door de tussenpersoon sprake is geweest. Aan bewijslevering wordt niet toegekomen.
5.Beslissing
€ 660,00