ECLI:NL:RBROT:2023:4548

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 mei 2023
Publicatiedatum
2 juni 2023
Zaaknummer
C/10/656870 / JE RK 23-976
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herroeping voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige na positieve evaluatie van de thuissituatie

Op 9 mei 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om de voorlopige ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van drie maanden, na een eerdere spoedbeschikking van 26 april 2023. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij zowel de ouders als vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] op de spoedeisende hulp is behandeld voor een breuk in haar linker bovenarm, waarvan de oorzaak onduidelijk was. De Raad had een protocolmelding gedaan vanwege onverklaarbaar letsel. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de ouders van [naam kind] goed meewerkten aan de ambulante hulp en dat er geen zorgen meer waren over de thuissituatie. De GI en de ambulante hulp gaven aan dat er geen signalen waren van onveiligheid en dat [naam kind] liefdevol en veilig opgroeide bij haar ouders.

Gelet op de positieve evaluatie van de thuissituatie en het ontbreken van zorgen, heeft de kinderrechter geoordeeld dat niet langer voldaan was aan het wettelijke criterium voor een ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft daarom de voorlopige ondertoezichtstelling van [naam kind] herroepen, met ingang van 9 mei 2023. Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is op schrift gesteld op 26 mei 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/656870 / JE RK 23-976
Datum uitspraak: 9 mei 2023

Beschikking van de kinderrechter over een voorlopige ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen de Raad,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum] 2022 te [geboorteplaats], hierna te noemen: [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam 1],

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats 1],
advocaat: mr. J.T.M. Sengers, kantoorhoudende te Rotterdam

[naam 2],

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats 2].

Het verdere procesverloop

Dit blijkt uit:
- de spoedbeschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 26 april 2023 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- het emailbericht van de Raad van 4 mei 2023 en het bijgevoegde stuk;
- het eindverslag van ambulante (spoed)hulp door de advocaat ter zitting overgelegd.
Op 9 mei 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- de vader;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam 3];
- twee vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming
Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen: de GI, [naam 4] en [naam 5].

Feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind] woont bij de moeder.
De kinderrechter heeft bij spoedbeschikking van 26 april 2023 [naam kind] voorlopig onder toezicht gesteld met ingang van 26 april 2023 tot 26 juli 2023.

Het aangehouden verzoek

De Raad verzoekt de voorlopige ondertoezichtstelling van [naam kind] voor de duur van drie maanden. Nu moet worden gehoord op de spoedbeslissing.

Het standpunt van Raad

De Raad heeft naar voren gebracht dat het gaat om een protocolmelding, omdat er sprake is van onverklaarbaar letsel bij [naam kind]. Nadat [naam kind] ontslagen was uit het ziekenhuis is bij de ouders ambulante (spoed)hulp ingezet. Het beeld vanuit ambulante (spoed)hulp (ASH) is positief. Er is goed contact met de ouders, de ouders zijn meewerkend en zijn consistent in hun verhaal. Ook is het beeld vanuit Timon, de begeleiding van de moeder, positief. Desondanks handhaaft de Raad het verzoek. Het is aan de kinderrechter of de voorlopige ondertoezichtstelling gehandhaafd blijft en verder onderzoek vanuit de Raad noodzakelijk is.

Het standpunt van de GI

De GI heeft het volgende naar voren gebracht. Gisteravond heeft ASH de eindevaluatie gedaan. Ambulante (spoed)hulp heeft in het eindverslag aangegeven dat er geen zorgen zijn over het liefdevol en veilig opgroeien van [naam kind] bij de ouders. De grootste zorg ligt bij de impact die de situatie heeft gehad op de ouders. Veilig Thuis geeft aan dat onderzocht moet worden wat daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. De gastouder ontvangt immers ook andere kinderen. Er is nog geen aangifte gedaan vanuit partijen.

Het standpunt van de ouders

Door en namens de ouders is tijdens de mondelinge behandeling het volgende naar voren gebracht. De ouders voelden onmacht, machteloosheid en zijn erg geschrokken. Wel heeft [naam kind] de ouders door de situatie heen gesleept. Ondanks haar gebroken armpje bleef zij actief en vrolijk. De ouders hebben goed meegewerkt aan ASH, zij zijn consistent in hun verhaal, liefdevol naar [naam kind] en houden van haar. Er wordt vanuit ASH geen onveiligheid gezien in de thuissituatie. Zij zien geen gronden voor een (voorlopige)ondertoezichtstelling, omdat er voldoende zicht is, er geen signalen zichtbaar zijn die duiden op risico van toekomstige onveiligheid en naar voren is gekomen dat [naam kind] liefdevol en veilig opgroeit. De ouders begrijpen dat er een voorlopige ondertoezichtstelling is afgegeven. Het was onvoldoende duidelijk waar het letsel vandaan kwam, waardoor een protocolmelding vanzelfsprekend is. Op dit moment zijn er alleen geen zorgen meer aanwezig. Daarbij komt dat er geen sprake is van een ontwikkelingsbedreiging van [naam kind]. Door en namens de ouders wordt dan ook verzocht de verleende voorlopige ondertoezichtstelling te herroepen. De ouders hebben gewacht met het doen van aangifte bij de politie om zo alle relevantie informatie en bewijzen te verzamelen. Zij zijn voornemens om vandaag of morgen aangifte te doen. Op die manier zal vastgesteld worden hoe het toegebrachte letsel is ontstaan.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat [naam kind] donderdagavond op de spoedeisende hulp terecht is gekomen vanwege een breuk in haar linker bovenarm. Het viel de moeder op dat [naam kind] haar armpje niet bewoog, dat ze af en aan bleef huilen en haar armpje dik werd. Als de moeder het armpje aanraakte ging [naam kind] direct huilen, waarna de moeder contact heeft opgenomen met de huisartsenpost. Het is nog altijd onduidelijk hoe [naam kind] de breuk heeft opgelopen. Het Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling (hierna: het LECK) heeft gesteld dat de breuk hoogstwaarschijnlijk is toegebracht. Hierop is een voorlopige ondertoezichtstelling verzocht en verleend. [naam kind] is die dag bij de gastouder is geweest, de vader was aan het werk en de moeder stelt dat zij de breuk niet heeft veroorzaakt.
Inmiddels is ASH ingezet in de thuissituatie en is de rust teruggekeerd. Met [naam kind] gaat het een stuk beter. Haar armpje zit in het gips, maar desondanks blijft [naam kind] actief en vrolijk en lijkt zij niet heel veel last te ervaren van het gips. Vanuit wat is waargenomen ziet de ambulante werker geen gronden meer voor een (voorlopige)ondertoezichtstelling. De moeder wordt daarnaast begeleid door Timon en ook zij zien geen zorgen bij de moeder. Daarnaast is tijdens het onderzoek gebleken dat de ouders overkomen als erg betrokken en liefdevol. Het lijkt erop dat de gebroken arm is ontstaan bij de gastouder. Gelet hierop is niet langer is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:257 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de voorlopige ondertoezichtstelling van [naam kind] herroepen.

De beslissing

De kinderrechter:
herroept de bij beschikking van 26 april 2023 verleende voorlopige ondertoezichtstelling van [naam kind] met ingang van 9 mei 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 mei 2023 door mr T. van den Akker, kinderrechter, in aanwezigheid van S.H. Harders als griffier, en op schrift gesteld op 26 mei 2023.