ECLI:NL:RBROT:2023:4357
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Boete opgelegd aan dierenarts wegens overtreding van de Wet dieren met betrekking tot UDD-middelen
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 19 mei 2023, wordt het beroep van eiseres, een dierenarts, tegen een boete van € 5.000,- behandeld. De boete is opgelegd door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wegens het niet naleven van de voorwaarden voor het afleveren van UDD-middelen aan een houder van dieren. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht de overtreding heeft vastgesteld, aangezien de veehouder afweek van het bedrijfsbehandelplan en de dierenarts niet heeft voldaan aan de strenge voorwaarden die gelden voor het gebruik van antimicrobiële middelen.
De rechtbank stelt vast dat de toezichthouders van de NVWA op 31 juli 2019 een controle hebben uitgevoerd op het melkveehouderijbedrijf van de veehouder, waar zij constateerden dat er koeien werden drooggezet met het antibioticum Orbenin Dry Cow zonder dat het celgetal van de koeien was vastgesteld. Dit was in strijd met de afspraken in het bedrijfsbehandelplan, waarin stond dat alleen koeien met een celgetal onder de 50.000 mochten worden behandeld met antibiotica. De rechtbank concludeert dat eiseres, door het afleveren van het antibioticum aan de veehouder zonder te verifiëren of aan de voorwaarden was voldaan, in overtreding was van de Wet dieren.
De rechtbank wijst erop dat de wetgever een standaardboetebedrag heeft vastgesteld voor deze overtredingen, en dat de hoogte van de boete niet onredelijk is, gezien de risico's voor de diergezondheid en volksgezondheid. Eiseres heeft geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die een lagere boete rechtvaardigen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de opgelegde boete.