Op 9 mei 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om de voorlopige ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van drie maanden, na een eerdere spoedbeschikking van 26 april 2023. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij zowel de ouders als vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] op de spoedeisende hulp is behandeld voor een breuk in haar linker bovenarm, waarvan de oorzaak onduidelijk was. De Raad had een protocolmelding gedaan vanwege onverklaarbaar letsel. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de ouders van [naam kind] goed meewerkten aan de ambulante hulp en dat er geen zorgen meer waren over de thuissituatie. De GI en de ambulante hulp gaven aan dat er geen signalen waren van onveiligheid en dat [naam kind] liefdevol en veilig opgroeide bij haar ouders.
Gelet op de positieve evaluatie van de thuissituatie en het ontbreken van zorgen, heeft de kinderrechter geoordeeld dat niet langer voldaan was aan het wettelijke criterium voor een ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft daarom de voorlopige ondertoezichtstelling van [naam kind] herroepen, met ingang van 9 mei 2023. Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is op schrift gesteld op 26 mei 2023.