ECLI:NL:RBROT:2023:4271

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 mei 2023
Publicatiedatum
24 mei 2023
Zaaknummer
C/10/649318
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van kinderen na overlijden van de moeder met betrokkenheid van de vader en tante

Op 3 mei 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee kinderen, [naam kind01] en [naam kind02], na het overlijden van hun moeder op 26 november 2022. De vader, die het gezag over de kinderen heeft, heeft eerder het contact met hen stopgezet. De kinderen verblijven momenteel bij hun tante in het ouderlijk huis, waar zij zich veilig en vertrouwd voelen. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam-Rijnmond heeft verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van twaalf maanden, omdat de kinderen in hun huidige situatie de nodige stabiliteit en ondersteuning ervaren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de vader zich meer wil inzetten voor de kinderen, maar dat hij belemmeringen ondervindt in de omgang met hen. De tante heeft een belangrijke rol in het leven van de kinderen en biedt hen de nodige zorg en ondersteuning. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is dat zij bij de tante blijven wonen, maar heeft ook benadrukt dat de omgang tussen de kinderen en de vader moet worden uitgebreid. De GI is opgedragen om de omgang te faciliteren en er moet dringend een vaste jeugdbeschermer worden aangesteld om de regie te voeren.

De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 26 augustus 2023 en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De bijzondere curator blijft betrokken bij de zaak om de belangen van de kinderen te behartigen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/649318 / JE RK 22-2866
Datum uitspraak: 3 mei 2023
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam-Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2012 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] ,

[naam kind02] ,

geboren op [geboortedatum02] 2014 te [geboorteplaats02] , hierna te noemen: [naam kind02] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. H. Mermer, kantoorhoudende te Den Haag,

[naam02] ,

hierna te noemen: de tante, feitelijk verblijvend te [plaats01] ,
advocaat: mr. W.M. Vermeijden, kantoorhoudende te Vlaardingen,

[naam03] ,

hierna te noemen: bijzondere curator, wonende te [woonplaats02] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 20 december 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • de briefrapportage van de bijzondere curator van 18 april 2023;
  • de producties van de tante van 24 april 2023.
Op 3 mei 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
  • de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
  • de tante, bijgestaan door haar advocaat en door, [naam04] , tolk in de Arabische taal;
  • de bijzondere curator;
  • een vertegenwoordigster van de GI, te weten [naam05] ;
  • een ambulant hulpverlener van Enver, [naam06] , als informant.

De feiten

De vader is belast met het ouderlijk gezag over [naam kind01] en [naam kind02] .
Op 26 november 2022 is de moeder overleden. Sindsdien wonen [naam kind01] en [naam kind02] samen met de tante in het ouderlijk huis.
Bij beschikking van 26 augustus 2021 zijn [naam kind01] en [naam kind02] onder toezicht gesteld tot 26 augustus 2022. Deze maatregel is op 11 augustus 2022 verlengd tot 26 augustus 2023.
Bij beschikking van 20 december 2022 is de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] en [naam kind02] in het ouderlijk huis onder toezicht van het netwerk van de moeder verlengd tot 6 mei 2023. Het verzoek voor het overige is aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De GI verzoekt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] en [naam kind02] in het ouderlijk huis onder toezicht van het netwerk van moeder te verlengen voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Hiervan zijn al vier maanden toegewezen, waardoor nu nog moet worden beslist de periode tot 26 augustus 2023.

Het standpunt van de GI

De GI handhaaft het verzoek ter zitting en licht het verzoek als volgt toe. Het perspectief van de kinderen ligt op dit moment bij de tante. De kinderen verblijven al enige tijd bij haar. De tante fungeert als een vertrouwenspersoon voor hen. Zij voelen zich bij haar op hun gemak. Daarnaast is het belangrijk dat de kinderen in hun ouderlijk huis kunnen blijven wonen, in de buurt van hun school en sportactiviteiten. De kinderen zijn bezig met traumaverwerking bij Enver. Deze behandeling is bijna afgerond. Het laatste gedeelte van de traumaverwerking, zoals rouw, wordt overgenomen door iemand van de school van de kinderen. Ook hierom is het belangrijk dat de kinderen in de buurt van school blijven wonen. Op school gaat het goed, de kinderen zijn daar gelukkig en ze kennen de leerkrachten. De GI vindt het belangrijk dat er omgang blijft tussen de kinderen en de vader. Op dit moment vindt er een keer per twee weken een bezoekmoment plaats tussen de vader en de kinderen. Deze vindt plaats op het kantoor van de GI. De kinderen zien doorgaans op tegen deze bezoekmomenten. De GI wil graag dat de vader vaker contact heeft met de kinderen en dat deze momenten anders worden ingevuld. Bijvoorbeeld dat de vader naar het park gaat met de kinderen om te voetballen.
Eerder was dit niet mogelijk, omdat de kinderen bezig waren met de traumaverwerking bij Enver. Om de bezoekmomenten te organiseren zal de GI een WhatsApp groep oprichten met de vader, de tante en de jeugdbeschermer.
Op dit moment is het onduidelijk of het perspectief van de kinderen op de lange termijn bij de vader ligt. De GI kent de algehele situatie bij de vader thuis niet. De GI moet onderzoeken hoe de omgang is met de stiefmoeder en diens kinderen. Dit kan door middel van een KSCD-onderzoek. Ook was het de GI niet bekend dat de tante een vriend heeft en dat hij soms blijft slapen bij de tante thuis.

Het standpunt van de vader

De vader voert, mede bij monde van zijn advocaat, verweer tegen het verzoek. De vader verzoekt een afwijzing van de machtiging tot uithuisplaatsing bij de tante, omdat het perspectief van de kinderen bij de vader ligt. Hij heeft hiertegen ook geen bezwaren gehoord. De vader zou zich graag meer inspannen voor de kinderen en de zorg voor hen op zich nemen. Hij heeft hier de tijd en ruimte voor. Hij wil zich richten op de toekomst en meer betrokken zijn in het leven van de kinderen. De vader wordt hierin echter belemmerd. Gelet op de huidige lage frequentie van de bezoekmomenten lukt het de vader niet om regelmatig omgang te hebben met de kinderen. Enerzijds komt dit doordat er geen vast aanspreekpunt voor hem is vanuit de GI, waardoor hij ongehoord blijft. Anderzijds houdt de tante de kinderen weg bij de vader. Zij praat negatief over de vader, waardoor de kinderen een vertekend beeld hebben van de vader. Dit alles maakt dat de band tussen de kinderen en de vader verslechterd is. Dit kan in de toekomst negatieve consequenties met zich meebrengen voor de kinderen, zoals loyaliteitsproblemen, stress en een verstoring in de (emotionele) ontwikkeling.
Het perspectief van de kinderen ligt niet bij de tante. De tante kan de kinderen niet de zekerheid bieden die ze nodig hebben, zij heeft geen geldige verblijfstitel en er is haar geen toezegging gedaan met betrekking tot het verblijven in de woning. De vader vindt het belangrijk dat de kinderen leuke uitjes kunnen doen en naar hun sportactiviteiten kunnen gaan. Hier is zekerheid voor nodig. Verder twijfelt de vader aan de opvoedvaardigheden van de tante. Zij is niet in staat is om de kinderen de juiste begeleiding en ondersteuning te bieden. De vader kan dit wel.

Het standpunt van de tante

De tante stemt, mede bij monde van haar advocaat, in met het verzoek en licht dit als volgt toe. De kinderen willen duidelijkheid ten aanzien van hun perspectief. Nu verblijven ze in hun vertrouwde omgeving, dichtbij hun school en alles wat daar bij hoort. Hier zitten ze op hun plek. Er is geen sprake van een risico dat de tante en de kinderen de woning moeten verlaten. Er zijn afspraken met de woningbouwvereniging. Deze afspraken zijn ook aan de rechtbank verstuurd. De tante betaalt iedere maand gebruikerskosten. Zij heeft werk en inmiddels ook een (tijdelijke) verblijfstatus. Daarnaast voldoet de tante aan de voorwaarden om de kinderen bij haar te laten opgroeien. De kinderen kennen haar goed, omdat zij al regelmatig in Nederland was om de moeder te ondersteunen tijdens haar ziekte. Er is sprake van een warme wederzijdse band. De tante beschouwt de kinderen als haar eigen kinderen. Zij ondersteunt en faciliteert de ingezette hulpverlening voor de kinderen. Bovendien heeft ze hier een steunend netwerk in de vorm van haar vriend en familie van de moeder. De kinderen gaan hier goed mee om. Indien de tante in de pleegzorg terecht komt, kan zij gescreend worden en de juiste begeleiding krijgen met betrekking tot de verzorging van de kinderen. De tante twijfelt aan een perspectief bij de vader. Er is in het verleden sprake geweest van een omgangsregeling en dit verliep slecht. Daarnaast voelen de kinderen zich niet veilig in het gezin van de vader. Zij geven aan hier niet op te willen groeien. De dynamiek tussen de vader en de kinderen is al jaren verstoord. De tante wil zich graag inzetten om de vader een rol te geven in het leven van de kinderen.

Het standpunt van de bijzondere curator

De bijzondere curator stemt in met het verzoek van de GI en verwijst naar zijn briefrapportage. Op dit moment is er geen andere mogelijkheid dan de kinderen bij de tante te plaatsen. De kinderen willen ook graag bij de tante blijven. De kinderen hebben nu behoefte aan duidelijkheid en structuur. Om deze reden acht de bijzondere curator het in het belang van de kinderen dat er een vaste jeugdbeschermer beschikbaar is voor de kinderen. Dat is er nu niet. Ten aanzien van het contact tussen de kinderen en vader ziet de bijzondere curator een ontwikkeling. Eerder waren de kinderen afwijzend richting de vader. Een reden hiervoor kan zijn dat de kinderen angstig zijn om weggehaald te worden bij de tante. Mogelijk hebben zij ook een verkeerd beeld van de vader. Sinds de bezoekmomenten regelmatiger zijn, staan de kinderen meer open voor de vader. Hoe dit zich op de lange termijn gaat ontwikkelen kan de bijzondere curator niet inschatten.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] en [naam kind02] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, Burgerlijk Wetboek).
Vooropgesteld moet worden dat de vader degene is met het gezag, en dat daarom het uitgangspunt is dat de kinderen bij hem opgroeien. De kinderrechter acht dit op dit moment echter niet in het belang van de kinderen. In het verleden is de omgang tussen de kinderen en de vader niet altijd optimaal geweest, De vader heeft vorig jaar aangegeven het contact zelfs helemaal stop te zetten. De vader en de moeder hadden verschillende visies over de opvoeding van de kinderen. Zij hadden ook veel ruzie. De kinderen hebben in het verleden in de thuissituatie bij de vader ook de andere twee kinderen van de vader aangevallen. De kinderen hebben door de ruzies tussen hun ouders mogelijk een negatief beeld van de vader ontwikkeld en het contact met de vader verstoord is geraakt. De kinderen hebben nu behoefte aan rust die zij bij de tante ervaren. De kinderen hebben het fijn bij de tante. Zij voelt voor hen vertrouwd. De kinderrechter acht het daarom in het belang van de kinderen dat zij op dit moment bij de tante blijven wonen.
Om het beeld dat de kinderen van de vader hebben te normaliseren en om hun band te verbeteren, acht de kinderrechter het van groot belang dat de omgang tussen de kinderen en de vader wordt uitgebreid. Dit is in de beschikking van 20 december 2022 ook al als opdracht aan de GI gegeven, maar dit is niet gebeurd. De GI heeft op zitting aangegeven traumabehandeling voor de kinderen voorrang te willen geven. Door het negeren van deze opdracht heeft de GI de omgang tussen vader en de kinderen gefrustreerd. Hierdoor heeft de vader de afgelopen periode niet de eerlijke kans gekregen om te laten zien dat hij voor de kinderen kan zorgen. De kinderrechter geeft de GI daarom opnieuw de dringende opdracht om de uitbreiding van de omgang tussen de kinderen en de vader te faciliteren.
Ook is de kinderrechter van oordeel dat er dringend een vaste jeugdbeschermer dient te komen om stevig regie te voeren. De kinderrechter vindt het onbegrijpelijk dat de GI een half jaar na het overlijden van de moeder nog geen zicht heeft op de thuissituatie van zowel de vader als de tante. Er is op dit moment geen beeld over de stiefmoeder (de vrouw van de vader) en de algehele situatie bij hen thuis. Ook komt ter zitting naar voren dat de tante een vriend heeft, die regelmatig in de woning slaapt, waar de GI geen kennis van heeft. De kinderrechter vindt het terecht dat de vader frustraties heeft over het feit dat hij zijn kinderen niet mag zien, terwijl een onbekende man wel in de woning van de kinderen mag verblijven.
Om het contact en de omgang tussen de kinderen en de vader te verbeteren is het ook noodzakelijk dat de vader neutraal contact heeft met de tante. De vader moet begrijpen dat de tante een belangrijk figuur is in het leven van de kinderen. Een goede samenwerking tussen de tante en de vader zal ook een positieve invloed hebben op het contact tussen de vader en de kinderen. De GI kondigt ter zitting aan dat er een WhatsApp groep wordt aangemaakt om de communicatie en de samenwerking tussen de vader en de tante te vereenvoudigen. De GI houdt hier zicht op.
Gelet op al het voorgenoemde is een uithuisplaatsing noodzakelijk.
Ook acht de kinderrechter het van belang dat de bijzondere curator betrokken blijft. Zij kan fungeren als vertrouwenspersoon voor de kinderen. Zij hebben in aanloop naar de zitting ook zelf contact gezocht met de bijzondere curator om dingen te vragen. De kinderrechter verzoekt de bijzondere curator om zijn bevindingen van de komende periode te rapporteren voor een volgende zitting in augustus 2023.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] en [naam kind02] in het ouderlijk huis onder toezicht van het netwerk van moeder tot 26 augustus 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2023 door mr T. van den Akker, kinderrechter, in aanwezigheid van V. Lankhaar als griffier, en op schrift gesteld op 16 mei 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.