Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam01], wonende te [woonplaats01] ,
1..De procedure
- de dagvaarding van 29 december 2022, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de conclusie van repliek, met bijlagen;
- de conclusie van dupliek.
2..De feiten
3..Het geschil
- de bewindvoerder q.q. te veroordelen aan haar te betalen € 488,06 met rente;
- de bewindvoerder q.q. te veroordelen in de proceskosten met rente;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4..De beoordeling
“Hoe vervelend ook, [naam01] heeft geen geld voor een tandartsbehandeling”. Blijkbaar is dat de enige reden om toestemming (alsnog) te weigeren. In het licht van de omstandigheid dat, zoals hiervoor overwogen, kennelijk sprake was van noodzakelijke, spoedeisende behandelingen, acht de kantonrechter dit standpunt, zonder nadere toelichting (die ontbreekt), ontoereikend. Mocht het inderdaad zo zijn dat het vermogen van [naam01] onvoldoende was/is om de behandeling (ineens) te kunnen betalen (dat is overigens op geen enkele manier inzichtelijk gemaakt door de bewindvoerder q.q.) dan had het in de gegeven omstandigheden in de rede gelegen dat de bewindvoerder q.q. – in elk geval na ontvangst brief van 28 oktober 2022 (zie 2.4.) – had onderzocht of het mogelijk was om, desnoods op termijn, een betalingsregeling te treffen. Zou ook dat niet mogelijk zijn, dan valt niet in te zien waarom geen beroep gedaan had kunnen worden op andere fondsen, zoals bijzondere bijstand. Dat de bewindvoerder q.q. een en ander heeft onderzocht, is gesteld noch gebleken.