ECLI:NL:RBROT:2023:4595

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 mei 2023
Publicatiedatum
5 juni 2023
Zaaknummer
10267578 EL 23-5
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en verklaring van geen verplichtingen in effectenleasezaak

In deze zaak vorderde de besloten vennootschap Dexia Nederland B.V. bij dagvaarding dat de gedaagde partij, wonende te [woonplaats], werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 6.743,03, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 24 april 2007. Dexia stelde dat zij aan al haar verplichtingen met betrekking tot de tussen haar en de gedaagde gesloten effectenleaseovereenkomsten had voldaan en dat zij derhalve niets meer aan de gedaagde verschuldigd was. De gedaagde heeft de vordering gemotiveerd betwist en geconcludeerd tot afwijzing, met een verzoek om Dexia in de proceskosten te veroordelen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Dexia, hoewel zij daartoe in de gelegenheid was gesteld, niet voor repliek heeft geconcludeerd. Dit betekende dat Dexia het verweer van de gedaagde, dat hij bij de totstandkoming van de overeenkomsten een verboden beleggingsadvies van een tussenpersoon had ontvangen, niet had weersproken. Dit verweer stond aan toewijzing van de vordering van Dexia in de weg. De kantonrechter heeft daarom de vordering van Dexia afgewezen en Dexia veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.

De beslissing van de kantonrechter was als volgt: de vordering werd afgewezen, Dexia werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de gedaagde, vastgesteld op € 330,00 aan salaris voor de gemachtigde. Daarnaast werd Dexia onder de voorwaarde dat zij niet binnen veertien dagen na aanschrijving door de gedaagde volledig aan het vonnis voldeed, veroordeeld in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 132,00 aan salaris voor de gemachtigde, vermeerderd met eventuele explootkosten van betekening van het vonnis. De kostenveroordelingen werden uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Walraven, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 4 mei 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Zittingsplaats Rotterdam
Zaaknummer: 10267578 EL 23-5

vonnis van de kantonrechter d.d. 4 mei 2023,

in de zaak van

de besloten vennootschap DEXIA NEDERLAND B.V.,

gevestigd te Amsterdam,
eisende partij,
gemachtigde: USG Legal Professionals B.V.,
tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. G. van Dijk, Leaseproces.
Partijen worden hierna Dexia en [gedaagde] genoemd.

De beoordeling

Dexia vordert bij dagvaarding dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 6.743,03, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 april 2007, en dat voor recht wordt verklaard dat zij met betrekking tot de tussen haar en [gedaagde] gesloten effectenleaseovereenkomsten met nummers [nummer 1] , [nummer 2] , [nummer 3] en [nummer 4] aan al haar verplichtingen heeft voldaan en derhalve niets meer aan [gedaagde] verschuldigd is, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
[gedaagde] heeft de vordering bij conclusie van antwoord gemotiveerd betwist en tot afwijzing daarvan geconcludeerd, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Dexia in de proceskosten, waaronder de nakosten.
Dexia heeft, hoewel daartoe behoorlijk in de gelegenheid gesteld, niet voor repliek geconcludeerd.
Dit betekent dat Dexia het verweer van [gedaagde] , onder meer inhoudende dat hij bij de totstandkoming van de hiervoor genoemde overeenkomsten een zogeheten verboden beleggingsadvies van een tussenpersoon heeft ontvangen, niet heeft weersproken.
Dit verweer staat aan toewijzing van de vordering van Dexia in de weg.
De vordering zal daarom worden afgewezen.
Dexia zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Ook de nakosten zijn als na te melden toewijsbaar.

De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af,
veroordeelt Dexia tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] , tot op heden vastgesteld op € 330,00 aan salaris voor de gemachtigde,
veroordeelt Dexia, onder de voorwaarde dat zij niet binnen veertien dagen na aanschrijving door [gedaagde] volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 132,00 aan salaris voor de gemachtigde, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
verklaart deze kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Walraven, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 mei 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.