ECLI:NL:RBROT:2023:422

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 januari 2023
Publicatiedatum
24 januari 2023
Zaaknummer
549879
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake psychische klachten en schadevergoeding na seksueel misbruik

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 25 januari 2023 een tussenvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. J.J. Bronsveld, en gedaagde, vertegenwoordigd door mr. P.A. de Lange. De zaak betreft een geschil over schadevergoeding als gevolg van psychische klachten die eiser stelt te hebben door seksueel misbruik door gedaagde. In een eerder tussenvonnis van 5 oktober 2022 heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser inderdaad psychische klachten heeft die voortkomen uit het misbruik en heeft geoordeeld dat gedaagde aansprakelijk is voor de schade die eiser lijdt.

De rechtbank heeft in het tussenvonnis het voornemen geuit om twee deskundigenonderzoeken te bevelen: een onderzoek door een verzekeringsarts en een onderzoek door een arbeidsdeskundige. Eiser heeft geen bezwaren geuit tegen de benoeming van deskundigen, terwijl gedaagde heeft aangekondigd hoger beroep te willen instellen tegen de vaststelling van de psychische klachten en de aansprakelijkheid voor de schadevergoeding.

De rechtbank overweegt om van de hoofdregel, die stelt dat hoger beroep tegen een tussenvonnis alleen tegelijk met het eindvonnis kan worden ingesteld, af te wijken. Dit is gebaseerd op de aankondiging van gedaagde om hoger beroep in te stellen en de nog te verrichten proceshandelingen in eerste aanleg. De rechtbank stelt partijen in de gelegenheid om zich uit te laten over het voornemen om tussentijds hoger beroep open te stellen. De zaak zal op 22 februari 2023 weer op de rol komen voor verdere behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/549879 / HA ZA 18-455
Vonnis van 25 januari 2023
in de zaak van
[eiser01],
wonende te [woonplaats01] ,
eiser,
advocaat mr. J.J. Bronsveld te Bergen op Zoom,
tegen
[gedaagde01],
wonende te [woonplaats02] ,
gedaagde,
advocaat mr. P.A. de Lange te Barendrecht.
Partijen zullen hierna “ [eiser01] ” en “ [gedaagde01] ” genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 5 oktober 2022 en de daarin genoemde processtukken;
  • de akte van [eiser01] ;
  • de akte van [gedaagde01] ;
  • de antwoordakte van [eiser01] ;
  • de aantekening op de rolzitting van 30 november 2022 dat [gedaagde01] geen antwoordakte heeft genomen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis van 5 oktober 2022 heeft de rechtbank vastgesteld dat [eiser01] psychische klachten heeft die het gevolg zijn van het seksueel misbruik door [gedaagde01] en geoordeeld dat [gedaagde01] de schade die [eiser01] hierdoor lijdt aan hem moet vergoeden. De rechtbank heeft in het tussenvonnis ook het voornemen geuit nog twee deskundigenonderzoeken te bevelen, te weten:
  • een onderzoek door een verzekeringsarts ter beantwoording van de vraag of de klachten die de psychiater heeft vastgesteld bij [eiser01] leiden tot beperkingen, en (aansluitend)
  • een onderzoek door een arbeidsdeskundige ter beantwoording van de vraag of de eventuele beperkingen die de verzekeringsarts vaststelt, leiden tot de gestelde arbeidsongeschiktheid.
De rechtbank heeft vragen voorgesteld om aan de te benoemen deskundigen te stellen en heeft partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de wenselijkheid van deze deskundigenberichten, de perso(o)n(en) van de te benoemen deskundige(n) en over de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen.
2.2.
[eiser01] heeft in zijn akte geen bezwaren geuit tegen benoeming van deskundigen – zonder daarbij een voorstel te doen voor de persoon van de te benoemen deskundigen – en tegen de voorgestelde vragen.
2.3.
[gedaagde01] heeft in zijn akte aangekondigd dat hij hoger beroep zal instellen tegen de vaststelling dat [eiser01] psychische klachten heeft door het seksueel misbruik en het oordeel dat [gedaagde01] daarom de schade die [eiser01] daardoor lijdt moet vergoeden. [gedaagde01] komt daarom, zo stelt hij, niet toe aan verdere uitlatingen.
Tussentijds hoger beroep
2.4.
Volgens de hoofdregel van artikel 337 lid 2 Rv kan van een tussenvonnis alleen hoger beroep worden ingesteld, tegelijk met dat van het eindvonnis. De rechtbank overweegt om van deze hoofdregel af te wijken, gelet op de akte van [gedaagde01] , waarin hij aankondigt hoger beroep in te willen stellen, en gelet op de proceshandelingen die in deze procedure in eerste aanleg nog moeten worden verricht (waaronder het aanvragen van twee deskundigenberichten) en de tijd en kosten die hiermee zullen zijn gemoeid. De rechtbank meent dat het gelet op genoemde omstandigheden om proceseconomische redenen wenselijk kan zijn de aangekondigde deskundigenonderzoeken nog niet te gelasten, maar om in plaats daarvan ambtshalve tussentijds hoger beroep open te stellen van het vonnis waarin dat wordt besloten en alle daaraan voorafgaande tussenvonnissen [1] . Alvorens hiertoe een beslissing te nemen, stelt de rechtbank partijen in de gelegenheid om zich hierover uit te laten.

3..De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
22 februari 2023voor het nemen van een akte na tussenvonnis door beide partijen waarin zij zich uitlaten als bedoeld in rechtsoverweging 2.4;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Koekebakker en in het openbaar uitgesproken op
25 januari 2023.
2474/1582

Voetnoten

1.Zie ook HR 17 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1924