4.1.De curator vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair
a. a) voor recht te verklaren dat [gedaagde01] c.s. hun bestuurstaak kennelijk onbehoorlijk hebben vervuld, dat dit kennelijk onbehoorlijke bestuur een belangrijke oorzaak is van het faillissement van Dudok Groep en dat [gedaagde01] c.s. hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het faillissementstekort (ex artikel 2:248 lid 1 en lid 7 BW),
b) [gedaagde01] c.s. hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, althans één of meerderen van hen, te veroordelen tot schadevergoeding, op te maken bij staat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum faillissement, althans vanaf de dag der dagvaarding, althans hen te veroordelen tot betaling aan de curator van dat wat de rechtbank juist en rechtvaardig acht,
c) [gedaagde01] c.s. hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, althans één of meerderen van hen, zal veroordelen tot betaling van een voorschot op de faillissementskosten ten belope van € 500.000,00, althans tot betaling van een bedrag dat de rechtbank juist en rechtvaardig acht,
subsidiair
d) voor recht te verklaren dat [gedaagde01] c.s. ieder afzonderlijk onrechtmatig hebben gehandeld jegens de gezamenlijke schuldeisers van Dudok Groep en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die de gezamenlijke schuldeisers hebben geleden als gevolg van hun handelen (ex artikel 6:162 BW),
e) [gedaagde01] c.s. hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, althans één of meerderen van hen, te veroordelen tot schadevergoeding, op te maken bij staat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum faillissement, althans vanaf de dag der dagvaarding, althans hen te veroordelen tot betaling aan de curator van dat wat de rechtbank juist en rechtvaardig acht,
f) [gedaagde01] c.s. hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, althans één of meerderen van hen, zal veroordelen tot betaling van een voorschot op de schade ten belope van € 500.000,00, althans tot betaling van een bedrag dat de rechtbank juist en rechtvaardig acht, en
meer subsidiair
g) [gedaagde01] c.s. te veroordelen tot betaling aan de curator van een bedrag gelijk aan het tekort als bedoeld in artikel 2:216 lid 3 BW, met een maximum van het faillissementstekort, ontstaan als gevolg van het dividendbesluit, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2018, althans hen te veroordelen tot betaling aan de curator van dat wat de rechtbank juist en rechtvaardig acht,
meer subsidiair (ten aanzien van [gedaagde01] )
h) voor recht te verklaren dat [gedaagde01] zijn bestuurstaak onbehoorlijk heeft vervuld en aansprakelijk is voor de schade die Dudok Groep daardoor heeft geleden (ex artikel 2:9 jo. 2:11 BW),
i. i) [gedaagde01] te veroordelen tot schadevergoeding, op te maken bij staat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum faillissement, althans vanaf de dag der dagvaarding, althans hem te veroordelen tot betaling aan de curator van dat wat de rechtbank juist en rechtvaardig acht, en
j) [gedaagde01] te veroordelen tot betaling van een voorschot op de schade ten belope van € 500.000,00, althans tot betaling van een bedrag dat de rechtbank juist en rechtvaardig acht, en
ten aanzien van [gedaagde01] c.s.
k) [gedaagde01] c.s. hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, althans één of meerderen van hen te veroordelen in de proceskosten, de beslagkosten ad € 4.646,84 daaronder begrepen.