Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
[naam02] .
2..De feiten
3..Het geschil
- [gedaagde01] te veroordelen tot ontruiming van de woning;
- [gedaagde01] te veroordelen tot betaling aan [eiser01] van een bedrag van € 25.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding;
- [gedaagde01] te veroordelen in de proces- en nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4..De beoordeling
2 november 2022 gebruik mocht maken van de woning en dat [eiser01] die toestemming (dus) slechts heeft gegeven onder de voorwaarde van daadwerkelijke overdracht van de woning. Nu die levering door het tekortschieten van [gedaagde01] niet heeft plaatsgevonden, verblijft [gedaagde01] naar voorlopig oordeel thans zonder recht of titel in de woning.
€ 129,86 aan dagvaardingskosten, € 693,00 aan griffierecht en € 793,00 aan salaris voor de gemachtigde. Dit is totaal € 1.615,86. Voor kosten die [eiser01] maakt na deze uitspraak moet [gedaagde01] een bedrag betalen van € 132,00. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853). De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen.